„Wij-gevoel zorgt voor schonere Bijlmer”
AMSTERDAM – Stadsdeel Amsterdam-Zuidoost kreeg in 2011 de ZwerfAfvalPakprijs omdat bewoners en gemeente de wijk zo goed schoonhouden. „Juf” Gilma Laurence zet zich wekelijks urenlang in voor haar wijk.
„Juffrouw, kom je met mij dammen?” Een Antilliaanse jongen loopt het kantoor van het Boeninhuis binnen. „Even wachten schat, ik kom er zo aan!” Gilma Laurence uit de Amsterdamse wijk Venserpolder heeft geen moment rust. „Eigenlijk gaat het buurthuis pas vanaf vijf uur open, maar meestal komen de kinderen al veel eerder”, vertelt de jonge moeder.
Het stadsdeel waar ze woont staat ook wel bekend als de Bijlmer, maar in feite is de Bijlmer maar een van de wijken die samen Amsterdam-Zuidoost vormen, een stadsdeel met 85.000 inwoners. In een van die wijken, Venserpolder, organiseert Laurence allerlei buurtevenementen die moeten bijdragen aan een betere woonomgeving. „De kinderen kunnen van maandag tot vrijdag in het Boeninhuis terecht. Er zijn altijd vrijwilligers om ze op te vangen.”
Zelf is Laurence een dag in de week minder gaan werken om zich in te zetten voor de buurt. „Ik doe het graag want ik houd echt van de kinderen. Op woensdagmiddag koken we samen en we organiseren allerlei sportieve activiteiten. Maar het leven is geven en nemen, dus ze moeten er ook iets voor terugdoen.”
Een van die dingen is het schoonhouden van de wijk. Vandaag is het weer er niet naar, maar anders was Laurence zeker met hen op pad gegaan om afval te gaan prikken. „Dat doen we in principe elke woensdagmiddag. De kinderen vinden het niet leuk, maar van mij pikken ze het wel. Door samen zwerfafval op te ruimen, voelen ze zich meer verantwoordelijk voor de buurt. Dat zorgt ervoor dat ze minder snel zelf rommel maken en hopelijk ook hun ouders aanspreken.”
Een opgeruimde wijk is heel belangrijk, vindt Laurence. „Vuil trekt vuil aan, maar het werkt ook andersom. Hoe schoner het is, hoe meer waarde bewoners aan hun buurt hechten.”
Vervuiling van de openbare ruimte is een van de grootste ergernissen in Amsterdam, vertelt woordvoerder Marga Olijkan van stadsdeel Amsterdam-Zuidoost. „In de buurt van scholen heb je de zogenaamde snoeproutes, waar kinderen een spoor van afval achterlaten. Daarnaast is er hier een groot grofvuilprobleem. Er zijn veel mensen die hier kort wonen en dan weer wegtrekken. Verhuizingen zorgen sowieso voor veel grofvuil, en mensen die hier maar even wonen zijn er moeilijk voor te porren om zich in te zetten voor de buurt.”
Het stadsdeel doet van alles om de afvalproblemen op te lossen. „De mensen van de gemeentereiniging zijn elke dag actief. Ook zijn er meer dan honderd vrijwilligers die regelmatig de wijk ingaan om afval op te ruimen. Dat faciliteren we door prikkers en vuilniszakhouders beschikbaar te stellen.”
Een paar jaar geleden startte het stadsdeel een grootschalige campagne, met onder meer een speciale rap voor jongeren. „Dit is Amsterdam Bijlmer, hé, de plaats waar ik woon. Amsterdam-Zuidoost, we vinden schoon heel gewoon.”
De jury die in 2011 moest beoordelen welke gemeente de ZwerfAfvalPakprijs (ZAP) zou krijgen, was onder de indruk van alles wat er in Amsterdam-Zuidoost wordt georganiseerd. Het stadsdeel ontving 5000 euro om een speciaal ZAP-feest te organiseren. „En natuurlijk de eer”, lacht Olijkan.
„De prijs geeft ons een gevoel van trots. Het heeft ervoor gezorgd dat Amsterdam-Zuidoost landelijk positief in het nieuws kwam. Veel mensen hebben nog altijd het idee dat het hier gevaarlijk is, maar er is de afgelopen tien jaar enorm veel veranderd. Als ik hier rondloop, proef ik overal een gemoedelijke sfeer. Onbekenden groeten elkaar en mensen geven elkaar spontaan complimentjes.”
De afgelopen jaren zijn veel oude flats afgebroken. Ook dat heeft volgens Olijkan gezorgd voor een beter leefklimaat. „In hoogbouw is vaak veel anonimiteit en ontbreekt het wij-gevoel. Dan krijg je sneller dat mensen een bank gewoon van het balkon naar beneden gooien als ze hem niet meer hoeven.”
Olijkan vindt het mooi dat bewoners steeds vaker zelf met initiatieven komen. „Mensen zoals Gilma Laurence zijn goud waard. Ze weten veel anderen te mobiliseren om zich ook in te zetten voor de buurt. Dat hebben we hier nodig, dat mensen zich samen verantwoordelijk voelen voor hun wijk.”
Dit is het vijfde deel in een serie over gemeenten die een prijs hebben behaald.