Onderwijs & opvoeding

Efraïm Genootschap verscheurt gezinnen

Foto’s van vrouw en dochter staan op de tafel. Of hij hen mist? „Ben je gek”, zegt hij, in een poging een grapje te maken. Janus Schildmeijer uit Woerdense Verlaat voert samen met zijn zoon Juriaan (19) een wanhopige strijd om zijn missende familieleden uit de klauwen van het Efraïm Genootschap te halen.

Jacomijn Hoekman
21 January 2012 11:05Gewijzigd op 14 November 2020 18:49
Juriaan (oudste zoon) en Janus (vader) Schildmeijer. Foto Patrick Post
Juriaan (oudste zoon) en Janus (vader) Schildmeijer. Foto Patrick Post

De familie is kapot gegaan aan het Efraïm Genootschap van sekteleider Heinrich van Geene.

Schildmeijers gezin raakt in 1999 via een kennis in de Gereformeerde Kerk betrokken bij de sekte, die zich ook wel ”de bruid van Christus” noemt. Eerst beperken de activiteiten zich tot zingen, bidden en Bijbellezen. Later komt het gezin, Janus, Akkelien, Alicia (21), Juriaan (19), Daniël (15) en William (14), met een groep andere volgelingen elke zaterdag en zondag samen in Heinenoord. Zaterdag, omdat de groep de joodse sabbatdag in ere houdt. En zondag? Schildmeijer weet het niet. „Waarschijnlijk om ons geen tijd te geven voor andere dingen”, zegt zijn oudste zoon, die ook bij het gesprek aanwezig is. „Van Geene vond alles verkeerd wat niet met het genootschap te maken had.”

Alles draait om de toekomstige hemelopname. Jongeren mogen geen verkering aangaan: dat is niet nodig, want de groep is toch nog maar korte tijd op aarde. Naar school gaan mag wel, maar vrienden maken niet. Ook niet met christenen, „want een vriend van de wereld is een vijand van God”, aldus Van Geene. In 1999 krijgt een van de groepsleden borstkanker, maar behandeling is niet gewenst, want het einde der tijden is nabij. Schildmeijer: „Hij zei: „Wie niet ALLES –met dikke koeienletters– achter zich laat, kan Mijn discipel niet zijn.” De vrouw overlijdt in 2004.

Toch blijft het echtpaar Schildmeijer zich inspannen voor het genootschap. „Hij wist zich overal uit te kletsen.” De betrokkenheid wordt zelfs steeds intensiever. Vaak komt Heinrich van Geene bij hen thuis. Hij heeft met name veel op met Schildmeijers vrouw. „Ze waren heel close; hij vertelde haar alles. „Jij bent te vertrouwen”, zei hij vaak tegen haar. „Van de anderen weet ik dat niet zeker.” Mijn vrouw praatte nooit over wat hij met haar besprak.”

Twijfel

Schildmeijer blijft achter het genootschap staan, tot hij hoort dat de groep plannen heeft om naar Israël te vertrekken. Wat moet hij in Israël doen? „Ik had er ruzie over met mijn vrouw. Dan zei ik: Hoe lang gaan we hier nog mee door? Misschien duurt de hemelopname nog tien, nog twintig of nog veertig jaar.”

Nu hij uit de sekte is gestapt, vindt Schildmeijer de leugens van Van Geene erg doorzichtig. „Hij had altijd openbaringen, hè Jur? God liet hem bijvoorbeeld zien dat de bruid van Christus in 2001 opgenomen zou worden. Verschillende mensen hadden hun huizen verkocht en hun spaargeld geïnvesteerd in het genootschap. Toen er niets gebeurde, openbaarde God hem dat dit was om onze ongehoorzaamheid. Net als bij het volk Israël, dat veertig jaar extra in de woestijn moest rondzwerven.”

Schildmeijer begrijpt niet dat hij het allemaal geslikt heeft. „Het is een mannetje van niks.” Juriaan: „Maar hij doet alsof hij de hele wereld aankan.”

Juriaan twijfelde anderhalf jaar geleden al aan de juistheid van Van Geenes beweringen. Een ruzie binnen het genootschap, waarvan hij de schuld kreeg, was daar de oorzaak van. Toch zag hij ertegen op om de knoop door te hakken en eruit te stappen. „Er is veel bangmakerij. Dat hield me tegen om weg te gaan.” Schildmeijer: „Hoe vaak zei hij niet: Als je niet bij de bruid wilt blijven kies je voor de eeuwige duisternis. Ik zei wel eens tegen Akkelien, mijn vrouw: Ik wil niet dat hij die stukken voorleest waar de jongens bij zijn. Als je de profeet niet hielp, zou je naar de eeuwige duisternis gaan.”

Verschillende keren zijn er mensen uit het genootschap weggezonden, die alles opgegeven hadden om erbij te kunnen horen – tot man en kinderen toe. Juriaan: „Hij zei dat ze niet goed genoeg waren. Maar dat was meestal een smoes. Van Geene voelde als geen ander aan wanneer mensen aan het twijfelen waren.”

Eén keer heeft Schildmeijer zelf ook bijna de sekte verlaten. Dat was kort nadat Juriaan gezegd had niet meer mee te willen. Schildmeijer stond te praten met Van Geene en een ander lid. Waarover weet Schildmeijer niet meer precies. Maar plots zegt Van Geene: „Er moet gewerkt worden.” Schildmeijer „Ik werk me al tien jaar het schompes.” Van Geene: „Jij? Ik heb nog nooit zo’n lui mens gezien als jij.”

Schildmeijer houdt de groep een aantal weken voor gezien. „Maar later werd ik geprezen en opgehemeld en ben ik toch weer naar de samenkomsten gegaan. Ik zei zelfs tegen Jur: „Ga ook weer eens mee, jongen. Dat is goed voor je.””

Juriaan: „Maar goed dat ik dat niet gedaan heb, hè.” Schildmeijer knikt bevestigend. „Als je er simpel over nadenkt, kan het allemaal ook helemaal niet. Als alleen de bruid van Christus met Hem mag regeren, hoe zit dat dan met bijvoorbeeld gehandicapten, die zich niet bij het genootschap kunnen aanmelden? Jezus zegt toch: „Zalig zijn de armen van geest.” Zo bezien hebben zij nog veel meer kans om in de hemel terecht te komen dan wij.”

Vertrek

Eind 2011 verlaat Schildmeijer definitief het genootschap. De scheuring doorklieft zijn gezin. Zijn vrouw, dochter en twee jongste zoons vertrekken naar Israël. Alleen zijn oudste zoon Juriaan blijft bij hem.

De 19-jarige doet van tevoren zijn uiterste best het vertrek tegen te houden. Hij luistert gesprekken tussen Van Geene en zijn moeder af met een voicerecorder, in de hoop Van Geene op iets illegaals te betrappen. Tevergeefs. Hij neemt zelfs contact op met de kinderbescherming, om hen in te lichten over het naderende vertrek van de jongens. Niets baat.

Op 29 november komen de jongens niet naar school: ze zijn verdwenen. Wanhopig probeert Juriaan contact met hen te houden via MSN en e-mail. Dat lukt, hoewel de jongens erg voorzichtig zijn om niet betrapt te worden. Juriaan: „Twijfelen aan het genootschap heeft grote gevolgen. Dat accepteert hij niet.”

Op vrijdag 6 januari besluit Daniël samen met een vriendin weg te gaan. Broer William sluit zich de zaterdag erop bij hen aan. Maandag 9 januari vertrekken ze. Met een taxi gaan ze naar het Nederlands informatiekantoor in Jeruzalem, een onderdeel van de Nederlandse ambassade. Nog geen uur nadat ze vertrokken zijn, beginnen de sekteleden van zich te laten horen. Vooral William is de dupe. Juriaan: „Hij was de jongste van de drie, en daardoor het meest beïnvloedbaar, dachten ze waarschijnlijk. Ze stuurden sms’jes naar hem als: ”Wil je ons even bellen als je alleen bent?” En: ”We weten dat alleen jij te vertrouwen bent. We houden van je.”

Dinsdagmorgen om halfzes Nederlandse tijd vliegen de drie met tickets van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken terug naar het vaderland. De achtergebleven Schildmeijers zijn ontzettend blij dat de jongens weer terug zijn. Al is het er nu niet makkelijk op geworden, geeft Schildmeijer toe. „Ze moeten wel verzorgd worden. Normaal gesproken deed mijn vrouw het grootste deel van het huishouden, maar ja…”

Heftiger: „Je moet vergeven en vergeten, maar dat is zo moeilijk als ik denk aan alle ellende die er over mijn gezin uitgestort is. Mijn vrouw en dochter gaan daar kapot. Zou er nou niemand zijn die kan zeggen: En nu is het afgelopen, we gaan die mensen terughalen?”

De Schildmeijers hebben zelf geen idee hoe ze Van Geene kunnen ontmaskeren. Juriaan: „In België is manipulatie als dit strafbaar, maar hier niet.” Schildmeijer: „Hij lijkt bang te zijn voor media. Daarom zoeken we zo veel mogelijk publiciteit. We hopen dat die wat losmaakt.”

Onzekerheid

Schildmeijer mist zijn vrouw en kind nog elke dag. Vooral de onzekerheid over de toekomst houdt hem wakker. „De eerste paar weken na hun vertrek werd ik elke nacht rond twee uur wakker en sliep ik niet meer. Ik lag maar te prakkiseren.”

Veel hoop op hereniging van zijn gezin heeft hij niet. Er is op dit moment geen enkel contact met zijn vrouw en dochter: dat verbiedt Van Geene. En uit zichzelf zullen ze nooit uit het genootschap stappen, dat weet hij zeker. „Maar misschien gaat het genootschap in de toekomst kapot? Er zijn nog maar tien mensen over.”

Of ze nog wel eens bang zijn dat ze de verkeerde beslissing genomen hebben? Dat ze met het verlaten van de bruid tóch voor de eeuwige duisternis gekozen hebben?

Juriaan schudt gedecideerd zijn hoofd. „Niet meer. Het eerste halfjaar werd ik heen en weer geslingerd tussen het is niet waar, het is wel waar. Maar hoe langer je van de bruid weg bent, hoe meer de twijfel afneemt.”

Schildmeijer is voorzichtiger met zijn uitspraken. Hij weet dat de sekte fout was, maar het blijft verwarrend. „Ik kan eigenlijk niet goed zeggen wat ik voel en denk. Ik heb over alles twijfels. Er worden toch ook goede dingen gezegd bij de bruid, Gods Woord gaat er open. Van Geene bidt ook en houdt ook van de Heere Jezus.”

Van boosheid op God over het geloofsmisbruik is echter geen sprake. „God kan hier niets aan doen; de Heere Jezus heeft dit zo nooit gewild.”

Op dit moment moet hij er nog niet aan denken een andere kerkelijke gemeente te zoeken. „Ik wil de Heere niet verlaten, maar ik heb op dit moment wel mijn buik vol van alles.”


Het Efraïm Genootschap

Het Efraïm Genootschap ontstaat in 1997 onder leiding van Heinrich van Geene. Over de man is weinig bekend. Hij heeft een zoon Matthew, ex-sektelid, en een dochter Samantha, die nog steeds tot het genootschap behoort. Al sinds eind jaren 80 schrijft Van Geene boeken vol met openbaringen en voorspellingen, die hij naar eigen zeggen van God gekregen heeft. De boeken geeft hij uit in eigen beheer. Door teksten uit de Bijbel te vermengen met zijn eigen openbaringen en ideeën, ontstaat er een voor sommige christenen aannemelijk relaas over een aanstaande hemelopname.

De sekte is op zijn grootst rond 2000: Van Geene heeft dan zo’n 150 volgelingen. Hij voorspelt dat eind 2001 de bruid van Christus opgenomen zal worden in de hemel om met Hem te regeren. Tot de bruid behoren slechts de volgelingen van Van Geene, zij die al het andere op aarde opgegeven hebben en volledig leven voor hun glorierijke toekomst in de hemel. Daar zal God hen speciaal belonen door hen met Jezus te laten regeren. „De bruid van Jezus Christus is het allerhoogste dat God ooit gaat formeren en zij die daartoe willen behoren zullen de allerhoogste heerlijkheid gaan bereiken”, aldus de sekteleider op de website van het Efraïm Genootschap, prophetelijah.org.

Voordat de opname een feit is, zullen enkele Bijbelse figuren terugkeren op aarde, zegt Van Geene. Zelf beweert hij de profeet Elia te zijn. Daarmee dwingt hij de sekteleden hem te geloven.

Als eind 2001 blijkt dat de bruidsgemeente niet opgenomen is, vernietigt Van Geene alle boeken die hij geschreven heeft over de hemelopname. Veel van zijn volgelingen verlaten hem. Hij moet zich zelfs verweren tegen een aantal aanklachten van ex-sekteleden. In de rechtszaal worden psychiatrische rapporten over Van Geene voorgelezen: „U heeft narcistische gevoelens; u heeft een negatief zelfbeeld, ontwikkeld in uw jeugd. Om dat te compenseren, plaatst u zichzelf in belangrijke posities.”

De volgelingen die Van Geene trouw blijven, vertrekken eind november 2011 met hem naar Israël. Waarom ze daar zijn, weet niemand. Mogelijk heeft Van Geene een nieuwe datum voor de hemelopname. Anderen zeggen dat hij daar is om volgelingen te werven onder de Joden. Nog weer anderen zeggen dat hij op de vlucht is voor rechtsvervolging, omdat hij nog ruim 2 ton moet betalen aan ex-volgeling Sjaak Pietersen. De laatste heeft de sekteleider aangeklaagd voor oplichting, nadat Pietersen in 2001 zijn bezit verkocht in afwachting van de opname.

Van Geene doet er het stilzwijgen toe.

Lees meer over Heinrich van Geene en het Efraïm Genootschap in Digibron. Klik hier voor een lijst zoekresultaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer