Ds. M. J. Kater sprak over de woorden ”Zijn doen”. Zendingswerk is volgens de Zeister predikant „de vermelding van Gods majesteitelijk en heerlijk doen: er is hoop voor hen die in de macht van de duisternis gevangen zijn. Ook bij alle zendingsactiviteiten draait alles om Gods handelen. Niet alleen in de schepping, maar ook in de Verlossing werkt God met grote intensiteit. Zijn doen zou met vele werkwoorden te beschrijven zijn, maar nu staat dit ene werkwoord centraal: zenden. God zendt.”

De Schrift benadrukt, vervolgde ds. Kater, dat mensen van God gezonden zijn. „Van Zijn eigen Zoon lezen we dat Hij de Gezondene van de Vader is. God Zelf staat achter alle zendingsarbeid. Organisaties kunnen failliet gaan, de zending echter niet, omdat God Zelf bezig is, het is Zíjn doen. Verwacht het dan van Hem.”

Ds. M van der Sluys uit Nieuwpoort sprak over ”Majesteit en heerlijkheid voor Israël”. Tijdens Jezus’ omwandeling op aarde waren er velen die niet de goddelijke heerlijkheid in Zijn persoon herkend hebben, zei hij. „De majesteit Gods mag nooit los gezien worden van de openbaring in Zijn Zoon. In dat licht moeten wij ook het werk in Israël zien.

Veel christenen vinden het moeilijk dat er in Israël relatief zo weinigen Jezus heerlijkheid erkennen. Doven en blinden hebben nooit deze heerlijkheid kunnen zien of horen. Maar het is altijd al Gods eigen werk geweest om blinden de ogen en doven de oren te openen. Daarom moet de verkondiging van het Woord doorgaan, ook voor geestelijke doven en blinden.”

Ds. Van der Sluys is blij dat de laatste synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken opnieuw aandacht voor Israël heeft getoond. Tijdens die synode werd de wens uitgesproken een post in Jeruzalem te openen. De Christelijke Hogeschool Ede werd aangewezen als de plaats van opleiding en toerusting voor de toekomstige werkers onder Israël. Ds. M van der Sluys kon meedelen dat er in september een benoeming komt van iemand die namens de Christelijke Gereformeerde Kerken naar Jeruzalem zal gaan met een speciale opdracht.

„Voor ons als bezoekers van deze zendingsdag wil ik echter benadrukken dat het onmogelijk is de heerlijkheid van Christus aan het oude bondsvolk bekend te maken, als we niet eerst zelf die majesteit en heerlijkheid gezien hebben. Als we zelf zorgeloos voortleven, lopen we gevaar aan de verharding te worden overgeleverd. Dan moeten we niet opgaan in uiterlijke zendingsactiviteiten, maar dan geldt: beef voor Gods majesteit en rust niet voordat u die aanraking van dat altaar hebt ervaren.”

Kandidaat C. P. de Boer uit Zeewolde zei dat Handelingen 13 („Doch Saulus die ook Paulus genaamd wordt”) een beslissend moment markeert: hier begint Paulus’ zendingsarbeid. „Na zijn bekering in Damascus profileert Paulus zich niet, maar hij wacht op Gods tijd. Zelfs na de ambtelijke uitzending vanuit Antiochië wacht hij nog op het hemelse moment. Dat is het cruciale tijdstip wanneer een Romeins stadhouder door de boodschap gegrepen wordt. Als dan zijn adviseur in godsdienstzaken, de Jood Elymas, hem van het geloof dreigt te weerhouden, treedt Paulus voor het eerst op. Juist dan gaat de Heilige Geest van zijn Joodse naam, Saulus, over naar zijn Romeinse naam Paulus.”

Evangelist Theo Visser, voorganger van de International Christian Fellowship (ICF) uit Rotterdam, legde uit dat de multiculturele samenleving geen bedreiging is, maar mogelijkheden schept om te evangeliseren. In zijn gemeente zijn 200 kerkgangers van 32 nationaliteiten. „Sommigen keren na hun bekering als zendelingen naar hun eigen land terug.”