Dat bevestigde decaan Wiljan van den Akker woensdagmorgen desgevraagd.

Het programma theologie binnen de opleiding religiewetenschap en theologie blijft bestaan tot 1 januari 2014. In Utrecht blijft op het gebied van religiestudies alleen de opleiding religiewetenschappen over.

„Hoe pijnlijk we deze beslissingen ook vinden, de achtergrond ervan is duidelijk: het is kwalitatief en financieel niet langer verantwoord om opleidingen in de lucht te houden waarvoor zich aantoonbaar weinig tot zeer weinig studenten aanmelden”, aldus Van den Akker.

Een forse aderlating voor de universiteit was het vertrek van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) uit Utrecht. Het aantal studenten loopt daardoor terug, verklaart de decaan. De PThU concentreerde haar opleidingen in Amsterdam en Groningen.

Dat Utrecht toentertijd niet als opleidingsplaats uit de bus is gerold, valt de universiteit niet te verwijten, meent Van den Akker. „Wij hebben, voordat het besluit genomen werd, uitvoerig met vertegenwoordigers van de PThU gesproken. Daarbij is duidelijk gemaakt wat ze van ons in Utrecht kunnen verwachten.”

Het leek er in eerste instantie op dat de PThU voor Utrecht ging, vervolgt Van den Akker. De decaan kreeg op een dinsdagmiddag een telefoontje waarin werd gezegd dat de PThU er nog niet helemaal uit was, maar dat Utrecht in ieder geval geselecteerd was. Nog geen 24 uur later kreeg hij opnieuw bericht: „Er werd ons medegedeeld dat geen van beide opleidingsplaatsen Utrecht zou worden.”

Dit besluit riep in de domstad de nodige vragen op. „We hebben nooit vernomen wat er aan deze plotselinge koerswijziging ten grondslag ligt.” Op 20 april neemt de PThU officieel afscheid van Utrecht.

Het afstoten van de opleidingen is overigens ook het gevolg van het beleid van staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs), verklaart de decaan. De staatssecretaris wil dat universiteiten zich gaan profileren. Ze moeten zich specialiseren in studies waar ze goed in zijn. Zo ontstaat volgens Zijlstra een duidelijker onderscheid tussen de onderwijsinstellingen.

Voetius

Onder het docentenkorps heerst grote verslagenheid, weet Van den Akker. Vorige week informeerde hij het personeel. „Een totale verrassing was het niet. Velen hadden al bange vermoedens dat het deze kant op zou gaan.”

Of er ook banen verloren gaan, kan de decaan nog niet zeggen. „Wij gaan meer investeren in religiewetenschap. Daarvoor hebben we ook personeel nodig. De details daarvan zijn echter nog niet bekend.”

Veel hervormd-gereformeerde predikanten hebben in Utrecht gestudeerd. Een van hen, ds. H. J. Lam, typeert het nieuws van de sluiting als een „onaangename verrassing.” De voorzitter van de Gereformeerde Bond bewaart goede herinneringen aan zijn studententijd.

Het gaat de alumnus aan het hart dat de universiteit theologie nu de rug toekeert. „De tijden van Voetius laat men in Utrecht nu echt achter zich.”

Tegelijkertijd moet ik nuchter zijn, corrigeert de Ridderkerkse predikant zichzelf. „Het is een feit dat er steeds minder mensen theologie studeren. Dan is het een wetmatigheid dat vroeg of laat opleidingen de deuren moeten sluiten.”