Commentaar: De morele doolhof van internet
Als het over internet gaat, blijkt keer op keer hoe lastig het is om daar goed onderbouwde meningen over te geven. Dat kan op diverse manieren ontsporen: Twitter is fout, want je kunt er geen genuanceerde berichten mee verspreiden. Of: dat Google veel van je weet, is alleen erg als je kennelijk iets te verbergen hebt. Maar de wereld is niet zo zwart-wit.
In elk geval is het winst dat de ethische discussie niet alleen maar gaat over foute sites. Een hete aardappel is de kwestie van de auteursrechten. Twee weken geleden laaide dat vuurtje weer op: een Haagse rechter sprak uit dat twee grote internetproviders de toegang tot The Pirate Bay moeten blokkeren voor hun klanten. The Pirate Bay is, zonder overdrijven, de grootste zwarte markt ter wereld voor films, spelletjes en software. Strikt genomen liggen die computerbestanden daar niet op de plank maar vertellen gebruikers elkaar wat ze hebben en zorgt The Pirate Bay ervoor dat ze dat gemakkelijk met elkaar kunnen delen.
Dat laatste is geen detail, want juist daarom is het lastig om The Pirate Bay juridisch aan te pakken. Intussen zien de rechtmatige eigenaars van de software en de films met lede ogen aan hoe miljoenen bestanden uitgewisseld worden zonder dat ze ook maar één cent ervan opstrijken.
De twee providers verzetten zich uiteraard tegen het Haagse vonnis. Ze zeggen dat ze slechts tussenpersonen zijn en vrezen dat de vrije toegang tot internet aan banden wordt gelegd. Gisteren kregen ook drie andere providers het verzoek de toegang tot The Pirate Bay te blokkeren. Terzijde: het is interessant of dit vonnis soelaas biedt in de discussie rond netneutraliteit en Kliksafe, nu de rechter kennelijk vindt dat providers geen passief doorgeefluik zijn.
Vanaf enige afstand bezien, is het touwtrekken rond The Pirate Bay een vreemd gevecht. Juridisch mag het dan een slangenkuil zijn, maar iedereen voelt op z’n klompen aan dat de activiteiten van The Pirate Bay neerkomen op assisteren bij diefstal. Dat geldt ook voor Megaupload, een site die vorige week door de FBI uit de lucht is gehaald. De techniek is er anders, maar het effect is hetzelfde: kijken naar films, luisteren naar muziek, dure programma’s en spellen downloaden zonder ervoor te betalen.
De Britse krant The Guardian sprak vorige week over een onontkoombaar moreel doolhof. Het lijkt er inderdaad op dat sommigen hier de weg kwijt zijn. De PVV sprak schande van het Haagse verbod en eist internetvrijheid. Wikipedia ging een dag op zwart en Google, Twitter en Yahoo! protesteren omdat de Amerikaanse overheid de rechten van de muziekindustrie en softwaremakers wil beschermen.
Het is logisch dat de wetgeving rond een jong en ingewikkeld medium als internet nog niet is uitgekristalliseerd. Datzelfde geldt voor het businessmodel rond mp3’s en films. Verwarrend is hier ook dat de wet het downloaden van muziek en films voor eigen gebruik niet verbiedt. Maar bij zulk massaal gebruik –Megaupload had 50 miljoen bezoekers per dag– gaat het niet meer om een enkel thuiskopietje. Hier ligt een schone taak voor scholen bij het vak media-educatie: net als bij de bakker moet je gewoon betalen als je wat wilt beluisteren of bekijken.