„Want wat zou het de mens baten, zo hij de gehele wereld won en zijner ziele schade leed?”

De ziel van een mens, wie hij ook is, kan verlost worden. Ik dank God dat het Evangelie van Christus mij in staat stelt om deze blijde tijding vrij en onvoorwaardelijk aan eenieder die dit leest te verkondigen. Ik dank God dat ik, na de ernstige zaken die ik genoemd heb, nu mag eindigen met een boodschap van vrede.

Misschien klinkt deze verkondiging verbazend in de oren van sommige lezers. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit niets meer of minder is dan de stem van het eeuwige Evangelie. Ik schaam mij dan ook niet om het aan eenieder die oren heeft om te horen, bekend te maken. Vrijmoedig zeg ik dat er zaligheid in het Evangelie is voor de voornaamste van de zondaren. Met vertrouwen zeg ik dat de ziel van eenieder, wie hij ook is, gered kan worden!

Van nature zijn wij allen zondaren, gevallen, schuldig, verdorven en overdekt met zonde. Maar niettegenstaande dat de wereld hard is, dat God heilig is, dat wij van nature zondig zijn, heb ik voor eenieder de boodschap dat hij zalig kan worden. Iedereen kan zowel van zijn schuld als van de kracht en van de gevolgen van de zonde verlost worden. Hij kan ten slotte aan de rechterhand van God in eeuwige heerlijkheid gevonden worden.

J. C. Ryle, bisschop te Liverpool

(”Old Paths”, 1877)