Gewetensbezwaarde ambtenaar miskent functie als overheidsdienaar
De gewetensbezwaarde ambtenaar heeft zichzelf te veel een domineesrol aangemeten en miskent daarmee zijn functie als overheidsdienaar, vindt prof. mr. dr. Fokko Oldenhuis.
Lees ook de reactie van Jan Schreuders en Peter Schalk.
Het debat over de weigerambtenaar kreeg de afgelopen week een nieuwe wending. De Tweede Kamer nam een motie aan om de weigerambtenaar uit het publiek domein te weren (RD 16-11).
Het besluit roept herinnering op aan het religiedebat over ritueel slachten. Is het nu gedaan met de godsdienstvrijheid in Nederland? zo vraagt menigeen zich af.
Velen denken van wel. In het Reformatorisch Dagblad zijn de afgelopen week de nodige verzuchtingen geslaakt. Ook in andere kranten is het onderwerp van gesprek. Zo schreef voormalig CDA-Europarlementariër Arie Oostlander in Trouw dat „een ‘beroepsverbod’ tegen autochtonen (lees: SGP-ambtenaren) zal leiden tot een nóg grotere onverdraagzaamheid tegen allochtone minderheidsgroeperingen.”
Kern
Oostlander, en velen met hem, raken daarmee echter niet de kern van het probleem. In dit debat draait het niet om meer of minder godsdienstvrijheid voor de burger. Centraal staat de vraag: welke eisen mogen in een multiculturele samenleving worden gesteld aan een overheidsfunctionaris, die een taak heeft te vervullen ten behoeve van de burgers van die samenleving?
Bij functies waarbij je er voor álle burgers bent –zoals de rechter en de burgemeester– zullen persoonlijke overtuigingen binnen de uitoefening van de functie niet overheersend mogen zijn. Dat geldt in nog sterkere mate voor overheidsfuncties, waarbij de burger afhankelijk van de overheid is, zoals bij een notaris en bij een ambtenaar van de burgerlijke stand.
Wie een huis koopt en eigenaar wil worden, heeft een notaris nodig om de akte te laten passeren. Wie wil trouwen, heeft een ambtenaar van de burgerlijke stand nodig om het huwelijk te voltrekken.
Sollicitatiegesprek
De wet bepaalt in 2011 dat een huwelijk mogelijk is tussen personen van hetzelfde geslacht. Reeds op grond daarvan zal een ambtenaar van de burgerlijke stand in principe bereid moeten zijn dat huwelijk –ongeacht het geslacht van beide partners– te voltrekken, evenals een notaris zijn diensten niet kan weigeren.
Weigert een kandidaat-ambtenaar in het sollicitatiegesprek die principiële vraag vanwege religieuze redenen bevestigend te antwoorden, dan hoort hij in die overheidsfunctie niet thuis. Daargelaten of hij ooit de facto gevraagd zal worden een homohuwelijk te voltrekken.
De betrokken ambtenaar geeft zich dan onvoldoende rekenschap van de gevolgen die de scheiding van taken tussen overheid en kerk nu eenmaal met zich meebrengt. Een beroep op godsdienstvrijheid komt hier niet te pas. Dat grondrecht is nu juist in de eerste plaats bedoeld als een recht van de burger tégen de overheid.
Vermenging
Omdat er in bijna elke burgerlijke gemeente een grote gevarieerdheid bestaat onder de beschikbare ambtenaren van de burgerlijke stand, komt bijna elk bruidspaar aan z’n trekken. Die persoonlijke invulling heeft ertoe geleid dat het accent steeds meer is komen te liggen op de persoonlijke toespraak ná de voltrekking van het huwelijk. Daardoor verloor de ambtenaar de primaire taak waarvoor hij is aangesteld –namelijk de voltrekking van het huwelijk– uit het oog.
Zijn taak beperkt zich ertoe dat hij constateert dat partijen „elkander aannemen tot echtgenoten” en dat hij daarvan „terstond” een akte opmaakt (artikel 1 lid 67 van het Burgerlijk Wetboek).
De weigerambtenaar heeft zichzelf te veel een domineesrol aangemeten. Dat hij vanuit die rol in déze kwestie zijn geweten laat spreken, laat zich verstaan, maar is de facto een vermenging van hoedanigheden en dus onjuist.
Veelkleurig
Gelet op de royale rol die religie in de Nederlandse samenleving vervult, mag de genoemde veelkleurigheid onder de ambtenaren wat mij betreft gehandhaafd blijven.
Anderzijds acht ik het gewenst dat de weigerambtenaar er uitdrukkelijk blijk van geeft in uitzonderlijke gevallen een huwelijk te voltrekken dat bij hem bezwaren oproept.
Een ambtenaar met een zeer uitgesproken mening moet leren dempen. Je bent er voor de ander: dienend dempen dus!
De auteur is hoogleraar religie en recht aan de Rijksuniversiteit Groningen.