Kerk & religie

Ontmoetingsdag Stichting Bewaar het Pand over prediking

URK – „Een rechte prediking dient mensen alle verontschuldiging te ontnemen en dient alle vrijblijvendheid uit te bannen. De prediking dient appellerend te zijn en moet de mens in de klem brengen.” Dat zei ds. M. A. Kempeneers, christelijk gereformeerd predikant te Elburg, zaterdag in Urk op de ontmoetingsdag van de stichting Bewaar het Pand binnen de Christelijke Gereformeerde Kerk.

Van een medewerker
24 September 2011 21:44Gewijzigd op 14 November 2020 16:48
Urk. Foto Sjaak Verboom
Urk. Foto Sjaak Verboom

Het thema van de ontmoetingsdag was: ”Aspecten van de prediking”. Ds. Kempeneers sprak over ”Appellerende prediking”; ds. A. A. Egas, predikant te Nieuwkoop over ”Bevindelijke prediking”; ds. P. Roos, emeritus predikant te Burgum over ”Onderscheidenlijke prediking”; en ten slotte ds. A. van Heteren, predikant te Urk over ”Christusprediking”.

Veelgehoorde klachten zijn een gebrek aan goede prediking en gebrek aan Christusprediking. De nood van de kerk is volgens ds. Kempeneers de nood van de prediker. Een predikant wordt uitgezonden om te verkondigen, vervolgde hij. „Een prediker moet zaaien en dient niet uit te gaan van de onmogelijkheden van de hoorders. Het is de Geest die beloofd is en zich aan de prediking paart. Predikers moeten de mensen bewegen tot geloof.”

Ds. Kempeneers wees in dat verband op de verhoging van Jozef tot onderkoning door de Egyptische Faraö. Een heraut kondigde de komst van Jozef aan. Hij deed een oproep, een appel en riep: knielt! (Genesis 41:43). „Iemand die niet knielde werd neergeslagen”, aldus ds. Kempeneers. „Zo moeten we op dat appel van de heraut allemaal knielen. Of we worden in de grote dag der dagen eenmaal gedwongen te knielen. Dan is het te laat en is er geen behoud meer.”

Met de komst van Jezus is het werk van herauten niet voorbij, zei ds. Kempeneers. Zij hebben de opdracht, aldus de predikant, de wereld door te gaan en te roepen: knielt! „Wee de heraut die deze roep niet doet horen.”

Ds. Kempeneers refereerde aan de veelgehoorde opmerking dat een mens toch niet uit zichzelf kan knielen. Hij noemde dat een dooddoener. „Wíllen we wel dat God het doet?”, zo vroeg hij. „We moeten ons niet verschuilen achter de waarheid in de Schrift. Dat Jozef onderkoning werd was tot behoud van het volk. Achter Jozefs verhoging zien we God in het hart. Hij heeft het behoud van zielen op het oog.”

Als het Woord recht gepredikt wordt is dat bevindelijke prediking, zei ds. A. A. Egas. Bevinding dient volgens hem op te komen uit de Schrift (Romeinen 5:4). „Bevinding is wat Gods Geest in de harten van de gelovigen werkt. Bevinding is onlosmakelijk verbonden aan geloof.” Bevinding is volgens ds. Egas weet hebben van de toorn van God, maar ook een weten van de genade van God. Het geheim van dat weten, noemde hij: in de verborgen omgang Hem te kennen en te weten en te ervaren dat Hij getrouw blijft aan Zijn Woord. „Dat is wat anders dan vroom en stichtelijk praten. Bevinding wordt in de smeltkroes beoefend. Bevinding is vrucht van Gods werk”, aldus ds. Egas.

Ds. P. Roos refereerde aan het onderscheid in de gemeente: bekeerden en onbekeerden, rechtvaardigen en onrechtvaardigen, mensen onder de vloek of onder de zegen. „God zelf maakt ook onderscheid: bokken en schapen” (Matthéüs 25).

Predikers worden geroepen dat onderscheid in de prediking ook te maken. Hij noemde dat: onderscheidenlijke prediking. „Het zuivere onderscheid wordt gemaakt op de jongste dag. Dan zal Hij onderscheid maken.”

De Kerk is van Jezus Christus. Wanneer een predikant de gemeente aanspreekt als „gemeente van onze Heere Jezus Christus”, dan komt volgens ds. Roos het onderscheid niet tot uitdrukking, „terwijl Jezus zelf op schokkende wijze onderscheid maakt.”

In dat verband noemde hij de gelijkenis van de zaaier. „Prima zaad heeft een verschillende uitwerking op de akker.” Ds. Roos gewaagde ook van onkruid dat tussen het zaad gestrooid wordt, ook vanaf de preekstoel. Anderzijds signaleerde hij het gevaar van onderscheiden en als maar onderscheiden. „Laat het zaad en het onkruid samengaan met de onderscheidenlijke prediking van Jezus Christus”, aldus ds. Roos.

Sprekend over Christusprediking noemde ds. A. van Heteren de tegenstelling tussen Christusprediking en christenprediking een valse tegenstelling. „In Christusprediking gaat het over wat Christus gedaan heeft voor zijn Kerk en wat Hij gedaan heeft in Zijn Kerk. Het is niet voldoende te weten wat Hij gedaan heeft, maar kennen we ook de Christus ook persoonlijk?”

Vanuit het kennen van onze diepe verlorenheid gaat het verlossingswerk van Christus schitteren, vervolgde ds. Van Heteren. „Ontdekkende prediking drijft uit naar Christus.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer