Verantwoording
Laten wij overwegen wat het geweest is wat Jesaja zo deed uitroepen en klagen: „Wie heeft onze prediking geloofd?” Een predikant kan grote gaven en veel achting onder het volk hebben. Doch indien hij teer is, zal hij meer bezwaard en bedroefd zijn over het ongeloof en de onvruchtbaarheid daarvan dan over gevangenissen en lijden.Dit deed de profeet Micha uitroepen: „Ai mij, want ik ben als de zomervruchten…”. Hoe menigmaal werd de Heere Jezus belasterd, maar dat heeft Hem niet zo bedroefd als ongeloof en hardigheid van het hart van het volk. „Och, of gij ook bekendet ook nog in deze uw dag, wat tot uw vrede dient”, moest Hij bedroefd uitroepen.
De predikanten zijn ook bedroefd omdat Christus hun meester bedroefd is en omdat Hij veracht wordt. Zij zijn bedroefd over de zielen van het volk. Ja, een ware herder is bewogen over zijn schapen. Te arbeiden en niets dan wind te baren, kan niet anders dan het hart van een vrome predikant smarten. Het gevaar waarin een onbekeerde ziel zich bevindt, zal als een brandend vuur zijn aan het hart van een predikant die teer en ijverig is voor de geestelijke welstand van de hem toebetrouwde zielen. Ook al omdat de Heere het bloed van die zielen van zijn hand zal eisen.
Jacobus Durham, predikant te Glasgow (Christus gekruyst, 1752)