De man was twee weken daarvoor in in het nieuwe appartementencomplex Boonyarak getrokken, in de oude boeddhistische stad Ayutthaya in Thailand. Bewoners van het complex vertelden gisteren hoe verbaasd zij zijn dat hun keurige buurman de meest gezochte man van Azië was: Hambali, de leider van de regionale terreurbeweging Jemaah Islamiyah, die banden zou onderhouden met al-Qaida en verantwoordelijk is voor meerdere aanslagen in het gebied.

De politie weigert te bevestigen dat Hambali inderdaad in het appartementencomplex is gearresteerd, en ook de eigenaar van het complex ontkent dat er een arrestatie heeft plaatsgevonden. Volgens hem woonde er zelfs niemand in kamer 601.

Bewoners van het pand zijn echter vol van de arrestatie en een vrouw herkent Hambali op een foto als de man die zijn intrek had genomen in kamer 601. De vrouw die tegenover de kamer woont, vertelt hoe zij ’s avonds terugkwam van haar werk en zag dat er een groepje agenten voor de ingang van het pand stond. Toen zij op de zesde verdieping kwam, stonden ook daar agenten, voor de deur van haar overbuurman. Ze voelde nattigheid en ging snel haar woning in, waar zij luisterde naar wat er aan de overkant gebeurde.

„De mannen klopten op de deur. Ze klopten en wachtten. Dat ging heel lang door”, vertelt ze. „Plotseling was er veel commotie en hoorde ik dat er op de deur werd geramd. Daarna hoorde ik stompen.” Pas de volgende morgen durfde ze haar woning uit te komen en zag ze dat de deur aan de overkant was opengebroken.

Volgens bewoners was de man twee weken geleden naar het appartementencomplex gebracht door een Thaise man, die zei dat hij een Maleisische fabrieksarbeider was en voor drie maanden onderdak nodig had. Hij koos een simpele eenkamerwoning uit met toilet, balkon en zonder keuken. De buitenlander leefde volgens zijn buren alleen en sprak nooit met iemand.

Hambali werd 39 jaar geleden geboren in het westen van Java. Vanuit dat gebied voerde in de jaren ’40 en ’50 de radicale moslimorganisatie Darul Islam gewelddadige actie om in Indonesië een islamitische staat te vestigen. Begin jaren ’60 maakte de regering in Jakarta een eind aan de opstand, maar West-Java is altijd een bolwerk van de radicale islam gebleven.

In de jaren ’80 sloot Hambali zich aan bij een andere fundamentalistische geestelijke, Abu Bakar Bashir. Toen president Suharto eind jaren ’80 een nieuwe campagne begon om het moslimfundamentalisme in West-Java de kop in te drukken vluchtten zij en andere radicale elementen naar Maleisië.

Hambali en Bashir gingen lesgeven op een school in Johor waar de radicale leer van de islam werd uitgedragen en richtten Jemaah Islamiyah op - een militant netwerk met cellen in Thailand, Maleisië, Singapore, Indonesië, de Filipijnen en andere landen van Zuidoost-Azië.

Hambali gold als een van de meest charismatische leraren van de school. Volgens de Indonesische inlichtingendienst bracht hij enige tijd door in Afghanistan en stuurde hij zijn beste leerlingen naar trainingskampen in dat land. Een van zijn lievelingen was misschien wel Yazid Sufaat, een Maleisiër die zijn appartement beschikbaar stelde voor een ontmoeting, in januari 2000, tussen twee daders van de aanslagen van 11 september en andere figuren van al-Qaida. Yazid tekende ook een arbeidscontract voor Zacarias Moussaoui, die als de ”twintigste kaper” in de VS terechtstaat.

De Amerikaanse president Bush zei donderdag dat Hambali een goede bekende was van Khalid Shaikh Mohammed, het vermoedelijke brein achter de aanslagen van 11 september. Maar hij zou ook hebben samengewerkt met Ramzi Yousef, de man die in de VS gevangenzit voor de eerste aanslag op het World Trade Center in New York, in 1993. De lijst beschuldigingen tegen Hambali is lang. Behalve het beramen van de bomaanslagen op Bali en in Jakarta wordt hem betrokkenheid toegeschreven bij tal van aanslagen, of plannen daartoe, in Maleisië, Singapore en de Filipijnen. Volgens de autoriteiten in Singapore heeft hij daar plannen beraamd voor bomaanslagen op de ambassades van de VS, Groot-Brittannië, Israël en Australië. De Filipijnen achten hem onder andere verantwoordelijk voor bomaanslagen die in december 2000 aan 22 mensen het leven kostten.