„Protestant in genadeleer dicht bij rooms-katholiek”
LEMELE - „In de genadeleer staan protestanten en katholieken dichter bij elkaar dan we misschien graag waar willen hebben.”Op het CSFR-zomercongres in Lemele staat deze week de verhouding Rome-Reformatie centraal. Dinsdagmiddag waren er workshops over Calvijn (prof. W. Balke), het Tweede Vaticaanse Concilie, kerkstructuur, de biecht (een rooms-katholieke pastoor) en de overgang van een protestant naar de Rooms-Katholieke Kerk.
Welke overwegingen een protestant doen besluiten om rooms-katholiek te worden, werd uiteengezet door Diederik Wienen. Hij studeerde theologie, was in Utrecht preses van de plaatselijke CSFR en is nu werkzaam als catecheet in de Rooms-Katholieke Kerk.
Tijdens de kerkelijke opleiding twijfelde Wienen aan de gemeenschappelijke basis van protestanten, aan een duidelijke lijn waar iedereen het mee eens is. „Er was zo weinig lijn in de kern van het belijden, dat ik vragen kreeg.”
Wienen beseft dat de pluriformiteit in de Rooms-Katholieke Kerk ook groot is, maar hier vindt hij wel de eenheid van de kerk die niet kan scheuren, een kerk die het in noodzakelijke leerstukken eens is en waarin de eenheid wordt belichaamd door het gezag van bisschoppen en paus. Augustinus en de negentiende-eeuwse kardinaal Newman (een anglicaan die katholiek werd) vormen belangrijke inspiratiebronnen voor hem.
„Met de Heidelbergse Catechismus heb ik helemaal niet zoveel moeite”, zegt Wienen desgevraagd, „daarin wordt de zonde betrokken op de verlossing. Maar het blijven zitten in de zonde, zoals je in bepaalde kringen ziet, is een gevaarlijke ontwikkeling. Augustinus zegt: Gelukkige schuld die het verdiende om zo een Verlosser te krijgen.”
Volgens Wienen staan protestanten en rooms-katholieken in de genadeleer dichter bij elkaar dan vaak wordt gedacht. „Pas op het punt van de kerk is het in de zestiende eeuw stuk gelopen.”