Ds. T. van den Brink: staan op de schouders van anderen
PUTTEN – Op middelbare leeftijd onderging ds. T. van den Brink al een hartoperatie. Lange tijd werkte hij vanwege zijn gezondheid twee dagen per week. Nu is hij „vrijwel” gezond, 79 jaar oud, en 25 jaar predikant.
„Ik ben velen als een wonder geweest”, Psalm 71:7a, was de tekst waarmee ds. Van den Brink op 1 april zijn jubileum in de hervormde gemeente in Ederveen herdacht. „Als ik denk aan de hartoperaties en aan mijn leeftijd, is het bijzonder dat ik dit mag meemaken.”
In Ederveen werd de 54-jarige hulpprediker op 12 april 1987 bevestigd in het ambt door ds. J. van Oostende, die predikant van Ederveen was. „Hij was predikant ván Ederveen, ik ín Ederveen”, aldus ds. Van den Brink. „Dat was de officiële lezing, omdat ik in Ederveen werd aangesteld om vier dagen pastoraal werk te doen.”
Pastorale ervaring had de hulpprediker al genoeg. Het was een van de eisen die de Nederlandse Hervormde Kerk destijds stelde aan hulppredikers die predikant wilden worden. „Ook moest ik een examen afleggen, om te zien welke hiaten er nog moesten worden opgevuld. Na enkele jaren kon ik op voor het colloquium.”
Met de bevestiging in het ambt ging een langgekoesterde wens van ds. Van den Brink in vervulling. En niet alleen van hem, ook van zijn vader en van ds. G. Boer, bij wie de familie Van den Brink destijds in Putten kerkte. „Zij adviseerden mij allebei om de mulo te gaan doen, om op die manier de mogelijkheid open te houden om predikant te worden.”
Maar de jonge Tijs van den Brink –de vijfde in een gezin van veertien kinderen, van wie er twee vroeg overleden– koos voor de lagere landbouwschool, in Nijkerk. Na deze opleiding leerde hij verder, op de middelbare landbouwschool in Putten. Nu woont de predikant met zijn vrouw op de plek waar vroeger deze school stond. In een appartement met uitzicht op de hervormde Oude Kerk.
Van den Brink kwam op de zuivelfabriek in Amerongen terecht en gaf daar leiding aan de melkcursus. „In Amerongen werd het me duidelijk dat ik predikant moest worden.” Drie jaar ging hij naar het avond-vwo. Maar dat was te zwaar. Na twee jaar werd hij boekhouder bij de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB) in Utrecht.
De familie Van den Brink –er werden twee zoons (Gijsbert en Tijs, beiden bekenden in christelijk Nederland) en vier dochters geboren– vertrok na vier jaar Utrecht naar Nijkerk. Daar werd vader Van den Brink bedrijfsboekhouder. Vanuit Nijkerk volgde hij in Zeist de catechetencursus en daarna de opleiding tot hulpprediker. „Eén jaar ben ik ertussenuit geweest, toen mijn broer plotseling overleed.”
Zijn gezondheid speelde de hulpprediker in opleiding parten. In 1979 onderging hij een bypassoperatie. „Hierna kon ik examens gaan doen”, zegt de predikant, die tegenwoordig weinig last heeft van gezondheidsproblemen.
Langzamerhand verschoof het werk van de boekhouder zich naar pastorale taken. Zijn eerste preek hield hij in Emst, in 1980. Tot zijn benoeming in Ederveen werkte Van den Brink in Epe, Opheusden en in Kesteren.
In 1991 vertrok ds. Van den Brink naar het Friese Kollum en het Groningse Leek. „Ik ben door mijn tijd in Kollum en Leek –en door de opleiding in Utrecht– breder om mij heen gaan kijken. Je ziet dan dat ook andere richtingen in de kerk het oprecht menen.”
Ds. Van den Brink preekt nog regelmatig, hooguit één keer per zondag. Is het een eenzame bezigheid? „Dat kun je zeggen. Je hoort vaak weinig terug van je preek. Ik heb iemand eens horen zeggen: „Je legt een ei, als je preekt.” Daarna weet je niet wat ermee gebeurt. Anderzijds: onze opdracht is slechts om te zaaien, we hoeven niet op de oogst te letten. Die mogen we aan een Ander overlaten.”
Terugkijkend spijt het ds. Van den Brink niet dat hij zijn roeping –„een heel persoonlijke zaak”– gevolgd is. „Ik had het veel eerder moeten doen. Maar als je er zelf niet klaar voor bent, gaat het niet. Ik heb in zekere mate last van drempelvrees, zei mijn huisarts eens tegen mij, over een ander punt. En hij had gelijk.”
Wel spijt het ds. Van den Brink dat hij geen wetenschappelijke opleiding heeft genoten, zegt hij, staand bij de trouwfoto van zijn zoon Gijsbert, hoogleraar namens de Gereformeerde Bond in Leiden. De woorden van zijn docent dr. A. van Brummelen hebben hem in dit opzicht vaak echter bemoedigd: „Je mag staan op de schouders van anderen.”
Het liefst gaat de 79-jarige emeritus predikant nog even door met het preken. „Ik doe het nog steeds met vreugde.”
Lees ook in Digibron: