Gezondheid

Strijd tegen „valse hopeloosheid”

Zijn oncoloog meende dat het niet uitmaakte wat hij at, maar in de wetenschappelijke literatuur las David Servan-Schreiber iets heel anders. Hij ontdekte het belang van een gezonde leefstijl bij kanker en schreef er een boek over dat wereldwijd de aandacht trok. Zo opende hij de strijd tegen wat hij ”de valse hopeloosheid” noemde. In 2011 overleed hij, twintig jaar nadat bij hem voor het eerst een tumor was vastgesteld.

Jan van Klinken
2 April 2012 09:05Gewijzigd op 14 November 2020 20:15

Of David wil invallen voor een student? Zijn vriend Jonathan doet hersenonderzoek onder vrijwilligers en een van hen is niet komen opdagen. Bereidwillig neemt Servan-Schreiber plaats onder de scanapparatuur en wacht tot Jonathan het onderzoek heeft voltooid. Dat duurt langer dan gedacht. Halverwege geeft zijn vriend aan dat er een probleem is en dat de scan opnieuw moet worden gemaakt. Geduldig laat hij Jonathan zijn werk doen. Dan reageert zijn vriend plotseling: „Zeg, er is iets mis.”

David is zelf onderzoeker aan een Amerikaanse universiteit en heeft al heel wat hersenscans gezien. Als hij even later zelf de beelden bestudeert, weet hij dat er inderdaad iets mis is. Heel erg mis zelfs. In zijn hersenen ontwaart hij een ronde vlek ter grootte van een walnoot. Hij is geschokt. Het is een tumor in een gevorderd stadium en hij weet wat dat betekent. Zonder behandeling heeft hij nog hooguit zes weken te leven, met behandeling zes maanden.

Servan-Schreiber ondergaat een operatie en in weerwil van de statistieken geneest hij. Althans, daar ziet het naar uit. Totdat de ziekte zich vijf jaar later opnieuw aandient. Op dezelfde plek heeft zich een nieuwe tumor gevormd. Weer laat hij zich opereren en volgt hij een langdurige chemokuur. Dan besluit hij zich grondig te verdiepen in de wetenschappelijke literatuur, niet alleen over het effect van chemo maar ook en vooral over dat van gezonde voeding en een gezonde leefstijl.

Aan zijn oncoloog vraagt hij of het voor de behandeling en de kans op terugkeer van de tumor nog wat uitmaak wat hij eet. Het antwoord van de specialist zal hij niet snel vergeten. „Eet gewoon wat je lekker vindt”, luidt het advies.

Naderhand stuit Servan-Schreiber op een schat aan wetenschappelijke literatuur waaruit heel wat anders blijkt dan zijn specialist hem wil doen geloven. Er blijken wel degelijk sterke aanwijzingen te zijn dat het uitmaakt wat er dagelijks op het menu staat.

Als Servan-Schreiber vervolgens de oncologische handboeken doorneemt, begrijpt hij hoe het komt dat hij zo veel meer weet dan zijn behandelaar. Nergens leest hij over de rol van voeding bij de behandeling van kanker of ter voorkoming van terugkeer van de ziekte.

Hij doorziet de oorzaak. Zolang de resultaten van onderzoeken met dieren niet op mensen zijn uitgetest, doen medici er niets mee. Ze stellen voeding gelijk aan chemische preparaten. Servan-Schreiber weet ook dat het heel lang kan duren voordat voedingsonderzoeken op mensen worden uitgevoerd. Zulke studies kosten honderden miljoenen en er valt voor de farmaceutische indus­trie niets te verdienen. Blauwe bessen, rauwkost en walnoten zijn immers niet te patenteren.

Over de uitkomsten van zijn zoektocht schrijft hij het boek ”Antikanker. Een nieuwe levensstijl”, dat een internationale bestseller wordt. Het gaat over zijn eigen leven, over gezonde voeding maar ook over een gezonde geest. Als hoogleraar in de psychologie houdt hij zich sterk bezig met de vraag of het menselijk brein invloed uitoefent op ziekteprocessen zoals kanker. In zijn boek toont hij een bijna wiskundig verband aan.

De kern van zijn boodschap is dat een verantwoorde levensstijl het verschil kan maken tussen leven en dood. Het menselijk afweersysteem kan nu eenmaal niet goed functioneren bij een tekort aan vitaminen en mineralen maar ook niet bij stress, vergiftigd voedsel en een verziekt milieu. En als ons immuunsysteem niet optimaal werkt, kunnen (chronische) ziekten beter gedijen.

Daarmee wil Servan-Schreiber niet beweren dat we ziekten zoals kanker kunnen voorkomen dan wel de kop kunnen indrukken door zo gezond mogelijk te leven. Er zijn factoren zoals genetische aanleg en degeneratie door ouderdom die ook van belang zijn en die lastig te beïnvloeden zijn. Maar we kunnen wel onze kansen vergroten. Daarvan leek hij zelf heel lang het levende bewijs te zijn. Tot begin 2010. Opnieuw sloeg de ziekte toe en dit keer was er geen kruid tegen gewassen. Hij overleed in juli vorig jaar op 50-jarige leeftijd.

Over de laatste fase van zijn leven schreef Servan-Schreiber een afscheidsboek dat vorige maand in Nederland werd uitgebracht onder de titel ”Je kunt verschillende keren afscheid nemen”. In dit boek gaat hij in op de vraag of zijn naderende levenseinde het bewijs vormt dat zijn gezondheidsadviezen slechts van geringe waarde zijn.

Hij ontkent dat met klem. Eerder moet hij bekennen dat hij onvoldoende aan zijn eigen raadgevingen gevolg heeft gegeven. Zo heeft hij, nadat hij was genezen, zich als een workaholic gedragen. Hij kon moeilijk nee zeggen en biecht op dat hij daardoor continu onder stress heeft geleefd. Dat is hem zwaar opgebroken, zo luidt de conclusie die hij uiteindelijk moet trekken.

Zoals Servan-Schreiber tot zijn verbazing vaststelde, is er naar de relatie tussen gezonde voeding en kanker veel wetenschappelijk onderzoek gedaan. Toonaangevend is het rapport van het World Cancer Research Fund uit 2007. Daarin worden alle belangrijke studies op een rijtje gezet. Het heeft als conclusie dat de moderne levensstijl ruwweg verantwoordelijk is voor een derde van alle kankers. Dat is een schokkend gegeven, dat overigens ook positief kan worden geduid: met z’n allen kunnen we de ziekte een heel eind terugdringen door gezonder te eten, stress zo veel mogelijk te vermijden en dagelijks minimaal twintig minuten intensief te bewegen.

Ook wie de ziekte heeft, dan wel de kans op terugkeer wil indammen, doet er volgens Servan-Schreiber verstandig aan deze adviezen op te volgen. En dat is zeker geen stelling uit het ongerijmde. Wie gezond leeft en eet, versterkt daarmee immers zijn of haar afweersysteem en dat helpt –ook volgens wetenschappers– bij de overleving van kanker.

Een van de harde aanwijzingen in die richting levert het recente promotieonderzoek van Joyce Faber aan de Universiteit Utrecht. Het laat zien dat aangepast voedsel dat is verrijkt met visolie en prebiotica gunstig uitpakt voor kankerpatiënten. De Wageningse hoogleraar Ellen Kampman, een autoriteit op dit gebied, zit op dezelfde lijn. Een van haar adviezen aan mensen die de kans op terugkeer van de ziekte willen verkleinen, luidt dan ook om zo gezond mogelijk te eten en te leven.

Er is wel een belangrijke hinderpaal. Het opvolgen van alle raadgevingen vergt heel veel discipline en juist daar gaat het vaak mis. Ook dat kunnen we van Servan-Schreiber leren.

>> www.kosmosuitgevers.nl, zoeken op Servan-Schreiber, www.wcrf.nl , kijk op kankerpreventie voor voedingsadviezen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer