Kerk & religie

Heerlijke toekomst

1 Korinthe 2:9

21 November 2011 08:52Gewijzigd op 14 November 2020 17:46

„Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen.”

De apostel werd eens opgetrokken tot in de derde hemel (2 Kor. 12:1). Wanneer hij daarover spreekt, zegt hij dat het een „zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid inhoudt” (2 Kor. 4:7). Dat is „een uitnemend, eeuwigdurend gewicht der heerlijkheid dat zich boven alle maat der heerlijkheid uitstrekt.” Hij gebruikt zo’n hoge manier van spreken dat niet één heidense schrijver (hoe welsprekend of woordenrijk zij mogen zijn) iets dergelijks ooit bedacht of uitgevonden heeft. Want zij hebben echt nooit over zulk een bovenmate heerlijke zaak geschreven, noch ook met zulk een geest als de apostel hier doet. Dan is dus ook zeker de heerlijkheid van het Koninkrijk der hemelen onbegrijpelijk voor ons mensen, die hier op aarde nog in lemen huizen leven.

In Gods Woord lezen wij (aangezien God ons wel enige voorstelling daarvan biedt) hoe onbegrijpelijk de rijkdom van Gods heerlijke erfenis in Zijn heilige en nieuwe schepselen is.

Willem Teellinck, predikant te Middelburg (”Nieuwe historie van de oude mens”, 1623)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer