„Meestal is het weer die dag nog goed”
„Mij staat een nationale feestdag aan het begin van oktober voor ogen, omdat het weer dan meestal nog goed is en de mensen buiten kunnen dansen”, schrijft oud-bondskanselier Helmut Kohl in zijn memoires uit 1996. Toen Kohl dit schreef moest hij denken aan de Franse nationale feestdag, de 14e juli, een zonnige dag met plechtige redevoeringen van politici en waarop het volk vrolijk feest viert.
Al twaalf keer is in Duitsland op 3 oktober de Dag van de Eenheid gevierd, maar de stemming zit er nog altijd niet in. De leden van de Bondsdag komen ieder jaar op die dag in een van de deelstaten bijeen, bezigen wijze woorden, luisteren naar Bach of Beethoven en drinken een glas champagne. Maar bij het volk komen de voeten niet van de vloer. De feestdag geeft eerder aanleiding tot rellen. Al in 1990 waren er onlusten bij de viering van de hereniging.
Ook alle politici staan niet te juichen bij 3 oktober. Al sinds jaar en dag wordt er gediscussieerd over een verzetting van de datum. Want wat voor dag is 3 oktober nu eigenlijk? Vlees noch vis, vindt een aantal bondsdagafgevaardigden. In juli 1990 was men het na moeizame onderhandelingen eens geworden over de eenheid. Op 3 oktober gingen West- en Oost-Duitsland officieel samen verder. Alleen omdat Kohl vond dat het op 3 oktober vaak nog aardig weer is, werd het die dag en niet 2 of 4 oktober.
Sommige politici pleiten voor 23 mei, de dag waarop in 1949 de grondwet werd afgekondigd. Meer stemmen gaan op voor 9 november, de dag waarop de Muur viel. Tegenstanders stellen dat die datum tevens herinnert aan Duitslands duistere verleden. Weliswaar mislukte Hitlers putsch op 9 november 1923, maar precies twee jaar later werd de SS gesticht. En de Reichskristallnacht op 9 november 1938 was het terroristische begin van een vernietigingsveldtocht van de nationaal-socialisten tegen de Europese Joden.
Voor minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer tellen die bezwaren niet. „Waarom heeft de republiek niet de moed om te zeggen: „Dat is onze geschiedenis.” Fischers partijgenote Renate Künast denkt er precies eender over. „De 9e november maakt veel meer kans dan de 3e oktober. Deze datum spreekt hoofd en hart aan, omdat hij zoveel persoonlijke en moeilijke gebeurtenissen in zich verenigt.”
Toen dit jaar op 17 juni de volksopstand van 1953 in Oost-Duitsland werd herdacht, opperden verschillende politici 3 oktober voor deze in te ruilen als nationale feestdag. Gingen op 17 juni 1953 niet een miljoen mensen de straat op voor betere levensomstandigheden, voor vrije verkiezingen en de Duitse eenheid? Voor West-Duitsland was het reden genoeg die dag op te tuigen tot feestdag. Met de jaren sleet de inhoud van de 17e juni. Op het laatst was het voor velen alleen nog maar een dag voor een gezellig uitstapje. Met de eenwording werd de dag opgeheven als feestdag.
CDU-voorzitster Angela Merkel wil niets horen van een verandering. De 3e oktober is een „uitstekende datum”, omdat de Dag van de Duitse Eenheid in 1990 werd gekenmerkt door „harmonische vreugde.” Ook haar collega van de FDP, Wolfgang Gerhardt, wil geen gedoe over de datum. „De 3e oktober markeert de laatste bouwsteen van de historische gebeurtenissen die uitmondden in het herstel van de Duitse eenheid in vrede en vrijheid.” SPD-politicus Thomas Krüger ziet evenmin reden om er woorden aan vuil te maken. „De Dag van de Duitse Eenheid is nu eenmaal 3 oktober. Dat was een ongewone gewone dag, punt uit.”
Als het aan minister van Economische Zaken Wolfgang Clement ligt viert Duitsland minder feest. Hij denkt hierbij overigens niet speciaal aan het afschaffen van 3 oktober als nationale feestdag. In een interview met het weekblad Stern gaf hij te kennen dat Duitsland wat betreft „vakantiedagen, feestdagen en werktijden de grens heeft bereikt. Wie onze feestdagenkalender met die van andere landen bekijkt, gaat toch wel even nadenken.”
De minister van Economische Zaken verwees naar volgend jaar. Dan vallen 1 mei en 3 oktober maar ook een aantal christelijke feestdagen in het weekend. Volgens economen levert dat een economische groei van een half procent op.
Onmiddellijk kwam in de Duitse pers een debat op gang over de, doorgaans christelijke, feestdagen. Duitsland kent elf tot vijftien feestdagen, afhankelijk van de deelstaat. Het rooms-katholieke Beieren kent er vijftien. Daar wordt bij voorbeeld ook Maria Hemelvaart gevierd.
De vakbonden en de Rooms-Katholieke Kerk kwamen gelijk in het geweer tegen Clements suggestie een aantal feestdagen in te leveren. Vakbondsleider Klaus Zwickel zei dat je geen nieuwe banen creëert door een aantal vakantie- en feestdagen te schrappen. „Dan kun je ook verlangen dat Wolfgang Clement alleen nog maar op zondag gaat werken omdat hij door de week vaak onzin produceert.”
De voorzitter van de Duitse bisschopsconferentie, kardinaal Karl Lehmann, zei dat „de kerkelijke feestdagen te belangrijk zijn om ze te gebruiken als economisch lapmiddel.” Clement diende de rooms-katholieke geestelijke onmiddellijk van repliek door een discussie voor te stellen over de „liturgische zin van tweede pinksterdag.”
Waarschijnlijk blijft het bij wat steken met woorden, want de minister heeft niets te zeggen over feestdagen. Dat is namelijk een zaak waar de deelstaten over gaan en die peinzen er niet over feestdagen in te leveren. De Beierse premier Stoiber: „Hoewel wij meer feestdagen kennen, hebben wij een hogere productiviteit. De feestdagen horen bij het Beierse levensgevoel.”