Bach in de Keulse dom
De Keulse dom is een kathedrale ruimte met een weelderige galm en twee grote symfonische orgels. Niet de ideale omstandigheden om authentiek Bach te spelen.
Daarom speelt huisorganist Winfried Bönig op zijn nieuwste cd Bach in bewerkingen van romantici als Straube, Duruflé, Widor en zichzelf. Of dit muzikaal verantwoord is, is voer voor puriteinen. Bönig doet het gewoon. Het klinkend resultaat bewijst dat je op die manier een mooi schijfje kunt maken.
Bönig opent met de Sinfonia uit de Ratswahlcantate. Hij kiest voor een bedaard tempo, waardoor het sprankelende karakter van het stuk enigszins wordt afgeremd. Fraai is het inschakelen van de hogedruktrompetten. Dit is echt Keulen! Bij Bachs Preludium en Fuga in C klinken de originele noten, maar zorgen de vele registratiewisselingen voor het romantische sausje. Authentiek gespeeld kan dit stuk mij meer bekoren. Een hoogtepunt is de transcriptie van de Chaconne d-moll. Hier gebeurt zo veel overrompelends dat je op het puntje van je stoel zit. Een regeriaanse Bach of een bachiaanse Reger?
Opvallend zijn de vier stukken van Widor uit ”Bachs Memento”. Franse juwelen met een flinke scheut Bach. Vooral het vierde, het slotkoraal van de Matthäus Passion, gespeeld met het volle orgel, maakt een overweldigende indruk. Ooit bekende een rechter dat hij na een werkdag met allemaal kinderzedenzaken dit slotdeel, ”Wir setzen uns mit Tränen nieder”, thuis luisterde om zijn emoties een plek te geven. Bönig levert een soortgelijke therapie.
Niet alles op dit schijfje is even boeiend. Vooral de kortere stukken, bewerkingen van koralen en Inventionen van Bach, laten muzikaal niet zoveel na. Het slot daarentegen, ”Nun danket alle Gott” in een transcriptie van Virgil Fox, is een feest. Stoer, zo’n Bach.
Bach im Kölner Dom; Domorganist Winfried Bönig; Motette (MOT 13711); € 22,50; www.motette-verlag.de
Winfried Bönig, orgel
Winfried Bönig, orgel
Winfried Bönig, orgel