Laatste dies natalis PThU Kampen
KAMPEN – De relatie tussen patiënt en zorgverlener stond centraal in de diesrede, die prof. dr. Frits de Lange dinsdagmiddag hield in Kampen. Het was de laatste diesviering van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in de Overijsselse stad.
De Kamper Universiteit sluit volgend jaar de deuren. De PThU verhuist dan naar Groningen en Amsterdam.
Prof. De Lange, hoogleraar ethiek aan de PThU, baseerde zijn diesrede op het werk van de Deense theoloog en filosoof Knud Løgstrup (1905-1981). Hij ging in op wat hij aanduidde als „de pragmatiek van de zorg.”
Daarin gaat het om een patiënt in een afhankelijke relatie tot de hulpverlener. De patiënt doet een beroep op de ander om hem goed te doen. Hij werkt dit verder uit in het vandaag verschenen boek ”In andermans handen. Over flow en grenzen in de zorg” (uitg. Meinema, Zoetermeer).
Aan de hand van de uitgangspunten van Løgstrup concludeerde prof. De Lange dat de relatie tussen zorgverleners en zorgontvangers complex is. De betrekking die beide partijen op elkaar hebben is desondanks ethisch gesproken eenvoudig: zij berust op vertrouwen. Ook al gaat het soms moeizaam en mis, toch wordt er bijna als vanzelfsprekend vaak goede zorg geleverd.
Løgstrup beschrijft de betekenis van een ontmoeting volgens prof. De Lange niet zozeer door op de inhoud van de dialoog te letten, „maar op haar tempo en ritmiek. De ander is geen bundeltje abstract denken, maar lichaam, gedrag. Wie een gesprek aangaat, nodigt een ander in zekere zin ten dans. In de werveling van een dialoog word ik in zekere zin, net als in een dans, van mijzelf bevrijd. Later, als het gesprek is afgelopen, kom ik pas weer „tot mezelf.” Een dialoog is alleen mogelijk als wij ons openen. Maar wie zich opent, kan worden gekwetst.”
Het jezelf openen voor de ander kan alleen als je erop kunt rekenen dat de ander je welwillend tegemoet treedt. „Wie zich aan een dialoog overgeeft, loopt vooruit op die tegemoetkoming. Dit waagstuk van het anticiperen is voor Løgstrup de kern van het vertrouwen, dat elke relatie in beginsel kenmerkt.”
De beslissing om de ander goed te doen wordt volgens Løgstrup, vóór ons genomen, en het enige dat ons te doen staat, is ons erin te laten opnemen.
Prof. De Lange verwees naar een onderzoek onder achttien verpleegkundigen in Zweden. Dat gaf aan hoe cruciaal de rol is van vertrouwen in de zorgbetrekking. „Ik denk dat het met die conclusie kan staan voor alle zorg- en hulprelaties waarin mensen hun leven in andermans professionele handen leggen. De sterkte van de informele en formele vertrouwensbanden in een team of instelling lijkt zijn directe weerslag te hebben op de kracht en kwaliteit van de band met de ontvangers van zorg.”