In memoriam: J. Kamphuis (1921-2011)
OMMEN – „Een hoogleraar gaat met emeritaat, een christen nooit.” De woorden die de dinsdag op 89-jarige leeftijd overleden emeritus hoogleraar prof. J. Kamphuis in 1987 sprak tijdens zijn afscheidscollege aan de Theologische Universiteit Kampen, stonden symbool voor zijn levenslange dienst als Evangeliedienaar.
Bijna dertig jaar was prof. Kamphuis hoogleraar aan de Theologische Hogeschool –sinds 1987 universiteit– van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. In 1959 werd hij hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht; van 1979 tot 1987 was hij hoogleraar dogmatiek en symboliek. Zijn zoon prof. dr. Barend Kamphuis volgde hem in dat jaar op.
Jacob (Jaap) Kamphuis (1921) groeide op in Nieuw-Loosdrecht. Vanaf 1942 studeerde hij theologie in Kampen. Daar maakte hij in 1944 de Vrijmaking mee. Van 1948 tot 1958 was hij predikant te Ferwerd en Hallum, Bunschoten-Spakenburg en Rotterdam-Delfshaven.
In zijn onderwijs zocht hij naar eigen zeggen naar een balans tussen persoonlijke betrokkenheid en wetenschappelijke distantie. In een bundel ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag schetste prof. dr. C. Trimp de voorliefde van prof. Kamphuis voor polemiseren. „Dit heeft vooral betekend in het werk van Kamphuis dat men de leer zuiver houdt. Zonder zuivere leer geen zuiver leven.”
Dat de rol van prof. Kamphuis niet door iedereen op deze wijze gewaardeerd werd, bleek toen hij in de roman van Hans Werkman, ”Het hondje van Sollie”, samen met prof. H. J. Schilder model stond voor de hardliner prof. Goes. Werkman schetste het klimaat in Kampen aan het einde van de jaren 60 van de vorige eeuw, toen uit een kerkelijk conflict de Nederlands Gereformeerde Kerken ontstonden. Prof. Kamphuis nam later „geen afstand” van zijn rol destijds. „De kostbare inhoud van Zondag 22 –over de vraag: Sterven en dan?– was in het geding. Het ging om het algemeen ongetwijfeld christelijk geloof. Dat heeft me gedreven te spreken zoals ik gesproken heb.”
De emeritus toonde zich de laatste jaren bezorgd over ontwikkelingen in zijn eigen kerkverband. „Je moet met de leer niet experimenteren. Ik hoop van harte dat in de prediking de diepe klank van de roep tot de Heere Jezus Christus te komen, niet zal ontbreken.”
Prof. Kamphuis zag uit naar meer kerkelijke eenheid. Hij juichte contacten toe tussen ”Kampen” en de christelijke gereformeerde universiteit in Apeldoorn. „Het is een verkeerde trend in de gereformeerde gezindte dat men zich snel neerlegt bij de gebrokenheid van het kerkelijke leven”, zei hij in 1999. Hoewel hij verwantschap voelde met de breedte van de gereformeerde gezindte, waarschuwde hij voor een in zijn ogen versmalde visie. „De Heere komt tot iedere zondaar met het heil in Christus, met de roep van geloof. En wie tot Hem komt, wordt niet weggestuurd.”
Prof. Kamphuis wordt maandag begraven in zijn woonplaats Ommen.
Zie ook:
Het gevaar van een versmalde prediking. In augustus 1999 sprak Michiel Bakker uitgebreid met prof. Kamphuis over zijn leven en de rol die hij in het kerkelijk leven mocht invullen.
Werken met de jongens van de broederweg. Interview uit 2009 met Prof. Kamphuis over zijn leven en de relatie die hij had met zijn studenten aan de universiteit.