Wat is de meerwaarde van zo’n conferentie? „Doel is de gemeenschap van christenstudenten wereldwijd te beleven en van elkaar te leren”, zegt Griffioen. „Het is het verlangen van God dat Zijn Naam wordt grootgemaakt door alle volken en naties. Bij alle aandacht die we hebben voor het wereldwijde werk van God willen wij mensen vooral meenemen naar de plaatselijke situatie. Want daar ligt het hart van het gemeentezijn. En dan zie je hoe belangrijk het is om je geloof daar concreet te vertalen.”

IFES richt zich vanouds op actief evangeliseren onder studenten. „Studenten bereiken studenten met het Evangelie”, zo vat Griffioen de doelstelling kortweg samen. Discipelschap en zending vormen de andere twee poten. Bij IFES-Nederland zijn 43 plaatselijke studentenverenigingen aangesloten, waaronder de CSFR-disputen, Ichthus-groepen en vrijgemaakte studentenverenigingen. Verder worden er vanuit IFES-Nederland missionaire en diaconale activiteiten ontplooid onder buitenlandse studenten in Nederland.

De kerkelijke kaart van de studentenwereld is de afgelopen jaren erg veranderd. De toename van het aantal Oost-Europese studenten, bijvoorbeeld, is opvallend. Na de val van de Berlijnse muur in 1989 ging IFES volop aan het werk in Oost-Europa. Recent hoorde Griffioen van een conferentie in de voormalige Sovjet-Unie. „Van de 200 studenten was 60 procent tot geloof gekomen in hun studententijd.”

Een studentenbeweging daar bestaat dus grotendeels uit aanwas uit de wereld. De afgestudeerden met een meer evangelische geloofsbeleving vinden vaak moeilijk aansluiting bij de voormalige ondergrondse kerk. IFES wil dienstbaar zijn aan de plaatselijke kerk en geeft daarom ook veel aandacht aan het werk onder afgestudeerden. In heel Europa zijn nu 43 landen waar IFES actief is.

Wereldwijd heeft de studentenorganisatie afdelingen in 143 landen, waarvan er 120 volledig zelfstandig zijn. In enkele landen, zoals China en in een aantal landen in het Midden-Oosten, werken de afdelingen in het geheim. Op de komende conferentie komen uit Afrika en Zuid-Amerika samen zo’n 100 vertegenwoordigers. Het niet-westerse aandeel is kleiner dan vier jaar geleden, toen de Assemblee werd gehouden in Zuid-Korea.

Steeds weer ziet IFES zich gesteld tegenover gevaren in de studentenwereld. Griffioen wijst op het gevaar van relativisme en materialisme. „Ook christenstudenten ontkomen daar niet aan. Waarin verschillen christenen van niet-christenen als het gaat om het hangen aan materiële zekerheden? De intolerantie ten opzichte van een duidelijke bijbelse boodschap neemt toe. Er is meer ruimte om over God en religie te praten, maar Jezus Christus te zien als unieke Verlosser ligt veel moeilijker.

Aan de andere kant zie je genoeg pas afgestudeerden die niet alleen op hun carrière gericht zijn. Zij willen bijvoorbeeld één dag naast hun baan besteden aan het IFES-werk.”

De christelijke studentenwereld kent ook nieuwe uitdagingen. „Was vroeger de tegenstelling Noord en Zuid, arm en rijk, erg relevant, nu staan deze verhoudingen in een ander perspectief. In het arme Afrika bijvoorbeeld is een aantal landen overwegend christelijk geworden. Daar worstelt men nog steeds met problemen zoals corruptie en vrije seksualiteit. Een christelijke minister van Justitie daagde de IFES-beweging in zijn land uit en vroeg om 30 integere afgestudeerde juristen. Dan komt het er wel op aan… Het geloof kan mijlen breed zijn, maar is soms slechts enkele millimeters diep.”

Afrikanen kunnen leren van de Nederlandse geschiedenis en van Kuyper, die stelde dat elk levensterrein staat onder heerschappij van Christus, aldus Griffioen. Tegelijkertijd steekt hij de hand in eigen boezem. „De EU-handelsbarrières belemmeren de ontwikkeling van Afrika en westerse studenten zijn niet altijd te motiveren voor bezinning op geloof en levensstijl.”

Het mooie van de conferentie in Dalfsen is de wisselwerking tussen de verschillende culturen, vindt Griffioen. „Wij kunnen leren van de passie voor evangelisatie die Oost-Europeanen hebben, terwijl wij hen kunnen laten delen in de rijke bagage van onze lange christelijke traditie.”

Het interculturele aspect zal op de conferentie een belangrijke plaats innemen. De drie bijbelleraren komen uit Europa, Afrika en Latijns-Amerika. Zij houden de bijbelstudie, die elke morgen plaatsvindt, in hun eigen taal. Deze wordt vervolgens simultaan in het Engels (de voertaal) vertaald.

Die verschillende culturen kunnen ook wel spanningen teweegbrengen. „Er is een vertegenwoordiger van de Palestijnse gebieden en een van Israël. Dan komen de vragen rond conflict en verzoening ter sprake op een van de ”Word and World”-avonden tijdens de conferentie.”

IFES gaat uit van de Bijbel als het betrouwbare en gezaghebbende Woord van God. De leerstellige basis wordt gevormd door kernelementen als het geloof in God de Schepper, de verlorenheid van de mens, de verzoening in Christus en de vernieuwing door de Heilige Geest. De organisatie bestaat uit evangelische en reformatorische studentenverenigingen.

Wereldwijd is discussie ontstaan over het toelaten van studenten uit de Rooms-Katholieke Kerk. Sommigen vinden dat het niet kan, anderen menen van wel. Griffioen: „In principe mag iedere student lid worden van IFES, als hij of zij de grondslag en doelstelling maar wil onderschrijven. IFES kent leden vanuit de pinksterbeweging tot de Oud Gereformeerde Gemeenten en wil haar leden toerusten om dienstbaar te zijn aan Christus’ kerk en aan de plaatselijke gemeente. De conferentie wordt begonnen met het voorlezen van de beginselverklaring om te laten zien dat we daarvoor staan. We sluiten nooit iemand op voorhand uit. Eenheid in verscheidenheid is bij ons een belangrijk principe.”

Het mooie van IFES is dat zij christenen uit alle landen bij elkaar brengt, aldus Griffioen. „De conferentie is niet een doel op zichzelf, maar is onderschikt aan het doel om Christus te verkondigen in de plaatselijke situatie en juist wereldwijd van elkaar te leren. De verschillende culturen en geloofsbelevingen vormen daarbij een uitdaging. Gods Koninkrijk is wereldwijd, maar krijgt wel gestalte in concrete mensen. Studenten zijn daarin een strategische groep mensen. Zij vervullen later vaak een voortrekkersrol.”