Bij het hek van de Juliana van Stolbergschool staan moeders met fietsen te wachten. Even verderop duwt een oudere vrouw een volgeladen boodschappenkar in de richting van haar auto. Een man loopt op zijn gemak de bakkerswinkel in.

Het centrum van Kapelle is op een doordeweekse dag het toonbeeld van burgerlijke bedrijvigheid. Vorig jaar april werd het Zeeuwse dorp uitgeroepen tot Gemeente van het Jaar in een onlineverkiezing waarin meer dan 36.500 burgers hun woonplaats beoordeelden. Kapelle stak met kop en schouders boven de rest van de deelnemende gemeenten uit. In acht van de tien categorieën haalde de gemeente de eerste plaats.

Wethouder L. F. Kosten (SGP) van Kapelle plaatst wel een kritische kanttekening bij de prijs. „Het is leuk om als winnaar uit de bus te komen, maar je moet wel bedenken dat de uitslag is gebaseerd op enquêtes onder de inwoners. We hebben als gemeente onze burgers zelf opgeroepen om hun waardering over het dorp uit te spreken.”

Om mee te dingen naar de titel moesten ten minste honderd mensen het formulier volledig ingevuld hebben. Kapelle voldeed met 110 mensen net aan die voorwaarde. „Uiteindelijk hebben we het dus over de mening van 110 van de 25.000 inwoners. Wetenschappelijk is daar wel iets op af te dingen.”

Toch is Kosten blij met de onderscheiding. „We kunnen de titel het hele jaar benutten. Makelaars gebruiken het bijvoorbeeld in hun advertenties: Kom wonen in de Gemeente van het Jaar 2011. Of dat echt effect heeft, is moeilijk te meten. Feit is wel dat de handel in huizen heel goed loopt in Kapelle. Het is alleen moeilijk te zeggen of dat komt door het predicaat Gemeente van het Jaar of omdat mensen gewoon graag in Kapelle willen wonen omdat het een fijne woonplaats is.”

Volgens Kosten is de gemeente vooral aantrekkelijk door de vele voorzieningen en de relatief lage belastingen die ertegenover staan. „De gemeente is financieel heel gezond”, stelt hij. „We hebben nog niets hoeven bezuinigen, terwijl veel gemeenten daar de laatste jaren mee te maken hebben gekregen.”

Dat heeft ook te maken met de bevolkingsopbouw van de gemeente, aldus de wethouder. „Het grootste deel van de inwoners van Kapelle behoort tot de bovenlaag van de samenleving. Van de 12.500 inwoners zitten hier slechts 45 mensen deels of geheel in de bijstand. Veel mensen die in Goes werken, komen hier wonen vanwege de ruimte en de voorzieningen. Kapelle is het Wassenaar van Zeeland, zou je kunnen zeggen.”

Cees van Vliet is tien jaar geleden met zijn gezin in het dorp komen wonen. „Aan de titel Gemeente van het Jaar 2011 hecht ik niet zo veel waarde”, zegt hij. „Het is maar net hoe je dat meet.” Hij vindt zijn dorp wel een ideale gemeente om te wonen. „Alles is hier dichtbij: de school, de kerk, de treinverbinding met de rest van Nederland. Alleen een goede kwaliteitsslager, die heb je hier niet. Dat is natuurlijk maar een klein minpuntje, maar daar verbaas ik me wel eens over.”

Het mooiste van Kapelle vindt Van Vliet de boomgaarden. „Er was eerst sprake van dat ze binnen de bebouwde kom weg moesten om plaats te maken voor bebouwing.” Hij is blij dat die plannen door de economische crisis niet door zijn gegaan. „In het voorjaar kan ik er echt van genieten om door de boomgaarden te fietsen. Je bent dan één met de fruitbomen. Kapelle wordt niet voor niets de bloesem van Zeeland genoemd.”

„Het is hier natuurlijk geen paradijs”, zegt Kosten. „Je komt ook in Kapelle dingen tegen als alcoholmisbruik en drugsgebruik. Het gebeurt alleen wel op minder grote schaal dan in andere plaatsen.”

De meeste inwoners van Kapelle vinden het terecht dat hun dorp is uitgeroepen tot gemeente van 2011. Op straat zijn er dan ook weinig mensen te vinden die iets kunnen noemen wat beter zou kunnen.

„Kapelle is gewoon een leuk dorp”, zegt de eigenaresse van een stoffenwinkel. „Ik kom zelf uit Hansweert, een dorpje 8 kilometer hiervandaan, maar ik zou hier best willen wonen.”

Twee meisjes die op het paadje van school in de richting van de nieuwbouwwijk lopen, weten ook niet zo snel iets te bedenken wat beter zou kunnen in Kapelle. Dan schiet een van hen toch nog iets te binnen. „Ik zou het wel leuk vinden als er wat meer mensen paarden hadden.”

Dit is het tweede deel in een serie over gemeenten die een prijs hebben behaald.