Ds. De Bie: Oude Testament vol van komst Messias
HUIZEN – „We moeten het Woord van God niet beschouwen, maar daarop in geloof reageren en daarnaar te handelen”, zegt ds. H. J. de Bie uit Huizen. Dezer dagen verscheen zijn boek ”Bijbelse theologie van het Oude Testament vanuit de gereformeerde traditie. Een aanzet en uitnodiging”.
Het meer dan 300 bladzijden tellende boek is het eerste van de 84-jarige emeritus predikant, die nog elke week preekt. Hij was jarenlang bezig met promotieonderzoek. Door omstandigheden kwam het niet tot promoveren. Toch was het niet tevergeefs. Ds. De Bie: „De zegen van die studie is groot geweest. Als ik die toen niet had verricht, had ik dit boek niet kunnen schrijven.”
Ook de kennis die hij opdeed als studieleider van de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond hielp ds. De Bie deze enorme klus te klaren, evenals het werk dat hij verrichtte voor de Herziene Statenvertaling, waarvoor hij de boeken Jesaja, Jeremia, Micha en Daniël vertaalde. „Zo’n werk kun je alleen maar tot stand brengen als je in het vak zit en aan het einde van je werkzame leven bent. Je hebt zowel met theologie, als met het Jodendom als met de hele Umwelt van de Bijbel te maken.”
De predikant kiest in het boek voor de zogenoemde synchronische exegese. Het onderzoek richt zich niet op de geschiedenis achter een tekst maar op wat een tekst met mensen doet. Er klinkt een pleidooi voor het zorgvuldig omgaan met de Bijbel in door. „Wat staat er precies? Het klinkt zoals het er staat, net zoals dat met een muziekstuk het geval is.”
Messias
Het boek van ds. De Bie gaat niet in op het ontstaan van de Bijbelboeken. „Er zou veel te vertellen zijn over buiten-Bijbelse bronnen. Zo is er in de Assyrische annalen veel vermeld over Omri, de vader van Achab, maar niet over Achab zelf. Het kan voor predikanten nuttig zijn om de achtergrond te weten, maar kerkgangers zitten daar niet op te wachten.”
Het boek gaat wel in op de eenheid van de Bijbel en de Bijbelboeken. „De Bijbel kent veel meer eenheid dan de mensen soms denken. Bij Flavius Josephus telt de Tenach (het Oude Testament) 22 boeken, precies zo veel als er letters waren van het Hebreeuwse alfabet. Daarmee wilden de Joden aangeven dat de Tenach een afgesloten geheel vormde.”
De Huizer predikant –die onlangs zestig jaar in het ambt stond– wijst ook op de eenheid van de Bijbelboeken afzonderlijk. Als voorbeeld noemt hij Genesis. „Het boek kan, na een inleiding, in elf gedeelten worden ingedeeld. Elk gedeelte heeft als opschrift ”Dit zijn de verwekkingen (de geschiedenis) van…” Het eerste gedeelte gaat over de ”verwekkingen van de hemel en de aarde” en loopt van Genesis 2:4 tot 4:26. In het tweede gedeelte (Genesis 5:1-6:8) gaat het over de ”verwekkingen van Adam”. Daarna volgen de ”verwekkingen” van Noach, Noachs zonen, Sem, Terach, Ismaël, Izak, Ezau en Jakob. Deze opschriften verdelen het boek in twaalf stukken, evenveel als de twaalf zonen van Jacob. Dat is niet toevallig.”
Een belangrijk doel is dat de lezer oog krijgt voor het nieuwtestamentisch perspectief in het Oude Testament. „Het Oude Testament is vol van de komst van de Messias. Het Bijbelboek Jesaja is zo opgebouwd dat de structuur aanduidt dat er een uitzien is naar de zoon van David. Hizkia, die in de hoofdstukken 36 tot en met 39 genoemd wordt, is die zoon van David toch niet, want hij is uiteindelijk een zondig en hoogmoedig mens. In de hoofdstukken daarna, vanaf hoofdstuk 40, staat wie dé zoon van David wél is, namelijk de Knecht van de Heere.”
Als ander voorbeeld noemt de predikant het Bijbelboek Jeremia. „Centraal daarin staat de aankondiging van de Spruit van David. Zedekia, wiens naam ”De Heere is gerechtigheid” betekent, is die Spruit niet. De Heere onze gerechtigheid, Die nog komen zou, is het wel.”
Kleine profeten
De predikant verwijst ook naar de kleine profeten. „Het gaat hier eigenlijk om één boek, het twaalfprofetenboek. Het hart daarvan vormt het boek Jona. De Heere Jezus spreekt Zelf over Jona, de profeet. Zoals Jona drie dagen in de vis was, zo moest Christus drie dagen in het graf zijn.”
Ds. De Bie pleit ervoor dat in de dogmatiek ook de context van de aangehaalde Schriftplaatsen meeklinkt. „Logica is voor de dogmatische bezinning de dood in de pot. Dan horen wij niet meer de Naam die over ons wordt uitgeroepen. Dat leidt tot een dode orthodoxie en die leidt tot een harteloos wetticisme. Daar is God uit weg.”
Hij wijst op zogenoemde maasjaalteksten: teksten die de kern van het leven raken. Een voorbeeld is Micha 6:8, waar staat dat de Heere van de mensen eist recht te doen, weldadigheid lief te hebben en ootmoedig met God te wandelen. „Het gaat er hier niet om dat allerlei zaken die bij de tempeldienst horen niet meer hoeven te gebeuren, maar de vraag is wat er hier en nu moet gebeuren.”
Zo’n maasjaal, zo zegt hij, „is ook Jakobus 1:27, waar staat dat de zuivere godsdienst is het bezoeken van weduwen en wezen in hun verdrukking en het zich onbesmet bewaren van de wereld. Er zijn veel belangrijke dingen, maar op dat moment gaat het om dat ene concrete punt.”
De Huizer predikant merkt op dat dit ook geldt voor de uitverkiezing, waarover een heleboel te zeggen valt. „Jozua zegt: „Kiest u heden wie u dienen zult.” Dan gaat het niet om een keurige beschouwing van de uitverkiezing maar om de keuze die op dat moment moet worden gedaan. De verkiezing komt naar ons toe. De Heere heeft die keuze al gedaan. Dat overkomt ons als hier en nu het Woord geschiedt.”