Om Sions Wil
Het is maandag 75 jaar geleden dat de godsdienstleraar en latere ds. G. de Pater het blad Om Sions Wil voor het eerst het licht deed zien. In een jubileumnummer blikt de redactie terug. Soms verschenen er artikelen die „met een knipoog gelezen mogen worden” – zoals het volgende.
„Een predikant had in zijn gemeente een vrouw die niet gemakkelijk was. Ze had altijd wat aan te merken op zijn preken. Ook vond ze het heel niet goed dat de dominee zaterdags op zijn studeerkamer zat gebogen over de preek die hij zondags houden zou. Neen, dominee moest pas op de kansel zeggen wat de Heilige Geest hem te spreken gaf.
Op zekere avond was de dominee bij de vrouw op bezoek en toen kreeg hij de wind van voren, zoals men dat noemt. De vrouw had een gladde tong en ratelde de zinnen met grote snelheid af. Dominee kon er bijna geen woord tussen krijgen en liet ze daarom maar uitpraten.
Toen ze zover was zei hij: „Me dunkt vrouwtje, als u dominee was, dan zoudt u wel kunnen preken.”
„Best hoor”, zei de vrouw trots en lachte een beetje. „Nu, dan zal ik u eens een tekst opgeven en die moet u mij eens uitleggen en toepassen zoals ik dat op de kansel moet doen. Vindt u dat goed?”
De vrouw vond het wel aardig dat de dominee haar die voorslag deed. Daarom zei ze: „Ga uw gang maar.”
Toen sprak de dominee rustig: „Het is beter te wonen op een hoek van het dak dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.”
De vrouw werd meteen boos en zei: „Dat is zeker op mij gemunt.”
„Ho vrouw”, zei dominee nu, „u begint helemaal verkeerd. U begint met de toepassing en die moet nu juist achteraan komen.””
Het Zoeklicht
Hoe komen we er toch bij om onze jongeren te verbieden naar de preek te luisteren? Met zijn commentaar in Het Zoeklicht (blad van de gelijknamige vereniging) hoopt Dirk van Genderen kerken wakker te schudden.
„Is het bij u in de gemeente ook gebruikelijk dat er een hele uittocht plaatsvindt van jeugd, net voordat de preek begint? Alle kinderen en jongeren, soms wel tot 18 jaar aan toe, gaan dan naar hun eigen samenkomsten. Zeker, ook daar krijgen ze, naar ik hoop en verwacht, over de Here Jezus te horen. Maar waarom mogen zijn niet naar de preek luisteren? Ik heb er steeds meer moeite mee dat dit gebeurt.
Voor de peuters, kleuters en de allerjongsten tot een jaar of 5, 6, is het goed wanneer er voor hen oppas is. Maar hoe komen we er toch bij om onze jongeren te verbieden naar de preek te luisteren? Ik stel het bewust erg zwart-wit, opdat we wakker zullen schrikken. Denken we dat ze de preek niet begrijpen? Dat het niet interessant voor hen is? Dat ze er een afkeer van de kerk door krijgen? Dat God niet tot hen kan spreken door de preek? (…) Onze jongeren horen er toch helemaal bij. Een preek wordt nu bijna iets geheimzinnigs, waar geen kind bij aanwezig mag zijn. Dat is geen goed signaal wat we afgeven naar onze kinderen en onze jeugd toe. Ik vermoed dat het één van de oorzaken is dat onze jongeren op een gegeven moment afhaken. Wellicht is het een idee om hier eens uitgebreider onderzoek naar te doen.
Wat is er heerlijker dan met onze kinderen –als de Here ons die gegeven heeft– de preek te beluisteren en er thuis ook over na te praten. Dat vraagt de nodige inzet van ouders, maar als de Here ons kinderen geeft, hebben we toch ook de verantwoordelijkheid hen op te voeden in de vreze des Heren?
Is het u wel eens opgevallen dat Ezra, bij de beschrijving van de grote verootmoedigingsbijeenkomst, de aanwezigheid van kinderen expliciet vermeldt? We lezen in hoofdstuk 10:1: „Terwijl Ezra zo bad en deze belijdenis deed en zich huilend voor het huis van God liet neervallen, voegde een zeer grote menigte van mannen, vrouwen en kinderen uit Israël zich bij hem; want ook het volk huilde luid.” Stel je eens voor dat die kinderen in een aparte kindersamenkomst waren gebracht waar ze knutselwerkjes zouden doen…
Ik woon in de Alblasserwaard, waar 250 jaar geleden een opwekking plaatsvond. Het waren juist de kinderen van 5 en 6 bij wie de opwekking begon.”