Commentaar: Huiselijk geweld aanpakken
Komen huiselijk geweld en seksueel misbruik voor binnen orthodox-protestantse kring? Dat is zeker. Komen die vergrijpen meer voor dan bij andere groepen? Dat is de vraag. Daarvoor is nader onderzoek nodig.
Kennisinstituut Movisie deed onderzoek naar deze problematiek. Een belangrijke conclusie van de verkenning is dat er in orthodox-protestantse kring meer openheid nodig is om huiselijk geweld en seksueel misbruik bespreekbaar te maken. De geslotenheid van de christelijke groep en de neiging om de vuile was binnen de muren te houden, werken remmend. Gevolg is dat slachtoffers niet zo snel naar de hulpverlening gaan. Dat is een ernstige constatering die deze groep christenen zeer serieus moet nemen.
Dat het kwaad van geweld en van misbruik voorkomt binnen reformatorische gezinnen, zal niemand kunnen ontkennen. Alleen al de Bijbel leert dat ieder mens, ook christenen, geneigd zijn tot het kwaad. Tegelijk moet worden gezegd dat dit kwaad scherp en ernstig moet worden veroordeeld en met alle mogelijke middelen moet worden uitgeroeid. Als een onderzoek daaraan een bijdrage kan leveren, is dat beslist zinvol.
Anders dan sommige media suggereren, stelt onderzoeker Bakker in een toelichting dat met het voorstel om een nader onderzoek te doen, niet is gezegd dat huiselijk geweld en incest binnen de orthodox-protestantse kring inderdaad meer voor- komen dan bij andere groepen. Het kan dus, maar het hoeft nog niet zo te zijn. Dat moet nog blijken. De onderzoekers noemen immers ook factoren die de kans op misbruik in de gereformeerde gezindte verkleinen.
Eerder onderzoek van incestdeskundige Nel Draijer naar de vraag of gelovigheid de kans op seksueel misbruik versterkt, heeft aangetoond dat dit niet het geval is. Daarmee is niet beweerd dat met dat onderzoek het laatste woord hierover is gezegd.
Voor de grotere kans op misstanden noemt het Movisieonderzoek een aantal redenen. De geslotenheid van de cultuur die zou worden beheerst door angst voor uitsluiting bij kinderen en machtswellust bij gezagsdragers. Een verbod op echtscheiding en een strikte interpretatie van sommige Bijbelplaatsen zouden eveneens ”risicofactoren” zijn. Ook de gezinsgrootte zou bijdragen tot problemen, omdat de overbelaste ouders niet in staat zijn soepel op hun kinderen te reageren.
Ongetwijfeld komen uitwassen voor. Inderdaad worden sommige Bijbelplaatsen misbruikt. En er zullen ouders zijn die denken dat gezagsuitoefening en machtswellust identiek zijn.
Sommige media suggereren nu dat er sprake zou zijn van een pedonetwerk in de gereformeerde gezindte. Daar zijn op dit moment zeker geen aanwijzingen voor. Maar tegelijkertijd zijn de resultaten van de verkenning van Movisie dusdanig serieus dat niemand die mag ontkennen. Elk geval van geweld is er een te veel. Het strijdt met Gods gebod om kinderen in liefde op te voeden; het is schadelijk voor het kind. De in het rapport genoemde hulpverleningsinstanties moeten daarom de handschoen opnemen en, samen met kerken en scholen, dit zelfonderzoek aangaan – liefst onder leiding van een partij die boven elke verdenking verheven is.