Door ijs gezakte man: Ineens sta je tot je kin in het water
ZUTPHEN – Plotseling zakte Zutphenaar Iwan Reerink (39) vrijdag in De Weerribben door het ijs. „Levensgevaarlijk. Ineens sta je tot je kin in het water.”
Lekker toeren door De Weerribben, dacht de ervaren schaatser uit Zutphen. „De Weerribben is een geliefd schaatsgebied. Omdat de Blokzijler Merentocht was aangekondigd, dacht ik: Het zit met het ijs wel goed.”
Uit voorzorg neemt Reerink een schaatsveiligheidssetje mee. Daar zitten twee pinnen in, waarmee je je kunt vasthaken aan het ijs. Ook bevat het setje een 5 meter lang stuk touw met een plankje aan het uiteinde, dat je bijvoorbeeld naar een helper kunt toegooien.
Schaatssporen
Eenmaal in De Weerribben, een waterrijk rietgebied, zwiert Reerink een ruim uur op het ijs. Hij heeft gezelschap van een andere Zutphenaar, die hij toevallig ontmoet. „We volgden de schaatssporen op het ijs. Wel hadden we door dat er zwakke plekken in het ijs zaten.”
Plotseling gaat het mis. „Ineens stond ik tot mijn kin in het water. Levensgevaarlijk. Dat was absoluut schrikken. In een paar seconden ben je afgekoeld. Ik dacht niet: „Dit gaat helemaal verkeerd”, maar ontdekte wel dat je heel snel ijskoud bent.”
De laag sneeuw op het ijs was verraderlijk, vertelt Reerink. „We konden daardoor niet goed zien waar maar een dun laagje ijs lag.”
Met behulp van zijn schaatsmakker kan Reerink „relatief makkelijk” uit het wak komen. „Het ijs rond het wak was stevig.”
Ze haasten zich naar een pannekoekenrestaurant, zo’n 7 kilometer verderop, waar de Zutphenaar zich kan omkleden en zich kan warmen. „Als je in beweging blijft, gaat het nog wel. Sta je stil, dan word je snel koud.”
Voor Reerink was het hachelijke avontuur „leerzaam.” „Als je door het ijs zakt, ben je onvoorzichtig. Dat is klip-en-klaar. Het gebeurt je eerder dat verwacht. Als je in een kanaal door het ijs zakt, weet je je geen raad. Voortaan wacht ik wat langer voordat ik het ijs opga.”
Afgelopen weekend bond de Zutphense schaatsliefhebber de ijzers opnieuw onder, maar ditmaal in veiliger gebied. „Waar het maar 50 centimeter diep is.”
De KNRM bereidt zich, samen met de brandweer, voor op de redding van mensen die op grotere wateroppervlakten door het ijs zakken. Afgelopen zaterdag was er een ijsreddingsoefening op de Gouwzee bij Marken. De KNRM beschikt over speciale apparatuur om drenkelingen uit het ijskoude water te kunnen halen, legt woordvoerder Kees Brinkman uit. „Denk aan lange lijnen, lange stokken, drijvende brancards, die ook als slee kunnen worden gebruikt maar die je ook in een wak onder het slachtoffer kan schuiven.”
Belangrijk zijn ook isolatiedekens waarmee onderkoelde drenkelingen worden ‘verwarmd’. „Het is van belang om romp en hoofd apart in te wikkelen. Die lichaamsdelen hebben de meeste warmte nodig. Ledematen moet je niet te snel opwarmen, want daarmee onttrek je warmte aan het hart. Dat kan leiden tot hartfalen.”
Paniek
Schieten mensen onder het ijs, dan is de vuistregel dat ze moeten zoeken naar een afwijkende kleur om weer boven te komen. In paniek en bittere kou zal dat niet meevallen. „Ik moet de eerste nog tegenkomen die kalm op zoek ging naar een opening. Als de temperatuur zo snel daalt, mis je al gauw de kracht om onder het ijs vandaan te komen.” Ook voor mensen die op ijsvlaktes bijvoorbeeld een been breken, staat de KNRM klaar. „Voor hulpdiensten met zware voertuigen kan het lastig zijn het ijs op te gaan.” Bij reddingsacties op het ijs is het van belang nieuwsgierig publiek op afstand te houden. „We moeten voorkomen dat er op een zwak stuk ineens vijftig man door het ijs gaat.”