Vredesmacht trekt straten Monrovia in
Zo’n honderd Nigeriaanse soldaten van de West-Afrikaanse vredesmacht in Liberia zijn donderdag voor het eerst de hoofdstad Monrovia ingegaan. Ze kregen een warm onthaal van de bevolking, die al weken te lijden heeft onder gevechten tussen het regeringsleger en rebellengroeperingen.
De eerste soldaten kwamen maandag aan op een vliegveld op zo’n 50 kilometer afstand van Monrovia. Inmiddels zijn er zo’n 500 Nigeriaanse soldaten op het vliegveld, maar tot nu toe hadden zij hun basis daar niet verlaten. Hun colonne van witte pantserwagens, vrachtauto’s en personenauto’s werd met gejuich ontvangen door duizenden Liberianen. „Ik ga met ze mee!” riep een jongeman die met het konvooi meerende. „We moeten eten, we hebben genoeg van deze oorlog.”
Voedsel is schaars in Monrovia, dat door rebellen wordt belegerd. De rebellen eisen het aftreden van president Charles Taylor. Taylor heeft beloofd de macht uit handen te geven en het land te verlaten, maar de laatste dagen lijkt het erop dat hij probeert daar onderuit te komen.
Het parlement heeft donderdag formeel ingestemd met de beslissing van Taylor om af te treden en de macht over te dragen aan de vice-president. Taylor zou aanvankelijk persoonlijk naar het parlement komen, maar in plaats daarvan stuurde hij een brief, aldus parlementsvoorzitter Nyundueh Monkomana.
In de brief stelt Taylor dat zijn regering het slachtoffer is geworden van een „internationale samenzwering”, waarschijnlijk doelend op steun van omliggende landen aan de rebellen en de door de Verenigde Naties afgekondigde diamant- en wapenembargo’s. Hierdoor kan hij zijn grondwettelijke taken niet meer uitvoeren. „Ik kan niet langer als president van deze edele republiek het lijden en de vernedering van het Liberiaanse volk aanzien”, aldus Taylor.
De vice-president is Moses Blah (56), een oude vriend van Taylor en tijdens de burgeroorlog van 1989-1996 „inspecteur-generaal voor discipline” - een eufemisme voor executies.
Wie Taylor opvolgt, interesseert de meeste inwoners van Monrovia heel weinig. De meeste mensen zijn alleen maar geïnteresseerd in het vertrek van Taylor.
Taylor heeft beloofd te zullen ingaan op een asielaanbod van Nigeria, maar verbond daar later voorwaarden aan. Hij wil nu pas vertrekken als er „voldoende” vredestroepen in Liberia zijn en als het tribunaal voor oorlogsmisdaden in het buurland Sierra Leone zijn aanklacht tegen hem laat vallen. Taylor was een van de stuwende krachten achter de burgeroorlog in Sierra Leone.
Volgens Nigeriaanse diplomaten heeft Taylor tegen hen gezegd dat hij op 16 of 17 augustus naar Liberia hoopt te komen. De gezant van secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties in Liberia, Jacques Paul Klein, waarschuwde Taylor woensdag dat hij het risico loopt te worden gearresteerd als hij niet naar Nigeria gaat, dat hem asiel heeft aangeboden.
Klein riep de internationale gemeenschap op geld te schenken voor de Liberianen. Om een miljoen noodlijdende Liberianen tot het eind van het jaar van voedsel te voorzien is een bedrag van zestig miljoen euro nodig. Liberia is volgens Klein „de sleutel tot West-Afrika”: alle inspanningen die de Britten zich hebben getroost om vrede te brengen in Sierra Leone en alle Franse inspanningen voor vrede in Ivoorkust zouden tevergeefs zijn geweest als de situatie in Liberia niet wordt gestabiliseerd, aldus de diplomaat. Afgelopen november vroegen de VN ook al om geld voor Liberia. Van de gevraagde 42,7 miljoen werd toen nog geen kwart toegezegd.
Woensdag arriveerden ook zeven Amerikaanse mariniers in Liberia. De bevolking hoopt op meer. Ook de Verenigde Naties vinden dat de Verenigde Staten het voortouw moeten nemen in de vredesmacht, maar de Amerikaanse president George Bush houdt vol dat Taylor moet zijn vertrokken voor de VS meer soldaten sturen.
De Verenigde Staten hebben donderdag beloofd te voldoen aan een nieuwe oproep van de Verenigde Naties voor humanitaire hulp aan Liberia. „De Verenigde Staten zullen de komende dagen extra hulp geven aan Liberia in antwoord op die nieuwe oproep”, zei woordvoerder Philip Reeker van Buitenlandse Zaken.
De Verenigde Naties hadden de internationale gemeenschap woensdag 69 miljoen dollar gevraagd om het hoofd te bieden aan de humanitaire crisis waar 1 miljoen mensen in Liberia onder gebukt gaan.
Sinds oktober vorig jaar hebben de VS al bijna 24.000 ton voedselhulp ter waarde van 15,5 miljoen dollar aan Liberia gegeven.
In juli gaven ze nog eens 8,25 miljoen dollar aan het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de VN, de UNHCR, om vluchtelingen in Liberia en Ivoorkust te hulp te komen, zei Reeker. Daarbij komt nog de 320.000 dollar die Washington de VN heeft gegeven voor de coördinatie van humanitaire hulp en bescherming voor de ontheemden in Liberia.
Reeker voegde eraan toe dat een team deskundigen van het Amerikaans Bureau voor Internationale Ontwikkeling (USAID) woensdag in de Liberiaanse hoofdstad is aangekomen om de situatie te evalueren.