VN-topman Ban Ki-moon maakte woensdag een rapport openbaar over geweldsincidenten in het Centraal-Aziatische land. In de eerste 8 maanden van 2011 werden gemiddeld 2108 geweldsincidenten per maand geregistreerd.

Dat is 39 procent meer dan in dezelfde periode in 2010, terwijl dat jaar al alle records brak in het aantal geweldsincidenten. Circa 130.000 Afghanen sloegen op de vlucht voor het geweld.

Het geweld treft vooral gewone Afghanen. In het eerste halfjaar hebben de VN 1462 burgerdoden geteld, in de zomermaanden kwamen daar nog eens 971 burgers bij. Daarmee is 2011 hard op weg het dodelijkste jaar voor Afghaanse burgers te worden sinds het begin van de oorlog. Belangrijkste doodsoorzaken zijn bermbomexplosies, vuurgevechten, zelfmoordaanslagen en luchtaanvallen door de internationale troepenmacht ISAF.

Het gevaarlijkste gebied is nog altijd het zuiden van het land. Twee op de drie geweldsincidenten hebben daar plaats. Het gebied is de bakermat van de radicaalislamitische Talibanbeweging. Die was van 1996 tot oktober 2001 aan de macht in Afghanistan. Hun bewind werd beëindigd tijdens Operation Enduring Freedom, die begon op 7 oktober 2001 en die was opgezet door de Verenigde Staten.

Volgens mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Amnesty International is de dramatische veiligheidssituatie in Afghanistan het resultaat van een reeks factoren. Zo zijn extremisten tegenwoordig in het hele land actief met terreuracties. Ook de hoofdstad Kabul, tot nog niet zo heel lang geleden relatief veilig, was in de afgelopen weken het toneel van meerdere aanslagen. Ex-president Burhanuddin Rabbani werd vorige week in zijn woning in Kabul om het leven gebracht door een zelfmoordenaar.

De Afghaanse veiligheidsdiensten maken zich ook schuldig aan misdaden tegen de burgers die ze eigenlijk zouden moeten beschermen. De harde aanpak van extremisten door ISAF gaat daarnaast gepaard met te veel burgerdoden, aldus de mensenrechtenorganisaties.