Frans-Duits leiderschap mag niet falen
APELDOORN – Bondskanselier Merkel en president Sarkozy wekken hooggespannen verwachtingen. Ze hebben aangekondigd dat ze binnenkort met een groots plan komen om de eurocrisis op te lossen. Als dat maar niet tegenvalt.
Niet Van Rompuy of Barroso, maar Duitsland en Frankrijk maken de dienst uit in de EU. Als de leiders van de twee grote lidstaten het met elkaar eens zijn, is de zaak beklonken. De rest volgt dan meestal. Zo werkt het, leert de ervaring. Tegen die achtergrond kijkt iedereen met veel belangstelling uit naar wat ze ditmaal in petto hebben, op een moment met volop dreiging van een escalerende schuldenproblematiek, omvallende banken en een nieuwe recessie.
Afgelopen zondag voerden Merkel en Sarkozy overleg. Ze lieten weten voor het einde van de maand een alomvattend pakket van maatregelen te zullen presenteren. Aanvankelijk zou aanstaande maandag en dinsdag de EU-herfsttop plaatsvinden, maar die is inmiddels uitgesteld tot zondag 23 oktober. Voorzitter Van Rompuy wenst blijkbaar eerst meer duidelijkheid over de bedoelingen van Duitsland en Frankrijk.
De regeringen in Berlijn en Parijs voelen ook druk van buiten het eigen continent. Begin november vergadert de G20 in Cannes. De Verenigde Staten willen dan van Europa horen hoe het de schuldencrisis eindelijk eens effectief denkt aan te pakken, benadrukken ze. Er is Sarkozy ongetwijfeld veel aan gelegen om in de Zuid-Franse kustplaats succes te boeken. Hij moet daartoe samen met Merkel concrete, ingrijpende en gedurfde voorstellen aandragen.
Hun plan zal over ten minste de volgende vier elementen helderheid dienen te verschaffen. Zo is kapitaalsteun om de positie van de banken te versterken de laatste weken een belangrijk onderwerp. De Fransen dringen erop aan om daarvoor vooral het noodfonds in te schakelen, terwijl de Duitsers op dit punt primair een taak zien voor de nationale overheden.
Het gaat tevens om dat noodfonds zelf. De omvang ervan is relatief gering (750 miljard euro). Er klinken pleidooien voor uitbreiding, onder andere van Amerikaanse zijde, tot misschien wel 2000 miljard euro of meer. Er zijn ook ideeën om van het EFSF, zoals het officieel heet, een bank te maken, die met een ongewijzigd vermogen een veelvoud daarvan kan uitlenen.
En dan Griekenland. Dat wacht nog steeds op toekenning van de zesde tranche van de toegezegde kredieten. Mogelijk wordt daar een sanering van de schuld aan gekoppeld, in de zin van een forsere afwaardering van de uitstaande staatsobligaties bij private beleggers, waaronder banken, dan de tot dusver voorziene 21 procent.
Voorts ligt de vraag op tafel hoe de eurolanden in de toekomst ontsporingen denken te vermijden, via welke bevoegdheden voor Brussel. Interessant daarbij is wat er gebeurt met de Nederlandse suggestie om een Eurocommissaris aan te stellen die met behulp van eventuele sancties waakt over strikte begrotingsdiscipline.
Merkel en Sarkozy zetten met de aankondiging van een soort masterplan hoog in en nemen daarmee een risico. Als hun woorden onvoldoende uitwerking krijgen in daden, zal een averechts effect optreden. Dan wordt het vertrouwen dat de Europese politici in staat zijn een oplossing te vinden voor de crisis verder ondermijnd en zullen de markten sterk negatief reageren. Het Frans-Duitse leiderschap mag de komende dagen niet falen.