Economie

Wit wolkenriddertje op zwart zaad

De Nederlandse vliegtuigbouwer Euro-Enear bungelt boven de afgrond. Het witte wolkenriddertje uit Den Helder zit op zwart zaad. Een veelbelovend initiatief crasht waarschijnlijk voortijdig door geruzie en gebrek aan geld. Een faillissement dreigt.

10 January 2002 12:27Gewijzigd op 13 November 2020 23:21

In juli 1997 vierde Den Helder een feestje. De kurken knalden van de champagneflessen. Twee maanden nadat de laatste Fokker 50 uit de hangar op Schiphol-Oost was gerold, maakte Euro-Enaer bekend in het topje van Noord-Holland vliegtuigen te gaan bouwen. Toestellen van Hollandse bodem.

Nee, het tweepersoons-propellervliegtuigje kan zich met een lengte van 7,05 meter en een spanwijdte van amper 8,70 meter bij lange na niet meten met de luchtreuzen van Fokker. Maar toch. Nederland zou weer een vliegtuigbouwertje rijk zijn.

Het toestel komt oorspronkelijk uit Chili. Initiatiefnemer Jan van Toorn heeft het kunststof vliegtuigje -„’n Tupperware-toestel”, schamperen concurrenten- naar Nederland gehaald. Ingenieurs van de TU Delft zouden de vliegmachine aanpassen aan de strenge internationale luchtvaarteisen, waarna de Amerikaanse motor en de Chileense romp in Nederland zouden worden geassembleerd.

Er leek geen vuiltje aan de lucht. Op de markt voor kleine lesvliegtuigjes en surveillancetoestellen is genoeg ruimte voor een nieuwe speler. Per jaar verwachtte Euro-Enaer zo’n dertig eenmotorige toestellen de startbaan op te kunnen sturen.

De Eaglet (adelaartje) zou de strijd moeten aanbinden met Cessna en Piper, dominante spelers op de markt voor de kleine luchtvaart. Met een meer dan redelijke kans op succes. Vergeleken met de klinknagelkisten van Cessna en Piper betekenen de vezelversterkte kunststof toestellen van Euro-Enaer een kleine revolutie. Superglad, oersterk, onderhoudsvrij.

De vliegtuigbouwer heeft echter een groot probleem. De Eaglet wil maar niet van de grond komen. Vier jaar na de start is er nog geen toestel uit de Helderse hangar gerold. Het certificeringstraject heeft veel meer tijd in beslag genomen dan verwacht.

„We zijn te optimistisch geweest”, erkent Ernst Kip, aandeelhouder en oud-wethouder Economische Zaken in Den Helder. „Ik steek de hand ook in eigen boezem. We hadden als aandeelhouders eerder aan de bel moeten trekken.”

Aandeelhouder Jan van Toorn ziet met gekromde tenen de onderneming naar de afgrond glijden. Acht jaar geleden heeft hij zijn eigen vliegtuigonderhoudbedrijf op luchthaven Lelystad verkocht om zich volledig te storten op de ontwikkeling van de Eaglet. Twee jaar geleden is hij met ruzie vertrokken. „Er werd een sfeer gecreëerd waarin ik niet kan werken zonder gierende hartkleppen op te lopen.”

Volgens Van Toorn is Euro-Enaer „beslist niet” commercieel genoeg. Bovendien zouden de ingenieurs van de TU Delft alleen maar ontwerpen om het ontwerpen. Omdat ze geen deadlines kregen opgelegd, liep de ontwikkeling ernstige vertraging op.

Bovendien zit de onderneming in geldnood. Investeerders staan momenteel niet te trappelen om veel geld te steken in een luchtvaartbedrijf. Enerzijds omdat velen geld op de beurs hebben verloren, anderzijds omdat de luchtvaartsector na 11 september in een verdachte hoek zit.

Euro-Enaer kampt nu met acute geldnood. In oktober heeft het bedrijfje voorlopige surseance van betaling aangevraagd. Vandaag velt de rechtbank in Alkmaar een oordeel over een aanvraag voor een definitieve surseance. De vraag is of de rechter-commissaris voldoende perspectieven ziet om de onderneming niet om te laten vallen.

Onder aanvoering van Kip zoeken enkele aandeelhouders financiers voor een reddingsplan. Daarvoor heeft hij minimaal 4 miljoen euro nodig. Het geld is er nog niet en de tijd dringt. Maar Kip blijft optimistisch. „Er zijn genoeg luchtvaartbedrijven op deze wereld die interesse hebben in dit prachtige product.”

De oud-wethouder reageert luchtig op de miljoenen die nodig zijn. „De certificering van zo’n vliegtuigje kost minimaal 15 miljoen dollar. Dan hebben wij het allemaal nog niet slecht gedaan.”

De redding van het noodlijdende bedrijf wordt bemoeilijkt door een verschil van mening onder de aandeelhouders. „Ik word als aandeelhouder totaal niet meer geïnformeerd”, zegt Jan van Toorn, man van het eerste uur.

Zakenman Peter Langendijk, betrokken bij de doorstart van Air Holland, heeft Euro-Enaer onlangs van de ondergang gered door er geld in te pompen. Langendijk wil best meer doen, maar niet voordat hij een meerderheidsaandeel van 51 procent krijgt.

Jan van Toorn wijst het plan van Langendijk huiverig van de hand. „Wat wil die meneer? Wie zegt mij dat Langendijk niet alleen de gecertificeerde ontwerpafdeling en het typecertificaat wil overnemen? Die zijn geld waard. De rest van het bedrijf bestaat uit schulden.”

Kip is het oneens met Van Toorn. „Als we Langendijk afwijzen, gaat de boel failliet en maakt hij alsnog een doorstart. Op dat moment zit hij voor een dubbeltje op de eerste rij. Maar dan wel zonder dat wij erbij zitten. Dan zijn we alles kwijt. Als je Langendijk een kans geeft, blijf je er tenminste bij betrokken.”

Initiatiefnemer en aandeelhouder Jan van Toorn lijkt de hoop te hebben opgegeven. Hij verwacht niet dat er ooit nog toestellen in Den Helder zullen worden gebouwd. Oud-wethouder annex aandeelhouder Kip blijft voorzichtig geloven in de Eaglet. „De kans is fiftyfifty dat het lukt. Het product is te mooi om verloren te gaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer