Bush hekelt slavernij tijdens reis in Afrika
Meteen aan het begin van zijn eerste bezoek aan Afrika als Amerikaanse president heeft Bush de slavernij veroordeeld. Hij omschreef de transatlantische slavenhandel als een van de grootste misdaden uit de geschiedenis.
De president onderstreepte dat de nalatenschap van de slavernij nog altijd haar weerslag in de Amerikaanse maatschappij heeft. Maar hij bood geen excuses aan, omdat Washington schadeclaims door nabestaanden wil voorkomen.
Bush hield zijn toespraak op het eiland Goree voor de kust van de Senegalese hoofdstad Dakar. In het door Nederlandse slavenhandelaars gebouwde huis werden vroeger slaven gekeurd, gebrandmerkt en ingeladen voor de overtocht naar Amerika - „voor een reis zonder terugkeer”, aldus Bush.
Het Amerikaanse staatshoofd ontmoette tijdens zijn bezoek van zes uur aan Senegal de Senegalese president Wade en andere West-Afrikaanse leiders. Zij spraken vooral over de crisis in het door een burgeroorlog verscheurde West-Afrikaanse Liberia, die het Bush-bezoek enigszins overschaduwt. Bush begon zijn rondreis in Senegal, omdat Washington het land als schoolvoorbeeld van democratisering beschouwt.
Bush zei nog geen besluit te hebben genomen over het sturen van een vredesmacht naar Liberia. „De Verenigde Staten zullen samenwerken met Ecowas (Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten). De Verenigde Naties zullen er ook bij worden betrokken”, aldus de Amerikaanse leider.
Washington stuurde een twintig koppen tellend militair verkenningsteam naar het land om de situatie in ogenschouw te nemen. Na veertien jaar burgeroorlog hopen veel Liberianen op de komst van een Amerikaanse vredesmacht. Liberia is gesticht door vrijgelaten Amerikaanse slaven.
De belangstelling bij de Senegalese bevolking voor Bush beperkte zich tot kleine groepen nieuwsgierigen in de straten van Dakar. Sommigen zwaaiden en applaudisseerden. Her en der uitten zich ook tegenstanders van het bezoek. De demonstranten riepen onder meer ”Bush: slachter” uit protest tegen het Amerikaanse ingrijpen in Irak. Bush’ voorganger Clinton werd in maart 1998 in Ghana tijdens zijn eerste Afrika-reis door een enthousiaste menigte van 500.000 man toegejuicht.
Na zijn bezoek aan Senegal vertrok Bush in het presidentiële toestel, de Air Force One, naar Zuid-Afrika. Daar staan de economische problemen en de terreur- en aids-bestrijding op de agenda. Zijn rondreis voert Bush verder naar Botswana, Uganda en Nigeria. Met zijn vijfdaagse bezoek wil de president aantonen, ook aan de zwarte bevolking in eigen land, dat hij wel degelijk betrokken is bij het straatarme continent. Zo zegde hij 15 miljard dollar toe in de strijd tegen aids.
Minister Powell van Buitenlandse Zaken en nationaal veiligheidsadviseur Rice vergezellen de Amerikaanse president. Ook de stafchef van het Witte Huis, Card, reist mee.
Botswana tekent een akkoord met de Amerikanen over het Internationaal Strafhof in Den Haag. Daarin verzekert het Afrikaanse land geen Amerikanen aan het hof uit te leveren. De mededeling komt twee dagen voordat de Amerikaanse president Bush een bezoek aan Botswana brengt.
Washington schortte kortgeleden alle lopende militaire steun op aan landen die het strafhof steunen en geen apart akkoord hebben gesloten met de VS om Amerikaanse staatburgers niet naar Den Haag te sturen. Bush had Botswana al gevrijwaard van deze maatregel, omdat militaire hulp aan dit land de Amerikaanse belangen zou dienen.
Ook Nigeria en Uganda, die eveneens bezoek krijgen van Bush, waren om die reden al uitgezonderd van de opschorting van steun. Senegal, waar Bush gisteren was, sloot al eerder een bilateraal akkoord met Washington over het strafhof.