Mediator: Partijen in conflict moeten er zelf uitkomen

Twistende echtelieden, familieleden die ruziën om een erfenis, compagnons die met elkaar in de clinch liggen. Mediator Guido Bakker (37) krijgt ze om de tafel. De bemiddelaar beweegt de kijvende partijen ertoe er met elkaar uit te komen. „Mensen moeten zélf aan een oplossing werken.”

J. Visscher
15 November 2011 11:31Gewijzigd op 14 November 2020 17:41
Beeld RD, Corné van der Horst
Beeld RD, Corné van der Horst

Nee, benadrukt Bakker op zijn kamer in een monumentaal pand in hartje Zutphen, het is niet de mediator die in een slepend conflict een oplossing uit de hoge hoed tovert. Ruziënde partijen moeten er zélf uitkomen. „Ik ben als mediator dienstbaar aan beide partijen, ik ben niet de wereldredder. Ik probeer voor elkaar te krijgen dat mensen hun verhaal kunnen doen, dat ze zich gehoord en gezien weten”, zegt Bakker, afgestudeerd politicoloog. In onder meer de wereld van ontwikkelingshulp deed hij „als oliemannetje” ervaring op in conflictbemiddeling. De Zutphenaar werkt sinds 2009 als mediator en faciliteert mediations voor collega-bemiddelaars binnen het netwerk Gecertificeerde Mediators.

Onbesproken

Opvallend is dat in het gros van de conflicten „onbesproken kwesties” het werkelijke pijnpunt zijn. Van cruciaal belang is dan ook die zaken op tafel te krijgen, stelt Bakker. Hij noemt een paar voorbeelden. „Twee compagnons in een bedrijf, van jongs af aan met elkaar bevriend, willen uit elkaar. De vraag is wie welk deel van het bedrijf krijgt. Gaandeweg blijkt dat er al jarenlang gedoe is. Er zit oude pijn, bijvoorbeeld over vriendinnetjes. Als mediator moet ik ervoor zorgen dat beide partijen de kans krijgen hun verhaal te doen. Zodat mensen begrip voor elkaar krijgen en zich gehoord voelen. Dan blijkt dat een oplossing binnen een halfuur gevonden kan zijn.

In een andere mediationzaak had een gewaardeerd medewerker van een technisch bedrijf, die al 25 jaar in dienst was, een conflict met de nieuwe manager uit het buitenland. Uiteindelijk werd duidelijk dat de medewerker graag de functie van de nieuwe manager had gewild. Die was zich daar niet van bewust. Daar hebben ze met elkaar over doorgepraat. Toen de frustratie van de medewerker was uitgesproken, was de kou uit de lucht.”

Emotioneel

Echtelieden die hun scheiding willen regelen, vormen een fors deel van de klanten van mediators. Als de partners uit zichzelf een mediator inschakelen, kan de scheiding doorgaans in redelijkheid worden afgewikkeld, stelt Bakker. „Mensen komen naar ons toe en zeggen: We zijn zo veel jaar getrouwd, we gaan scheiden. Maar we willen wel op een nette manier uit elkaar. We weten dat we samen ruzie gaan maken, dus neemt u ons aan de hand en bespreek de omgangsregeling met de kinderen, de verdeling van goederen, de fiscale zaken.”

Problematischer wordt het als de rechter scheidende partners doorverwijst naar een mediator. In die gevallen kan de bemiddelaar hooguit in de helft van de zaken tot een overeenkomst komen, schetst Bakker. „Ruzie tussen de echtelieden is dan vaak geëscaleerd. Mensen maken elkaar het leven zuur. Zo kwam een paar bij mij om een oplossing te vinden voor de bezoekregeling. De vrouw woont in Zutphen, haar ex-man ergens in het zuidwesten. Beiden zeiden geen geld te hebben voor de reis die het kind geregeld zou moeten maken voor het bezoek aan zijn vader. Toen ik met die mensen om de tafel zat, ging er een beerput open. Zo was er sprake van verslavingsproblematiek en bleken beiden in de schuldsanering te zitten. Uiteindelijk was de oplossing dat ze allebei zouden bijdragen in de reiskosten. Maar ik kreeg sterk de indruk dat alle problemen daarmee niet de wereld uit waren.”

De mediator krijgt ook erfeniskwesties op zijn bordje. „Ik heb bijvoorbeeld twaalf mensen om tafel gehad over de verdeling van de erfenis. Ze waren van tevoren allemaal wat zenuwachtig, maar zijn naar de mediator gegaan om er samen uit te komen. Het ging er heel emotioneel aan toe. Toch kwamen de familieleden met elkaar tot een oplossing. Bij voorkeur voer ik dit soort gesprekken in het ouderlijk huis. Dat is bekend terrein. Dan wordt vaak ook pijnlijk duidelijk wat de rolverdeling is. De oudste zus wil iedereen bemoederen, de jongste reageert daar heel allergisch op en zegt: „Jij behandelt me als een klein kind, terwijl ik 45 jaar ben.””

Dat er tijdens de mediationgesprekken emotionele discussies plaatsvinden, vindt Bakker geen probleem, maar bij (dreiging van) geweld trekt hij een grens. „Laat mensen maar boos zijn als ze hun verhaal vertellen. Als partijen schreeuwen en allerlei armgebaren maken, leun ik achterover en vraag of dit nu de bedoeling is. Dan schamen ze zich vaak de ogen uit hun hoofd. Wel moet je er als mediator goed op letten dat mensen niet te ver gaan. Ooit zei een man over zijn ex-vrouw: „Ik maak haar kapot.” Zo’n dreiging accepteer ik niet. Dan stop ik met de mediation. Het kan niet zo zijn dat ze op mijn kantoor de boel verbouwen.”

Zinloos

Anders dan een rechter is voor een mediator waarheidsvinding niet het hoogste doel, benadrukt Bakker. „Ik lees van tevoren nooit dossiers over een zaak. Ik hoor tijdens de gesprekken het verhaal van beide partijen aan. Onbevooroordeeld en onpartijdig. Ik probeer de communicatie in goede banen te leiden. Partijen moeten immers zélf tot een oplossing komen. Waarbij ik mensen er wel voor moet behoeden dat ze een overeenkomst tekenen waarvan ze de consequenties niet overzien. Als een werkgever na een conflict een bedrijf verlaat, moet ik hem er wel op wijzen dat hij bijvoorbeeld zaken rond zijn WW-uitkering goed moet regelen. Als een uiteindelijke mediationovereenkomst op papier staat, laat ik die altijd controleren door een jurist.”

Open communicatie tussen de partijen is van het grootste belang, benadrukt Bakker. „Mensen trekken in een conflict vaak een muur op. Als die omver gaat en mensen echt met elkaar in gesprek gaan, zie je dat problemen als sneeuw voor de zon kunnen verdwijnen.

Ik denk aan een ruzie tussen twee oudere werknemers van een sportkantine in de Achterhoek en de nieuwe beheerders, een jong stel uit het westen. Die twee oudere werknemers konden zich helemaal niet vinden in de managementideeën van dat jonge stel. Omgekeerd was er bij de nieuwe beheerders onbegrip over de werkwijze van de twee ervaren werknemers. Ze begrepen elkaar niet. Tijdens de mediation konden mensen vertellen wat hun dwars zat. Toen deden de jonge beheerders hun harde masker af en bleek dat ze best onzeker waren over het management. Ze beseften dat ze wat konden leren van de oudere werknemers. Andersom kregen die meer begrip voor de nieuwe leiding. Nu gaat het daar in die sportkantine gelukkig goed.”

Cruciaal is dat bij mediation beide partijen de „bereidheid” tonen om een uitweg in een conflict te zoeken. „Als partijen elkaar geen onderhandelingsruimte geven, heeft mediation geen zin. Het is bijvoorbeeld volkomen zinloos om een mediator af te sturen op de Palestijnse leider Abbas en de Israëlische premier Netanyahu.”

Nederigheid

Mediation mag dan „sneller, goedkoper en minder stressvol” zijn dan een procedure via een rechter, de bemiddeling is zeker niet altijd de meest geschikte manier om uit een conflict te komen, betoogt Bakker. „Een mediator moet in nederigheid kunnen zeggen: Dit kan ik niet aan. Denk aan zaken waarbij psychiatrische problematiek speelt. Dan kom je als het ware op gevaarlijk terrein en moet er een therapeut aan te pas komen.”

Wordt Bakker het niet zat om keer op keer met ruziemakers om tafel te zitten? „Ik vind het prachtig om ruziënde mensen bij elkaar te krijgen en dat er dan een oplossing komt. Ik probeer tegen te gaan dat bijvoorbeeld scheidende ouders conflicten over de rug van hun kinderen uitvechten. Want dat vind ik verschrikkelijk. Natuurlijk denk ik tijdens gesprekken wel eens: Hou eens op met dat gezeur. Maar dat moet ik niet laten merken. Ik vind het heerlijk om na een dag werken weer naar vrouw en kinderen te gaan. Na bijvoorbeeld een gesprek over een slepende echtscheidingszaak merk ik eens te meer dat ik na tien jaar nog altijd smoorverliefd ben op mijn vrouw.”


Steeds vaker mediation

Mediation, geschiloplossing buiten de rechter om, wordt populairder. Bij het Nederlands Mediation Instituut (NMI) staan momenteel 4700 mediators geregistreerd. Tien jaar geleden waren dat er ruim 1800. Veel van die bemiddelaars doen het werk parttime.

Verschillende topjuristen kiezen ervoor om als mediator aan de slag te gaan, berichtte Het Parool deze week. Onder hen de Amsterdamse kortgedingrechter Wil Tonkens.

Bij mediation voeren de ruziënde partijen onder leiding van een mediator enkele gesprekken om uit de impasse te komen. Het traject moet leiden tot een overeenkomst. In sommige zaken moet de rechter die overeenkomst nog wel bekrachtigen. Enkele weken geleden kondigde staatssecretaris Teeven (Justitie) aan dat hij mediation wil bevorderen, onder meer door invoering van een kwaliteitssysteem.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer