Kerk & religie

Onder de indruk van vroomheid Theodorus a Brakel

KAMPEN – In zijn boek ”Trappen van het geestelijk leven” zoekt Theodorus a Brakel „heel nadrukkelijk de geestelijke genieting”, aldus prof. dr. J. Hoek. „Dat heeft iets mystieks en is ook heel mooi. Maar kan deze genieting niet gemakkelijk een doel in zichzelf worden? Plaatst Brakel de gevoelige genieting van God niet boven het geloof?”

Kerkredactie
2 December 2011 11:29Gewijzigd op 14 November 2020 17:59
Foto EPA
Foto EPA

Prof. Hoek stelde dit donderdagavond in Kampen tijdens een college over bevinding en de Nadere Reformatie. De hoogleraar houdt voor de Protestantse Theologische Universiteit een –algemeen toegankelijke– collegereeks met als thema ”Visie op bevinding”. Donderdag had het vierde college plaats; de reeks wordt op 15 december afgesloten met ”Licht- en schaduwzijden in de bevindelijkheid”.

Prof. Hoek reageerde donderdagavond op de recente verschijning van een nieuwe uitgave van ”De trappen van het geestelijk leven” van Th. a Brakel, vader van Wilhelmus a Brakel. Bij de presentatie hiervan, vorige week, noemde prof. dr. W. J. op ’t Hof Th. a Brakel „de meest mystieke Nederlandse gereformeerde piëtist.” Het uiteindelijke doel was voor Brakel –die ruim zes uren per dag mediteerde– de gevoelige vereniging en gemeenschap met Christus.

Men kan zich afvragen of in een boek waarin de schrijver uitvoerig verslag doet van zijn eigen geestelijk leven de vrome mens niet te veel in het middel­punt komt te staan, stelde prof. Hoek. „Immers, het gevoel komt en gaat. Het is: zo genoten en zo weer toegesloten, zalige uurtjes van korte duurtjes.”

Brakel deelt de gelovigen in drie categorieën in: kinderen, jongelingen en vaders. Prof. Hoek: „Is zo’n indeling niet gevaarlijk? Leidt dit niet tot een schematiek die geen recht kan doen aan het veelkleurige werken van de Geest? Komt er zo niet gemakkelijk een geestelijke elite tot stand, die wellicht boven het arme zondaarsgeloof van de tollenaar uitgroeit en juist daarom de kern van de zaak, de rechtvaardiging van de goddeloze door geloof alleen, meer en meer uit het oog verliest?”

Toch is prof. Hoek onder de indruk van de centrale plaats van God en Christus in Brakels vroomheid, de pastorale voorbehouden die hij herhaaldelijk maakt om niemand te ont­moedigen, de openhartige vader-zoonrelatie die uit zijn boek blijkt en de zuivere mystiek die de grens tussen Schepper en schepsel respecteert. Andere positieve zaken in de ”Trappen” zijn volgens hem de betrokkenheid op het Woord, het diepe zondebesef en de aandacht voor christelijke opvoeding.

Hongerdieet

Prof. Hoek: „Brakel ademt als het ware in God. Hij hunkert naar het op aarde hoogst bereikbare: de weliswaar altijd nog gebroken en onderbroken, maar toch reëel ervaren gemeenschap met God in Christus. Wij kunnen hem niet letterlijk navolgen. Maar zetten we onszelf 
niet moedwillig op een hongerdieet en lijden daardoor aan geestelijke anorexiaverschijnselen doordat we onszelf eenvoudig de tijd niet gunnen om de omgang met God te zoeken en zo te groeien in vertrouwelijkheid en verbondenheid met Hem?”

Prof. Hoek belichtte ook ”Het gekrookte riet” van Bernardus Smytegelt, een typisch voorbeeld van „kenmerkenprediking”, met maar liefst ruim 300 kenmerken.

Smytegelt weet echter dat kentekenen, tranen en gebeden de gronden niet kunnen zijn. „De enige grond moet Jezus zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer