Analyse: SP ankerplaats voor de bezorgde burger
DEN HAAG – De SP doet het in de peilingen aanhoudend goed. Het einde van de stijgende populariteit lijkt nog niet in zicht.
„Ik heb er vijf kwartier over nagedacht of ik dit moest doen. De PVV gedoogt dit kabinet, maar ik kan mij niet voorstellen dat het kabinet de PVV nog gedoogt na ruim een uur schofferen, schelden en persoonlijke feiten opnoemen. Wil de minister-president morgen voor aanvang van de beantwoording ingaan op al de aantijgingen van de heer Wilders tegen mensen, zelfs uit het kabinet?”
Nadat PVV-leider Wilders tijdens de algemene beschouwingen na de laatste Prinsjesdag zo’n beetje de hele Kamer had gebruuskeerd, was SP-leider Roemer als eerste weer bij zijn positieven. Terwijl veel oppositieleiders, PvdA-kopman Cohen voorop, nog asgrauw en murw gebeukt in de touwen hingen, rechtte Roemer de rug en eiste hij vanachter het spreekgestoelte daadkracht van de premier.
Joviaal, alert en goed van de tongriem gesneden; die eigenschappen van de SP-leider verklaren voor een belangrijk deel waarom zijn partij hoog scoort in de peilingen. Maar er is meer.
In een recente partijspeech splitste CDA-fractievoorzitter Van Haersma Buma Nederland op in twee groepen. De ene viert vakantie in Bali, laat een Pool het huis verbouwen en werkt lekker voor zichzelf om vrij te zijn en meer te verdienen. De andere kent Bali alleen maar als een plek waar moslims aanslagen plegen, is bang zijn baan aan een Pool te verliezen en moet de boer op als zzp’er omdat de baas af wil van het vaste contract. Met die groeiende groep burgers, zo constateerde Van Haersma Buma terecht, heeft het CDA amper nog binding. Aan die observatie kan worden toegevoegd: de SP zoveel te meer.
Het Nederlandse partijpolitieke landschap wordt vandaag de dag nog maar voor een deel bepaald door de klassieke scheidslijn tussen confessioneel en seculier en de economische scheidslijn tussen links en rechts, constateerde de Utrechtse politicoloog Bovens vorig jaar. Hij constateerde nog een derde, culturele kloof; die tussen kosmopolieten, die de globalisering toejuichen en de multiculturele samenleving in beginsel positief bejegenen, en nationalisten, voor wie de internationalisering te snel gaat, die moeite hebben met multiculturalisme en voorstander zijn van een homogene nationale cultuur.
Waar het CDA deze scheidslijn, die voor een belangrijk deel samenvalt met die tussen hoog en laag opgeleiden, pas recent lijkt te onderkennen, heeft de SP met haar geharnaste standpunten op het gebied van arbeidsmigratie en europeanisering haar positie op de culturele as al lang bepaald. In de strijd om wat zou kunnen worden omschreven als het nationalistisch georiënteerde electoraat moet de SP eigenlijk alleen de PVV van Wilders naast zich dulden. Daarmee is overigens niet gezegd dat beide in alle opzichten elkaars evenknie zijn; de SP’ers Gesthuizen en Van Raak, naast Roemer de steunpilaren van de SP-Tweede Kamerfractie, zijn toonbeelden van beschaving vergeleken met hun collega-Kamerleden van de PVV.
Duidelijk is wel dat partijen zoals de SP die dit electoraat aan zich weten te binden op termijn een belangrijke rol kunnen spelen in het politieke landschap; zeker naarmate de schuldencrisis voortduurt. Dat het CDA zich in zijn huidige rol feitelijk monddood maakt en Cohen als collega-oppositieleider nog altijd slecht uit de verf komt, komt daar nog eens bij.