Kerk & religie

„Laten GKV jaren 60 en 70 onderzoeken”

LEEUWARDEN – De gereformeerd vrijgemaakte wereld als geheel zou er goed aan doen een ”waarheidscommissie” in te stellen om het „geweld” van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw in kaart te brengen en zo „schoon schip te maken.”

Kerkredactie
24 January 2012 11:44Gewijzigd op 14 November 2020 18:52
Berkelaar. Foto RD
Berkelaar. Foto RD

Dat vindt Wim Berkelaar, verbonden aan het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij schrijft dat in zijn column op de site www.protestant.nl.

Berkelaar gaat in op een discussie die de afgelopen weken in dagblad Trouw werd gevoerd over religieus geweld. Aanleiding vormde een lezing van Erica Meijers, in het dagelijks leven hoofdredacteur van het GroenLinkstijdschrift De Helling, op 18 november vorig jaar op een symposium over de islam.

Volgens Berkelaar zijn de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) sedert enige tijd een betrekkelijk vreedzaam kerkgenootschap, maar is men decennialang verscheurd door religieus geweld. „Geweld? Er zijn toch geen doden bij gevallen, zoals bij de talloze islamitische aanslagen? Dat is waar, maar gewetensdwang en karaktermoord waren in deze kring lange tijd aan de orde van de dag. En dat is ook geweld.”

Hij gaat met name in op de rol van de onlangs overleden Kamper prof. Jaap Kamphuis (1921-2011). Diens benoeming tot hoogleraar was zuiver politiek, meent Berkelaar, zelf opgegroeid in de Gereformeerde Kerken in Nederland. „Kamphuis had zich als predikant doen kennen als een geharnast verdediger van de leer dat de vrijgemaakt-gereformeerde kerk de ”ware kerk” was. De ware misdaad van Kamphuis was dat hij gewetensdwang begon te beoefenen en anderen, die twijfelden aan de gedachte van de ”ware kerk” week in, week uit de maat nam in het weekblad De Reformatie.”

Kamphuis, zo vervolgt de VU-historicus, stierf op 13 december 2011 „zonder dat ooit een woord van excuus over zijn lippen kwam over het religieuze geweld dat hij in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw uitoefende.” En in het –van oorsprong vrijgemaakte– Nederlands Dagblad stond, aldus Berkelaar, „een braaf in memoriam waarin het religieuze geweld van Kamphuis met de mantel der liefde werd bedekt.” Het werd geschreven door prof. dr. J. Douma, emeritus hoogleraar ethiek van de vrijgemaakte universiteit aan de Broederweg. „In plaats van een bewierokende herdenking van zijn collega Kamphuis te schrijven, had Douma er beter aan gedaan zich eens kritisch te buigen over de vrijgemaakte erfenis.”

Berkelaar: „Beter dan een vinger te blijven opheffen tegen de huidige opiniemakers in de gereformeerd-vrijgemaakte wereld, kan hij zich bezinnen op het vrijgemaakte verleden vol van psychisch geweld, karaktermoord en gewetensdwang, waarin zijn collega Kamphuis zo’n dubieuze rol speelde. De vrijgemaakt-gereformeerde wereld als geheel zou er goed aan doen een ”waarheidscommissie” in te stellen om het geweld van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw in kaart te brengen en zo schoon schip te maken.”

Overigens gingen er binnen de GKV al eerder stemmen op om schuldbelijdenis te doen over de breuk van 1967, waaruit de Nederlands Gereformeerde Kerken ontstonden. Zo schreef dr. J. Douma in januari 2003 een brief waarin hij hiertoe opriep.


Berkelaar: Steen in de vijver

In een toelichting verklaarde Wim Berkelaar dinsdagmorgen desgevraagd dat zijn column op protestant.nl bedoeld is om is te prikkelen, maar dat het wel degelijk ook een serieuze oproep is. „Bij een waarheidscommissie is er altijd de eerste gedachte aan de Zuid-Afrikaanse waarheidscommissie, die onderzoek deed naar de apartheidspolitiek. Ik zeg: Waarom zou je niet enkele vertegenwoordigers uit zowel de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt als de Nederlands Gereformeerde Kerken samenbrengen en eens open met elkaar bespreken: Hoe heeft het toen zó mis kunnen gaan? Eind jaren zestig ontstond er een onverkwikkelijke strijd, ook aan de Theologische Hogeschool in Kampen, die in 1967 leidde tot de kerkscheuring.”

In zijn column is de historicus van het HDC bijzonder scherp over de rol van prof. Kamphuis. Toch meent hij dat het moet en kan. „Elk mens is een optelsom van zijn daden.” Hij vindt dat het eerlijker en beter is dat dingen benoemd worden. „Wat ik doe, is nu een steen in de vijver gooien. En hopen dat anderen het idee van een waarheidscommissie oppakken. Eerlijk gezegd denk ik dat velen wat ik zeg en schrijf ook dénken, en dezelfde mening zijn toegedaan, maar het niet hardop durven zeggen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer