Sociale zorg
Psalm 72:4a
„Hij zal de ellendigen des volks richten.”
David ontvouwt hier meer in den brede wat hij eerder kort had aangestipt over de ellendigen en bedrukten van het volk. We moeten vasthouden aan het beginsel dat de koningen zich alleen door Gods genade binnen de perken van recht en gerechtigheid kunnen houden. Want waar de geest van het recht niet heerst vanuit de hemel, daar wordt alle heerschappij in tirannie en roverij veranderd.
Omdat God beloofd had zorg te dragen voor de armen en ellendigen van Zijn volk, toont David, om te verkrijgen wat hij in zijn gebed voor de koning vraagt, dat hij daarbij verlichting en verkwikking van de armen op het oog heeft. Wel is waar dat bij God geen aanneming des persoons is, maar het is toch niet zonder reden dat God armen vóór alle anderen aanbeveelt, omdat zij het meest aan onrecht en geweld blootstaan. Want de wetten en het recht worden met voeten getreden, omdat iedereen machtiger wil zijn dan de ander, en dus ook meer voordeel kan behalen als hij zijn arme broeders onderdrukt.
David zegt dus inzonderheid dat de koning de beschermer zal zijn van hen die niet anders veilig zijn dan onder de hoede van de openbare macht. Hij belooft hen te zullen wreken wanneer men hen geweld aandoet.
Johannes Calvijn, predikant te Genève (”Psalmen”, 1557)