Droogte in waterrijk Ethiopië
In de droge gebieden van de Hoorn van Afrika zijn de eerste regens inmiddels gevallen. Maar de verloren oogst haalt niemand terug. In Ethiopië gaat er daarom ook noodhulp naar groene gebieden.
Om de hoek van de weg duikt een kudde koeien op. „Ha”, glimlacht John Connelly, terwijl hij vanuit zijn stadsautootje op het Ethiopische platteland naar een magere koe duimt. „Zie ik bij die voorste koe botten? Foto van maken en op de voorpagina zetten.” Als het dier opzij kijkt, staart het bovendien een droge rivierbedding in.
Even later sleurt het wagentje zich met ongedachte kracht uit een kuil in de weg omhoog, terwijl links en rechts van de stoffige weg het groen jubelend uit de grond springt. De Amerikaan grijnst nog eens. „En nu moet je je camera even wegstoppen.”
Het is een knipoog naar de verbazing van veel westerlingen wanneer ze voor het eerst in Ethiopië zijn. Het land mag de omvang hebben van drie keer Duitsland, maar in de heersende beeldvorming zit er weinig variatie in. Het is droog, hongerig en arm – heel arm. Het weelderige groen van de Ethiopische hooglanden past niet in dat beeld.
Connelly werkt voor de Amerikaanse organisatie Food for the Hungry (FH) in Ethiopië en stuurt zijn autootje naar een voedseluitdeling in de regio Shashego Bota, op zo’n 250 kilometer ten zuiden van de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Het droge stof wervelt de auto in, maar kurkdroog ziet het landschap er zeker niet uit. „Toch is noodhulp ook hier nodig”, benadrukt Connelly.
De grote droogtes troffen dit jaar vooral het zuidoosten van het land, waar nomadische volken vanouds van plek naar plek trekken, op zoek naar vruchtbare grond. Maar ook andere delen van het land kregen een gevoelige tik mee.
In Shashego Bota staan inmiddels tientallen mensen te wachten bij de voorraadschuren met voedsel. Ze hebben hun ezeltjes aan de kant van de weg geparkeerd, praten wat met elkaar of staan tegen een afrastering geleund geduldig op het begin van de uitdeling te wachten.
Een van de wachtenden is Amarach Shemoro, een vrouw van 35 jaar. Ze heeft er die morgen al vijf uur lopen opzitten. Het uitblijven van de regens in februari tot april heeft haar flink parten gespeeld. De oogst mislukte en daarbij stegen de voedselprijzen dramatisch. „Ik heb vier schapen moeten verkopen om op de markt voedsel te kunnen kopen”, zegt de jonge vrouw. Ze heeft zeven kinderen te onderhouden, terwijl haar echtgenoot al jaren terug is overleden.
„We bidden God voor goede regens in het nieuwe seizoen”, voegt Markos Gechamo (40) eraan toe. Ondanks de hitte is hij gekleed in blouse, trui en jas. Hij schudt zijn hoofd. „We hadden in het afgelopen seizoen niets aan onze zaden. We konden ze niet planten.” Ook Gechamo verkocht een deel van zijn vee: een os en drie koeien. „Ik was rijk”, bevestigt hij met een trotse glimlach. Maar ondanks dat lukte het hem dit jaar niet om zijn tienkoppige gezin zonder hulp te onderhouden.
Regens
Hij heft zijn hand op. Nee, de voedselhulp in Ethiopië gaat niet zomaar naar iedereen die zijn of haar vinger opsteekt, aldus de lokale medewerker van Food for the Hungry in zijn kantoortje in Shashego Bota. In de regio, waar zo’n 140.000 mensen wonen, vroegen dit jaar 21.000 inwoners om noodhulp, maar de Ethiopische regering bepaalde dat slechts 7000 van hen er werkelijk voor in aanmerking kwamen.
Daarnaast draait er een programma waarin 5000 families structurele steun krijgen om in hun levensonderhoud te voorzien. Trainingen en werkprojecten zijn erop gericht hen op den duur onafhankelijk te maken van hulp. Met een gemiddelde gezinsgrootte van zes gaat het daarbij om zo’n 30.000 mensen.
Is dat toch niet vreemd voor zo’n groen gebied? De term „groene honger” valt. Een gebied kan er prachtig uitzien, maar daarmee is nog niet gezegd dat de gewassen ook eetbaar zijn. De voedselproductie is vaak dermate laag dat de hele bevolking er onmogelijk van kan eten.
„Bovendien”, zegt FH-medewerker Connelly, „is de laatste oogst gewoon mislukt. Het uitblijven van de vroege regens heeft een gat geslagen in de voedselproductie. Dat kan niet meer ongedaan gemaakt worden.”
Inmiddels zijn zelfs in het droge zuidoosten van Ethiopië regens gevallen, maar die leveren in eerste instantie alleen maar extra zorg op. De droge grond laat geen water toe, waardoor het water aan de oppervlakte blijft staan. Daardoor worden niet alleen wegen bijzonder moeilijk begaanbaar, maar krijgen ook allerlei ziektes een kans. Parasieten en teken zetten de aanval in op mens en dier.
Rivieren
Ethiopië is groot en divers. Wie van Addis Abeba richting de stad Debre Zeit rijdt, op zo’n 100 kilometer ten zuidoosten van de hoofdstad, passeert het ene grote boerenbedrijf na het andere. Enorme kassencomplexen strekken zich uit. Velden vol gewassen staan er prachtig bij.
Dit is deel van het „productieve Ethiopië”, waar de grond uiterst vruchtbaar is, de regens vrijwel ieder jaar goed zijn en de productie hoog ligt. Het productieve Ethiopië concentreert zich in het middenwesten van het land en is dichtbevolkt. Ook dit jaar zijn er uitstekende oogsten binnengehaald. „Er viel dit jaar zelfs meer regen dan ooit”, stelt dr. Akilu Dalelo van de Addis Abeba-universiteit.
Kwetsbaarder is de vruchtbaarheid traditioneel in de nomadische gebieden, die ruwweg in het oosten van het land liggen. Daartussenin bevinden zich de delen die door sommige instanties aangeduid worden als het „hongerige Ethiopië.” Daar is vruchtbare grond altijd schaars.
De regens laten zich nooit helemaal voorspellen, zegt dr. Dalelo in een hotel in Addis Abeba. „De laatste vijftien jaar was de jaarlijkse hoeveelheid regen vrij constant, maar de timing is onregelmatiger geworden. En als de regen te laat komt, is de oogst mislukt. Boeren zijn vaak totaal afhankelijk van de regens.”
De wetenschapper maakt duidelijk dat Ethiopië altijd droogteperiodes heeft gekend. Dalelo: „Maar het probleem is dat tijden van droogte elkaar steeds sneller opvolgen. Daardoor schieten de traditionele overlevingsmechanismen tekort en staan we in een jaar als dit voor grote problemen.”
Daarbij komt de groei van de Ethiopische bevolking. „Let wel”, zegt Dalelo, „die is van 1984 tot 2011 gegroeid van 42 miljoen tot ruim 85 miljoen mensen. Dat is enorm. Steeds meer mensen zijn dus afhankelijk van een beperkte hoeveelheid vruchtbare grond.”
De geograaf is er echter van overtuigd dat Ethiopië door goed watermanagement zijn hele bevolking kan voeden. „Ook in het zuiden van het land kan irrigatie wonderen doen. Behalve de Nijl kennen we in Ethiopië zeven grote rivieren. Er is geen land in Oost-Afrika dat zo veel water heeft. Op het gebied van irrigatie zijn de afgelopen jaren al grote vorderingen gemaakt, maar er valt nog veel meer vooruitgang te boeken.”
Waarom al die mogelijkheden zolang onbenut zijn gebleven? „Dat heeft vele redenen”, verzucht Dalelo „We hebben hier jarenlang de Rode Terreur van het Mengisturegime gehad (1975-1991, MW) en daarbij de slepende conflicten met Eritrea en Somalië. Er was weinig tijd voor ontwikkeling van het land, omdat het winnen van de oorlog de eerste prioriteit was. Nu kennen we echter stabiliteit en is de tijd rijp voor grote veranderingen.”
Aanmodderen
Gerrit Noordam houdt zich vanuit de Nederlandse ambassade in Ethiopië bezig met het verbeteren van de voedselveiligheid in Ethiopië. Ook hij is ervan overtuigd dat er veel meer uit de Ethiopische grond te halen is dan tot nu toe gebeurt. „In grote delen van Ethiopië heeft de afgelopen eeuwen geen duurzaam landbouwsysteem gefunctioneerd. Er is maar wat aangemodderd, waardoor veel vruchtbare grond verloren is gegaan.”
Nederland sluit met het programma voor duurzame voedselproductie overigens aan bij de plannen van de Ethiopische regering. Die heeft zich tot doel gesteld dat Ethiopië in 2015 op voedselgebied geheel zelfvoorzienend moet zijn. Noordam vindt dat „ambitieus”, maar hij is blij dat er veel aandacht voor is. Ook de Wereldbank participeert in het project.
Een groot team van voorlichters zal de komende tijd het land doorgaan om kleine boeren te leren hoe ze hun productie kunnen verhogen en op de markt kunnen brengen. „Zelfs zonder mechanisatie is er al een hele slag te maken”, stelt Noordam.
Daarnaast is er ook aandacht voor de ontwikkeling van grootschalige landbouw, zoals die bijvoorbeeld vorm krijgt in Debre Zeit. In en rond de stad zijn onder anderen enkele Nederlandse rozenkwekers en boeren actief. Er worden zaden ontwikkeld, die de landbouwproductie enorm kunnen opstuwen. Dergelijke initiatieven zijn voor Noordam de „speedboten” van de vooruitgang.
Natuurlijk bannen dergelijke initiatieven de droogtes nog niet uit. Maar ook daarop valt volgens Noordam beter te anticiperen. „Ja, irrigatie kan helpen”, zegt hij, „maar ook voorlichting kan al veel doen. Wanneer boeren weten dat er een droogte aankomt, kunnen ze hun vee bijvoorbeeld op tijd verkopen, als het nog vet is. Of ze kunnen hun vee op tijd naar vruchtbare gebieden brengen, om het daar te laten grazen. Het kan voorkomen dat ze tijdens de droogte helemaal aan de grond komen te zitten.”
Dit is het eerste artikel in een drieluik over voedselzekerheid en ontwikkeling in Ethiopië. Dinsdag in Puntkomma deel twee.
Eerste regens in drie jaar in zuiden Ethiopië
In het woestijnachtige zuidoosten van Ethiopië is drie weken geleden voor het eerst in lange tijd regen gevallen. „Het waren de eerste regens in drie jaar”, zegt Bert van der Waal, die voor ZOA-Vluchtelingenzorg de afgelopen twee maanden in het gebied verbleef. „Ja, de bevolking is er uiteraard blij mee. Op hetzelfde moment zorgt de huidige overvloed aan regen er echter voor dat het water blijft staan en de kans op ziektes als malaria toeneemt.” Ook cholera ligt op de loer.
Van der Waal was actief in en rond het vluchtelingenkamp Dolo Ado, aan de Ethiopisch-Somalische grens. Het kamp herbergt inmiddels 25.000 vluchtelingen vanuit Somalië. In totaal verblijven er verspreid over vier verschillende kampen langs de grens in Ethiopië zo’n 140.000 Somalische vluchtelingen.
„Vlak voor de regens steeg het aantal Somalische vluchtelingen tot zo’n 700 per dag”, geeft Van der Waal aan. Lange tijd schommelde het aantal rond de 150 tot 200. Door de regens komen er de laatste weken echter weer veel minder Somaliërs de grens over. Wegen zijn nog nauwelijks begaanbaar. De politieke situatie in Somalië is dramatisch, maar Van der Waal heeft de indruk dat de meeste vluchtelingen toch primair op de vlucht zijn voor droogte en honger.
De komst van de tienduizenden vluchtelingen levert gemakkelijk spanningen op met de nomadische Ethiopische bewoners van het gebied. Van der Waal: „De vluchtelingen hebben brandhout nodig om op te koken. Dat is schaars in het gebied en dat leidt uiteraard gemakkelijk tot conflicten met de Ethiopiërs in de regio, die toch ook al een hard bestaan leiden. Daarom delen we als ZOA houtbesparende kacheltjes uit.”
Daarnaast zet de hulporganisatie –die voor de noodhulp in de Hoorn van Afrika de handen ineen heeft geslagen met Woord en Daad, Dorcas en Red een Kind– zich in voor de komst van onderwijs voor de kinderen in het kamp.