Tempelmuur gereed na dood Herodes
JERUZALEM – De muren rond de tempel in Jeruzalem zijn voltooid na de dood van koning Herodes de Grote. Tot nu namen velen aan dat de westelijke muur tijdens zijn bewind (37-4 v. Chr.) werd gebouwd.
Dat blijkt uit opgravingen van de Israëlische archeologen prof. Rony Eich en Eli Shukron van de Israëlische Dienst voor Oudheden. Gisteren maakten ze hun ontdekking bekend.
Reich en Shukron verrichtten onderzoek bij de Robinsonboog in de westelijke muur. Deze boog bevond zich bij de trappen die pelgrims gebruikten als ze naar de Tempelberg gingen.
Volgens Reich werd het tijdens de opgravingen duidelijk dat de westelijke muur en de Robinsonboog zijn aangelegd op een plek van een eerdere woonwijk. De bewoners hadden in de rotsbodem verschillende ruimtes uitgehouwen, waar zich waterputten, kelders en rituele baden bevonden.
Een van de rituele baden bevond zich op de plek waar bouwers van de muur de eerste rij stenen plaatsten. Zij vulden het bad met aarde en legden daar grote platte stenen op.
Toen archeologen de aarde in het rituele bad verwijderden, ontdekten ze drie olielampen van een soort dat in de eerste eeuw in gebruik was. Verder vonden ze zeventien bronzen munten.
Dr. Donald Ariel, curator van de Dienst voor Oudheden, stelde vast dat de vier munten zijn geslagen tijdens de Romeinse stadhouder van Judea, Valerius Gratus, in het jaar 17 of 18 na Christus.
Dat betekent dat minstens twintig jaar na de dood van Herodes werd begonnen met de bouw van de Robinsonboog en mogelijk een groot deel van de westelijke muur.
Koning Herodes gaf wel de opdracht tot de bouwwerkzaamheden. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus sprak van „het grootste project” waar de wereld ooit van gehoord had. Na de bouw van de tempel telde Jeruzalem duizenden werklozen.