Gemengde gevoelens bij vertrek PThU
KAMPEN – Is het sluiten van de Kamper vestiging van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) een gemis voor de theologische opleidingen in Nederland? Oud-hoogleraar kerkgeschiedenis Auke Jelsma noemt het opdoeken van ‘Kampen’ „een veeg teken.” Emeritus hoogleraar Nieuwe Testament Cees den Heyer: „De kracht van Kampen was relatief. Hij is voorbij.”
Zo’n 500 belangstellenden woonden vrijdag in Kampen de afscheidsbijeenkomst bij van de plaatselijke PThU-vestiging. ‘Kampen’ is de laatste in de rij van drie PThU-filialen die sluiten. Leiden en Utrecht gingen voor. Na de zomervakantie kunnen theologiestudenten terecht bij de nieuwe PThU-vestigingen in Groningen en Amsterdam.
Vanwege de grote belangstelling hadden de meeste programmaonderdelen van de afscheidsdag plaats in de monumentale Bovenkerk. Het reüniekarakter van de bijeenkomst blijkt meermalen. Dagvoorzitter prof. dr. Klaas Spronk moet de druk pratende aanwezigen bijna uitputtend manen te gaan zitten.
„We vertrekken uit Kampen, niet omdat onze idealen hun glans verloren of verwachtingen niet werden waargemaakt”, zegt PThU-bestuursvoorzitter Henk van der Sar. „Als protestantse theologen hebben we in Groningen en Amsterdam eenvoudigweg een beter perspectief dan in Leiden, Utrecht en Kampen.”
Van der Sar blikt kort terug op het verleden van de Kamper universiteit, ooit samen met de Vrije Universiteit in Amsterdam de ‘leverancier’ van predikanten ten behoeve van de Gereformeerde Kerken in Nederland. „Die geschiedenis nemen we als rijkdom mee.”
Eén schaduwzijde benoemt hij nadrukkelijk: de Vrijmaking van 1944, die voor kerk en opleiding een aderlating vormde. Duizenden leden verlieten de kerk en vormden de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. „Gelukkig zijn er nu goede relaties met onze collega’s aan de Broederweg. We wensen dat het ook deze instelling wel gaat in de toekomst.”
De ”stille revolutie” in de Gereformeerde Kerken in de jaren 60 is, soms tegen wil en dank, de spil waar het om draait in het programma. Tijdens een workshop voor studenten uit de periode 1965-1975 hekelt theoloog Gerrit Schaafsma deze periode. „Daarna is het, het hangt ervan af hoe je het bekijkt, nooit meer goed gekomen.”
Het doet hem „pijn” dat bezinning ontbreekt op de gevolgen van afnemend Schriftgezag. Bovendien verbaast hem de wijze waarop het tastbare gereformeerde erfgoed uit Kampen verdwijnt. „Niemand benoemt wat hier gebeurt: de complete gereformeerde theologische erfenis gaat op in… ja, in wat? En wat is er straks nog van terug te vinden?”
Prof. Den Heyer geeft zijn visie op de teloorgang van het gereformeerde leven ’s middags in het forum. „Ik weet niet meer zo goed wat de kracht van Kampen is in vergelijking met andere instellingen. Daarom is het onvermijdelijk dat er een einde komt aan deze universiteit. Er is een tijd van opgaan, blinken en verzinken.”
Emeritus hoogleraar prof. Jaap van der Laan verwoordt tijdens de overdenking in de Burgwalkerk de gedachten over hen die in de jaren 60 en 70 de kerk en het geloof vaarwel zegden. „We zien met pijn hoevelen hun geloof zijn kwijtgeraakt, zichzelf zijn kwijtgeraakt, in een enkel geval zelfs tot de ultieme radeloosheid toe.”
Luchtiger gaat het eraan toe tijdens het programmaonderdeel waarbij ervaringen van studenten uit de naoorlogse jaren centraal staan. Uit diverse tijdvakken komen sprekers aan het woord. Over de koffie die voor studenten 25 cent kostte, maar gratis was als je wist waar het sleuteltje van de automaat lag, en over „het kleine hogeschooltje in een verstofte provincieplaats, dat een broeinest vormde van het doordenken van de eigen traditie en het kritisch afstand daarvan nemen”, zoals oud-student Sam Terpstra het verwoordt.