Rapport: Palestijnen verlaten Hebron
Veel Palestijnse bewoners in het oude centrum van Hebron hebben hun huizen verlaten omdat Joodse kolonisten en het leger hun het leven onmogelijk maken. Dat staat in een rapport van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem, dat dinsdag is gepubliceerd.
De Joodse bewoners in Hebron hebben de reputatie extreem te zijn in vergelijking met de bewoners van de meeste andere Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook.
Volgens het rapport zijn in het centrum van Hebron ten minste 2000 zaken gesloten. Het leger heeft drie scholen waarin 1835 leerlingen les kregen overgenomen en gesloten. In de drie belangrijkste straten van de stad heeft 43 procent van de Palestijnen het huis verlaten.
Er zijn volgens B’Tselem drie redenen waarom Palestijnen uit het centrum vertrekken. Ten eerste gaan de Palestijnen volgens B’Tselem bijna dagelijks gebukt onder fysiek geweld en beschadiging van goederen door de kolonisten in Hebron. „Kolonisten gooien stenen naar hen, vervloeken hen, beschadigen hun goederen en nemen hun appartementen over.”
De gewelddaden hebben ook geleid tot de dood van de 14-jarige Nibin Jamjum. „Veiligheidstroepen beschermen de Palestijnen niet tegen het geweld van de kolonisten en handhaven bijna nooit de wet tegenover degenen die de wet overtreden.”
Ten tweede doet het geweld van het leger de Palestijnen vertrekken. Getuigenissen die B’Tselem heeft afgenomen duiden erop dat soldaten en grenspolitiemannen zich schuldig maken aan „dagelijks geweld” tegen de Palestijnen. Ze zouden niet terugdeinzen voor slaan, het werpen van schokgranaten, het stelen van geld en goederen en soms ook het uiten van bedreigingen. Bij een ondervraging door vier grenspolitieleden werd de Palestijn Imran Abu Hamdiya gedood.
Ten derde hebben de uitgaansverboden die het leger de Palestijnen oplegt, het dagelijks leven ernstig ontregeld. Sinds het begin van de Intifada in september 2000 heeft Israël honderd dagen uitgaansverbod opgelegd. „De restricties op de Palestijnse vrijheid van beweging in de stad behoren tot de meest hardvochtige in de bezette gebieden”, aldus de Israëlische mensenrechtenorganisatie. Het zakenleven is in bepaalde gebieden bijna geheel tot staan gekomen. Het bewegingsverbod heeft geleid tot werkloosheid, armoede, schoolverzuim en problemen om medische hulp te ontvangen.
De oplossing ligt volgens de Israëlische organisatie in de verwijdering van de kolonisten uit de stad.
Een woordvoerster van het Israëlische leger stelt in een geschreven reactie dat Hebron een centrum van terreuractiviteit is geweest tegen Israëlische burgers en tegen het leger.