De kerk is moeder
2 Korinthe 11:2b
„Want ik heb ulieden toebereid om u als een reine maagd aan één Man voor te stellen, namelijk aan Christus.”
Wie kan dan die geboorte uit God en uit een maagd verklaren? De Heere onze God is hier. Hier is de Middelaar tussen God en de mensen, een Mens en onze Verlosser. Geboren uit de Vader, heeft Hij een moeder geschapen, en geboren uit een moeder verheerlijkte Hij de Vader. De Eniggeborene van de Vader zonder dat een vrouw Hem baarde, de Eniggeborene van Zijn moeder zonder dat zij Hem door gemeenschap met een man had ontvangen. In schoonheid munt Hij ver boven de mensenkinderen uit, de Zoon van Maria, de Bruidegom van de heilige kerk, die Hij op Zijn moeder wilde laten lijken. Want Hij heeft voor ons de kerk tot moeder gemaakt, terwijl Hij voor zichzelf de kerk als maagd bewaart. Tegen haar zegt de apostel Paulus immers: Met één man, Christus, heb ik u verloofd, om u als een reine maagd tot Hem te voeren (2 Korinthe 11:2). Hoewel zij een vrouw alleen is, zal zij vele kinderen hebben, meer dan de vrouw die een man heeft. De kerk bezit dus een voortdurende ongereptheid en een nooit verwelkende vruchtbaarheid, net als Maria. Want wat Maria in het vlees mocht ontvangen, bewaarde de kerk in de geest. Met dit verschil dat Maria één kind ter wereld bracht, terwijl de kerk vele kinderen baart, die door de ene Christus tot één lichaam verzameld moeten worden.
Aurelius Augustinus, bisschop te Hippo
(”Sermo 195”, 411)