Droom nationaal geschiedenismuseum blijft
AMSTERDAM – Hoe ziet het historisch museum van de toekomst eruit? Een „blauwdruk” werd maandagmiddag in Amsterdam gepresenteerd.
De geschiedenis van het Nationaal Historisch Museum (NHM) was kort en hevig. Het initiatief kwam van oud SP-leider Jan Marijnissen. De Tweede Kamer nam in 2006 een motie aan om een museum voor de Nederlandse geschiedenis op te richten. In 2008 werd een stichting in het leven geroepen, maar al vorig jaar was er geen steun meer in de Kamer voor de nieuwbouw.
In cultuurcentrum Felix Meritis werd gistermiddag het boek ”Blauwdruk. Plannen, schetsen en geschiedenis van het Nationaal Historisch Museum 2008-2011” (uitg. SUN) gepresenteerd. Het is een publicatie vol foto’s, tekeningen en schetsen. Een in beeld gebrachte droom van wat een prestigieus museum had moeten worden. Had, want met de beslissing van staatssecretaris Zijlstra van OCW vorig jaar om de subsidie stop te zetten was het project van de baan. Het ironische lot van een museum dat al tot de geschiedenis behoort nog voor het tot leven is gekomen.
De afgelopen drie jaar bleek dat historische, politieke en museale belangen soms op een wonderlijke manier door elkaar lopen. „De opkomst en ondergang van het Nationaal Historisch Museum zullen de annalen ingaan als bevestiging van allerlei Nederlandse gebreken”, schrijven de twee NHM-directeuren Valentijn Byvanck en Erik Schilp in het woord vooraf.
Onder leiding van Hans Goedkoop, presentator van Andere Tijden, werd gistermiddag een rondetafelgesprek gevoerd over de vraag hoe je geschiedenis kunt tentoonstellen. Dat gebeurde in het Amsterdamse culturele centrum Felix Meritis.
Byvanck liet zien hoe je het thema ”Land en water” museaal kunt verbeelden – iets wat ook in het boek uit de doeken wordt gedaan. Van alle kustplaatsen bestaan schilderijen en havengezichten. Ze hangen in lokale musea en gemeentehuizen. Om bezoekers een idee te geven van de rijke Nederlandse visserscultuur toon je veel van deze schilderijen. Een lichtsysteem stelt bezoekers in staat om een spot op een haven naar keus te zetten. De spot correspondeert met een tweede lichtstraal op een tegenoverliggende wand die laat zien welke vis er in die haven werd binnengebracht.
Deze wand staat vol met afbeeldingen van vissen: haring (Vlaardingen), bot (Huizen), ansjovis (Urk, Stavoren), garnalen (Zoutkamp), mosselen (Yerseke), paling (Volendam) en walvis (De Rijp). De bezoeker krijgt uitgelegd welke betekenis deze vissen hadden voor de Nederlandse visserij, de keuken en het faunabeheer. In de verte klinken vissersliederen.
Op deze manier beschrijft het boek ”Blauwdruk” welke presentaties voor het NHM waren bedacht: ”land en water”, ”oorlog en vrede”, ”mens en macht”, ”rijk en arm”, ”lichaam en geest” en ”ik en wij”.
Marijnissen heeft het boek doorgebladerd en geeft aan getroffen te zijn door de vele beelden. „Het leek mij een heel interessant museum te worden.”
Prof. dr. Frits van Oostrom noemt het heel goed de thema’s zo in werelden te verdelen, maar vraagt zich wel af „waar het verhaal is in dit bombardement van beelden. Soms snak ik, ook namens de kinderen, naar het verhaal van de schoolmeester.”
Willem Velthoven, directeur van Mediamatic Lab, spreekt van een „geweldig inspirerend geschiedenisboek” en „een knutselboek, een handleiding om je eigen geschiedenis te gaan timmeren.” Robert Stiphout, redacteur van Elsevier, noemt het de kracht van het NHM dat het heden en verleden zo goed met elkaar wist te verbinden.
Marijnissen zegt: „Ik ben er vast van overtuigd dat het NHM er ooit komt. Er zijn fouten gemaakt, maar het draagvlak voor de gedachte is onverminderd aanwezig.”
Ook Byvanck en Schilp zien hun boek vooral als een plan voor een nieuw museum over de Nederlandse geschiedenis. „Het laat een breed publiek zien hoe een museum over de Nederlandse geschiedenis in de eenentwintigste eeuw eruit ziet”, schrijven ze. „Een startpunt voor het toekomstig Nederlands Historisch Museum, dat, als we op onze historische intuïtie mogen vertrouwen, er zeker ooit gaat komen.”