Bijltjesdag voor vriendjes van Gaddafi
Nadat de Duitsers in 1945 definitief waren verslagen, klonk onmiddellijk de roep om wraak. Vooral vrouwen en meisjes die het met Duitse militairen hadden aangelegd, waren het mikpunt. Meestal werden hun hoofden kaalgeschoren. NSB’ers en verklikkers moesten het eveneens ontgelden. Woedende volksmenigten leefden zich op hen uit of sloten hen op in leegstaande gebouwen.
Niet dat het altijd terecht was dat mensen als verraders of verklikkers werden aangemerkt. Volgens schattingen van historici zijn er drie keer zo veel mensen te schande gemaakt als er met de vijand hebben geheuld. Een lichte verdenking was soms al voldoende om iemand op de mestkar te hijsen.
Deze episode in de vaderlandse geschiedenis is de boeken ingegaan als bijltjesdag. Een erg fraai hoofdstuk is het niet. Dat een kolkende menigte bepaalt wie straf verdient, kan natuurlijk door geen enkele beugel. En die straffen zelf raakten vaak ook kant noch wal. Dat de woede een uitweg zocht, valt te begrijpen. Maar de wijze waarop dat gebeurde, was meer dan treurig.
Moet om die reden het verschijnsel bijltjesdag worden bijgezet in de donkere kelders van de geschiedenis? Dat niet. Het kan buitengewoon nuttig zijn om na het afsluiten van zo’n ingrijpende periode in kaart te brengen hoe eenieder zich heeft gedragen. Dat moet dan wel op een integere manier, net zo goed als er sprake moet zijn van een passende straf. Als het maar gebeurt. Het is al verschillende keren voorgevallen dat zulke periodes snel werden vergeten om direct over te gaan tot de orde van de dag.
Het geflirt met de Cubaanse leider Fidel Castro is er een aardig voorbeeld van. Hij leek het land zo fijn van zijn ketenen te hebben bevrijd en menig linkse activist in ons land zag hem als een idool. Later bleek dat Fidel die knuffels helemaal niet verdiende. Maar werden zijn vroegere vriendjes toen ter verantwoording geroepen? Niet dat ik weet. Iemand als de bewierookte schrijver Harry Mulisch, die Cuba nota bene ook naderhand bleef verheerlijken, heeft nauwelijks reputatieschade geleden van zijn vrijage met Castro.
Ook na de val van de Muur is er niet echt bijltjesdag geweest. Er is in de media wat op elkaar geschoten, er zijn wat namen genoemd, een enkele communistenvriend heeft openlijk boete gedaan, maar de rest is met de schrik vrijgekomen. Hadden ze dan op de Dam in Amsterdam met pek en veren overgoten moeten worden? Allerminst. Maar wie van de geschiedenis wil leren en herhaling van misstanden wil voorkomen, doet er verstandig aan collaborateurs verantwoording te laten afleggen.
Waar ik naartoe wil, is uiteraard Libië. De wijze waarop Gaddafi en zijn clan zich de afgelopen maanden tegen de eigen bevolking keerden, heeft velen diep geschokt. Een land als Italië, dat het redelijk goed met de Libische dictator en zijn regime kon vinden, reageerde alsof het dit van zijn levensdagen nooit had verwacht. Schielijk werden de contacten verbroken. Maar meer dan een doorzichtige politieke manoeuvre was dat niet. Je moet wel stekeblind en Indisch doof zijn geweest om te hebben gemist dat Gaddafi altijd al een onbetrouwbaar sujet was. Denk bijvoorbeeld aan zijn betrokkenheid bij de ramp boven Lockerbie, waarbij honderden onschuldige burgers omkwamen. Die was overduidelijk. Maar er is natuurlijk nog veel meer. Complete zwartboeken zijn er over hem samen te stellen. De wereld wist al heel lang dat hij niet deugde, ook al wisselde hij wel eens van masker. Daarom is het zaak juist nu weer eens zo’n bijltjesdag te organiseren.
Daarbij mag ons eigen land niet worden overgeslagen. Deze week kwam me een vertrouwelijk verslag onder ogen uit 1992 waaruit blijkt dat er op de politieke linkervleugel opmerkelijk veel waardering bestond voor Gaddafi en zijn trawanten. Het was de periode waarin de Veiligheidsraad van de VN sancties tegen Libië had uitgevaardigd, nadat het bewind in Tripoli had geweigerd twee verdachten van de aanslag boven Lockerbie uit te leveren. De internationale gemeenschap vond toen dat het moment was aangebroken om maar eens wat daden te stellen.
Prompt kwamen in een pand in (waar anders) Amsterdam tientallen vertegenwoordigers bijeen van obscure clubs als Anti-Imperialisme Komitee, Beweging Weigering Defensiebelasting, Groep Internationale Socialisten, Kerk en Vrede, Stichting Opstand, AMOK en Vrouwen tegen Kernwapens. Zij noemden zich het Beraad Libië Krisis en keerden zich tegen de sancties tegen Libië. De landen achter deze strafmaatregelen, de VS, Engeland en Frankrijk, betitelden ze als ”terroristen”. Het vertrouwelijke verslag maakt er melding van dat ook GroenLinks „opnieuw” bij het initiatief zal worden betrokken.
Kijk, daar krijg ik nu jeuk van. Toen ach en wee roepen omdat ‘vriendje’ Gaddafi door de internationale gemeenschap op de korrel werd genomen, en nú de opstandelingen tegen de Libische dictator bejubelen. Vandaar dat pleidooi voor bijltjesdag. Niet dat er weer foute types moeten worden kaalgeschoren, maar hen onder hun schedeldak kijken zou volgens mij zeker tot nut van ’t algemeen zijn.