Economie

Rouvoet hoefde niet álles te weten

DEN HAAG – Wie maandag zijn oor te luisteren legde tijdens het verhoor van oud-premier Bos (Financiën) wist al dat deze tijdens de kredietcrisis nu niet bepaald een hotline had met Rouvoet. Dinsdag bleek dat de voormalig CU-vicepremier daar geen enkel probleem mee had.

Marcel ten Broeke
7 December 2011 10:28Gewijzigd op 14 November 2020 18:04
Voormalig vicepremier Rouvoet (ChristenUnie) tijdens het verhoor van de parlementaire enquêtecommissie-De Wit. Foto ANP
Voormalig vicepremier Rouvoet (ChristenUnie) tijdens het verhoor van de parlementaire enquêtecommissie-De Wit. Foto ANP

„Ik ben van het need-to-know­principe”, zegt Rouvoet halverwege zijn verhoor dinsdagmiddag door de parlementaire enquêtecommissie-De Wit, als commissielid Haverkamp (CDA) hem voor de derde keer vraagt: „Maar meneer Rouvoet, u was destijds wél vicepremier?”

De commissie, die onderzoekt of er politiek bekwaam gehandeld is tijdens het hoogtepunt van de kredietcrisis in 2008/2009, constateerde maandag al bij het verhoor van Bos dat de voormalig minister zijn collega Rouvoet er niet of nauwelijks bij betrok wanneer het er écht om spande en er voor Nederland unieke maatregelen werden getroffen, zoals het opkopen van een bank.

Rouvoet bevestigde die lezing dinsdag. Bos (PvdA) was als minister eerstverantwoordelijk en hield premier Balkenende (CDA) keurig op de hoogte van wat er speelde, zodat deze over de eenheid van het kabinetsbeleid kon waken. Dat Rouvoet de zaken veelal pas achteraf hoorde, was staatsrechtelijk volkomen juist, meent deze. „Contact met de premier is het aangewezen kanaal. Als die het nodig had gevonden om vooraf met mij te overleggen, dan had hij dat gedaan. Zo werkten wij met elkaar: op basis van vertrouwen.”

Dat Rouvoet als voorman van het CU-smaldeel in het kabinet en als vicepremier wellicht toch wat nauwer betrokken had moeten worden, vindt Rouvoet zelf niet. „Ik ben van het scheiden van verantwoordelijkheden. Mijn opvatting is dat een vicepremier er niet is om collega’s in hún bevoegdheden bij te sturen. Formeel bestaat de functie van vicepremier niet eens.”

Illustratief voor die houding was een telefoontje van Balkenende vanuit Brussel op de vroege ochtend van vrijdag 3 oktober 2008. De premier vroeg Rouvoet de ministerraad te leiden, omdat hij en Bos nog wel enkele uren bezig zouden zijn met het opkopen van Fortis/ABN AMRO. Naar het exacte hoe en wat van de deal vroeg de CU’er niet door. Pas later die dag kwamen Bos en Balkenende in de ministerraad vertellen hoe ze zojuist voor 16,8 miljard euro (de kosten zouden uiteindelijk oplopen tot 30 miljard) een bank hadden gekocht.

Waarom hij niet doorvroeg tijdens dergelijke telefoontjes, wil de commissie weten. „Mijn taak was de ministerraad voor te zitten. Daarvoor wist ik op dat moment alles wat ik moest weten”, zegt Rouvoet. „Al het andere was vooral nice-to-know.”

Geheel onwetend van wat er speelde was Rouvoet overigens niet. Zo had hij zowel zitting in de zogenoemde zeshoek, waarin de zes meest betrokken bewindslieden regelmatig de financieel-economische situatie bespraken, als in een speciaal voor de crisis opgerichte ”regiegroep.”

Anders dan de naam doet vermoeden voerde die groep, waarin behalve bewindslieden ook toenmalig DNB-president Wellink zitting had, geen regie (dat deden Bos en Wellink voornamelijk zelf), maar was het een soort ‘sonderingsclub’. Rouvoet: „De groep diende vooral om te bekijken of er politiek draagvlak bestond voor maatregelen die mogelijk genomen zouden moeten worden.” Over specifieke acties bij specifieke instellingen werd wegens geheimhouding nooit gesproken. Rouvoet: „Er werd zelfs op toegezien dat er geen aantekeningen werden gemaakt.”

Rouvoet gaf dinsdag ook aan vooraf bekend te zijn geweest met de nationalisatiewet die Bos, zoals vorige week bleek, in 2009 in het diepste geheim had gemaakt om in één klap ING te kunnen nationaliseren. „Dat is uitgebreid besproken in de ministerraad. Alle collega’s waren op de hoogte van dat wetje.”

„Nou, wet-je?”, vraagt Haverkamp cynisch. Rouvoet herstelt zich, snel. „In omvang was het een wetje, qua impact uiteraard een heel stevige wet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer