Politiek

‘Outsiders’ boeken steeds meer winst in politiek

Outsiders in de politiek zijn er altijd geweest. Denk aan Artsen zonder Grenzen directeur Jacques de Milliano. Aangetreden als CDA-Kamerlid in 1998, bleek al snel dat hij allergisch was voor de Haagse slangenkuil, waarin hij het slechts een blauwe maandag vol hield.

30 September 2011 23:29Gewijzigd op 14 November 2020 16:54Leestijd 4 minuten
Van Agt. Foto RD
Van Agt. Foto RD

Politici die pretenteerden outsider te zijn maar het in werkelijkheid niet waren, zijn er nog veel meer geweest. Een mooi voorbeeld is oud-premier Van Agt, die zijn imago van aan het Binnenhof verdwaalde racefietser zorgvuldig koesterde.

Het is juist dat type politicus, de man die het doet voorkomen alsof hij eigenlijk liever niets met dat smerige Haagse gekonkel te maken zou hebben, dat het de laatste jaren in electoraal opzicht uitstekend doet. Fortuyn versloeg er tien jaar geleden zijn duizenden mee.

PVV-leider Wilders doet hem dat kunstje al een jaar of zes ijverig na. „Ik zit hier wel, maar ik hoor hier niet.”

Politiek commentatoren die verwacht hadden dat Wilders met deze tactiek zou stoppen nadat hij zichzelf als gedoogpartner aan het kabinet had vastgeklonken, zijn bedrogen uitgekomen. Even leek het er inderdaad op dat de PVV-leider bezig was zijn toon te matigen. Maar sinds vorige week schimpt, sart en provoceert hij er weer lustig op los.

Meegaan op een reis van ontwikkelingsorganisatie Plan om met eigen ogen te zien hoe men de allerarmsten van de wereld bijstand verleent? Hij peinst er niet over. Voor hem geen „snoepreisjes” en „linkse hobby’s.” En rustig overleggen met de andere fractievoorzitters over de toon van het politieke debat? „Jullie kunnen allemaal de boom in.”

Het is duidelijk: naarmate Wilders meer ingekapseld dreigt te raken in de Haagse politiek en het risico steeds groter wordt dat de kiezer de stevige bezuinigingmaat­regelen van het kabinet ook hem gaat aanrekenen, groeit zijn behoefte om afstand nemen van “de politieke elite” in het algemeen en deze coalitie in het bijzonder.

Vandaar zijn heftige „Doe eens normaal, man!”, vorige week tegen premier Rutte. Vandaar ook het kinderachtige, zich eindeloos herhalende bekvechten met Cohen. „U bent de echte gedoger.” „Nee, u!” „Nee, u!”

Jezelf voordoen als een buitenstaander om daarmee de sympathie te winnen van de man in de straat, is een fenomeen dat zich al aan het eind van de 19e eeuw voordeed. Toen al spraken politici in de Tweede Kamer –zoals men het destijds noemde– „uit het open raam.” Formeel richtten ze hun betogen tot de regering, feitelijk was hun soms in rauwe taal verpakte boodschap bedoeld voor de mensen ‘buiten’. Kijk mij eens niet-ingekapseld wezen!

Dat de winstgevendheid van deze manier van politiek bedrijven zo is toegenomen, heeft in elk geval twee oorzaken. De eerste betreft de democratisering van de samenleving, die alle gevoel voor gezagsverhoudingen heeft verloren. Steeds grotere groepen kiezers vinden het prachtig als de hoge heren met de mattenklopper krijgen.

De tweede betreft de moderne communicatiemiddelen. ,Met politiek bedrijven „uit het open raam” bereikte je vroeger alleen een kleine groep lezers van dagbladen. Nu krijgt iedereen, via internet of tv, wel iets van een groot Kamerdebat mee.

Dat Wilders in werkelijkheid helemaal niet zo’n outsider is –hij loopt in het Haagse circuit al meer dan twintig jaar mee en heeft buiten de politiek nauwelijks hobby’s–, is in zekere zin niet relevant. Anno 2011 is het de beeldvorming die telt.

Daarbij helpt het de PVV enorm dat VVD en CDA een jaar geleden voor een gedoogconstructie kozen. Dat Wilders’ partij geen ministers levert, maakt het voor hem alleen maar makkelijker te suggereren dat hij voor dit beleid nauwelijks verantwoordelijk is.

Dat heeft natuurlijk iets oneerlijks. Toch zal Wilders er niet mee stoppen zolang dit gedrag hem kiezers oplevert.

Wel bergt het voor hem één risico in zich. Als hij door zijn botte gedrag zijn medepolitici té zeer van zich vervreemdt, kan zich dat later, bij nieuwe coalitievorming, tegen hem keren. Het is de vraag of er na vorige week nog één partij is die zich kan voorstellen dat deze man ooit minister of premier wordt.

Zeker, uitbouwen van het outsider-imago kán de PVV tot de grootste maken. Maar dat grootste partijen ondanks hun omvang werkloos aan de kant kunnen komen te staan, daarover kon destijds PvdA-leider Den Uyl meepraten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer