Tweede leven voor baksteen
De Belgen kenden het al op grote schaal: hergebruik van bakstenen. Maar waar onze zuiderburen nog steen voor steen met de hand schoonbikken, scheiden Nederlandse ovens de baksteen van het voegwerk.
Met de vinding wil onderzoeksbureau TNO het storten van afval terugdringen.
Jaarlijks heeft Nederland 20 miljoen ton aan beton- en sloopafval. Ongeveer 90 procent wordt hergebruikt in de wegenbouw. De resterende 10 procent verdwijnt op de vuilstort. De initiatiefnemers menen dat met de vinding het restafval op termijn kan dalen naar minder dan 5 procent.
Binnenkort beginnen tien bedrijven met een proef voor het hergebruik van beton- en ander sloopafval. Dat wordt nu nog grotendeels vermalen tot grondstof voor de wegenbouw. Volgens projectleider E. Mulder van TNO Milieu, Energie en Procesinnovatie (TNO-MEP) neemt het aantal opdrachten in de wegenbouw de komende jaren af, maar neemt de hoeveelheid bouw- en sloopafval juist toe.
De bedrijven die meedoen, springen in op de markt voor oude bouwmaterialen. „Je ziet een stijgende vraag naar tweedehands bouwmaterialen”, zegt Mulder. „Het is niet alleen milieuvriendelijk. Oude bakstenen geven een authentiek gezicht aan een nieuw huis. In Vlaanderen gebruiken ze daarom al jaren oude stenen. Het bikken kan daar blijkbaar uit.”
Nieuwe huiseigenaren hoeven niet bang te zijn dat de oude baksteen snel afbrokkelt. Volgens Mulder kunnen bakstenen meer dan 1000 jaar mee. „Het zijn vaak de voegen en de mortelverbindingen die het laten afweten.” Het sloophout wordt gebruikt als brandstof voor het proces.
TNO laat het metselwerk in speciale ovens tot 500 graden Celsius verhitten. Daardoor zetten de bouwmaterialen uit en laat het mortelwerk los. Hetzelfde idee werkt bij betonpuin. Dat wordt verhit tot ongeveer 700 graden. Dan laten de verbindingen los. Hierdoor kunnen zand, grind en cement afzonderlijk worden gewonnen.
De proef is volgens TNO uniek in Europa en kost 2 miljoen euro. De helft daarvan komt van het ministerie van Economische Zaken. De resterende 1 miljoen betalen TNO-MEP en de bedrijven, van sloper tot producent van bouwmaterialen. Mulder denkt dat het project zich in vijf jaar terugverdient. Over drie jaar moet blijken of de proef is geslaagd.