Presentatie van “De eenvoudigen”, op de Veluwe
ELSPEET – „Het doel van het boek is iets te laten zien van de ervaringen van de eenvoudigen in hun gevoelige vereniging en gemeenschap met Christus. Het kan in het huidige geestesleven ontdekkend, lerend en vertroostend werken. De eenvoudigen houden ons een spiegel voor: lokkend, ontdekkend en jaloersmakend.”
Dat zei Gerrit van der Zwaan zaterdagmiddag tijdens de presentatie van het boek ”De eenvoudigen” in het Kerkerf in Elspeet, waarvoor flinke belangstelling bestond. Het bevat persoonlijke getuigenissen van mensen van de Noord-West Veluwe van hun leven met de Heere.
Dirk Aangeenbrug van uitgeverij Groen presenteerde het eerste exemplaar van het boek aan medesamensteller Van der Zwaan. Daarna reikte hij exemplaren uit aan twee andere samenstellers: Jos Jobse en Evert Versteeg. Het vierde exemplaar was voor zijn moeder, mevrouw Aangeenbrug-Visser, dochter van Leen Visser, die in het boek voorkomt.
De uitgave bestaat uit twee delen, het eerste met algemene informatie en het tweede met persoonlijke geloofsgetuigenissen. Na een historische schets van het geestelijk leven op de Noord-West Veluwe door dr. Ad Sulman volgen hoofdstukken over de Veluwse reformator Jan Gerritsz. Versteghe uit Garderen, en de hervormers van Gelderland Jan van Nassau en Johannes Fontanus. Vervolgens komt de Nijkerkse opwekking in de achttiende eeuw ter sprake, gevolgd door zeven getuigenissen.
Het tweede deel bevat veertien getuigenissen van mensen uit Doornspijk, Elburg, Elspeet, Harderwijk, Nunspeet, Nijkerk, Oldebroek, Oosterwolde, Putten en Vaassen. Tijdens zijn lezing zei Van der Zwaan dat het niet gelukt was alle personen en plaatsen op de Noord-West Veluwe een plek te geven. Zo komen er geen mensen uit Ermelo en Uddel in voor. Misschien krijgen die in een volgend deel een plaats, kondigde hij aan.
Het doel van het boek is, aldus Van der Zwaan, „iets te laten zien van de ervaringen van de eenvoudigen in hun gevoelige vereniging en gemeenschap met Christus. Het kan in het huidige geestesleven ontdekkend, lerend en vertroostend werken. Ze houden ons een spiegel voor: lokkend, ontdekkend en jaloersmakend.”
De titel is ontleend aan psalm 116:6: “De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost.” De berijmde psalm heeft: ”D’eenvoudigen wil God steeds gadeslaan.” Van der Zwaan: „Onder de eenvoudigen verstaat de Bijbel mensen die hun eigen fundament van grootheid en hoogheid, eergierigheid, eigenliefde en de neiging om anderen te verachten, zijn kwijt geraakt en, door Gods genade, wandelen op Zijn wegen, in navolging van Christus. De mensen in dit boek waren in zonde ontvangen en geboren en geestelijk dood. Maar door Gods onuitsprekelijke liefde werden ze als ellendige zondaars en vijanden geroepen en voor Gods heilig gericht gedaagd. Door dat gericht heen mochten ze Christus leren kennen als hun Borg en Zaligmaker. Zo werden ze ware eenvoudigen.”
Ds. M. van Kooten, hervormd predikant te Elspeet, sprak over de historische betekenis en plaats van bekerings- en geloofsgetuigenissen in de kerkgeschiedenis. Hij zei dat er de laatste jaren meer van dergelijke boeken zijn uitgekomen, onder meer vanuit de Bommelerwaard, de Alblasserwaard, de Hoekse Waard en de Krimpenerwaard. Uniek voor deze uitgave is de schets van de historische achtergrond.
De predikant constateerde dat het genre van de bekeringsgeschiedenis al heel oud is en ook in de Bijbel voorkomt. Hij noemde de bekering van Saulus, Manasse en Mattheüs als voorbeeld. De psalmen 66 en 78 roepen op tot het verkondigen van Gods daden aan het volgende geslacht. Aan het eind van zijn betoog riep hij op dergelijke getuigenissen op schrift te stellen en te bewaren voor het nageslacht.
Ze zijn er in de geschiedenis volop geweest. Ds. Van Kooten noemde Polycarpus, Perpetua en Felicitas en Augustinus uit de Vroege Kerk, en hij haalde ook het Martelarenboek aan, dat hem persoonlijk veel te zeggen gehad heeft.
De predikant waarschuwde dat het niet de bedoeling is het geloof te reguleren naar bekeringsgeschiedenissen. „De levensbeschrijving van Sara Diamant is niet het einde van alle tegenspraak. Haar weg is anders geweest dan die van Salomon Duytsch. Luther zei dat het erom gaat dat de gelovigen het verschil tussen Mozes en Christus weten.”
Ds. Van Kooten vermaande tegen zaken in het bevindelijke geestelijk leven die niet naar Gods Woord zijn. Hij verhaalde van een godvrezende vrouw en een ziek jongetje in een dorp in de omgeving van Utrecht. Een ingezetene van dat dorp vroeg of de Heere die godvrezende vrouw gebed wilde geven voor dat jongetje. Als ander voorbeeld noemde hij mensen die ds. J. P. Paauwe hoog vereerden en bij het zien van zijn portret rustig werden. „Dit is bedenkelijk. Het gaat in de richting van heiligenverering.”