Topman van Hyundai pleegt zelfmoord
Chung Mong-hun, een topbestuurder van het Zuid-Koreaanse industrieconglomeraat Hyundai, die verwikkeld was in een schandaal over het ’kopen’ van een historische ontmoeting van de leiders van Noord- en Zuid-Korea in het jaar 2000, heeft vandaag zelfmoord gepleegd.
Een politiewoordvoerder zei dat de secretaresse van Chung haar baas dood op de grond voor het hoofdkantoor van Hyundai in het centrum van Seoul had gevonden. Klaarblijkelijk was Chung vier of vijf uur eerder uit het raam van zijn kantoor op de twaalfde verdieping van het gebouw gesprongen.
Chung werd ervan beschuldigd voor de regering van de toenmalige president Kim Dae-jung een bedrag van 100 miljoen dollar te hebben doorgesluisd naar Noord-Korea, waarmee de instemming van Pyongyang met een topontmoeting moest worden gekocht. Tegen hem liep een rechtszaak in verband met het verdonkeremanen van die transacties in de boeken van Hyundai. Hem hing een straf van drie jaar gevangenis boven het hoofd.
Chung was een zoon van Chung Ju-young, de overleden oprichter van het Hyundai-concern. Het conglomeraat, dat ooit het grootste was in Zuid-Korea, werd na de financiële crisis van 1997-1998 in drieën gesplitst: Hyundai Motor (auto’s), Hyundai Heavy Industries (scheepsbouw) en Hyundai Asan (overige). Chung stond aan het hoofd van deze derde poot, waaronder ook verschillende joint ventures met Noord-Korea vielen.
In tegenstelling tot de twee andere poten van het concern kampte die van Chung met grote financiële problemen; Chung hoopte dat de Noord-Koreaanse joint ventures uiteindelijk winst zouden opleveren en zijn bedrijf er weer bovenop zouden helpen.
Hyundai Asan is ten nauwste betrokken bij projecten om wegen en spoorwegen over de Koreaans-Koreaanse grens aan te leggen en de bouw van een groot industrieterrein in Kaesong, een stad net over de grens waar Noord-Korea een experiment in kapitalisme heeft gepland. Door hardnekkig wantrouwen tussen de twee Korea’s en de spanningen over de vermoede ontwikkeling van kernwapens door Noord-Korea schieten de projecten echter niet echt op.