Bent u voorstander van het plan?

„Ik heb zelf al eerder soortgelijke geluiden laten horen, en er is internationaal absoluut animo voor. Het is zeer wel mogelijk dat het experimenteren met een paar dagdelen gescheiden lessen een heel positief effect kan hebben op de leerprestaties van jongens. De taalontwikkeling van de hersens van meisjes loopt bij het begin van het basisonderwijs al zo’n anderhalf jaar voor op dat van jongens, dus zo’n gekke gedachte is het niet.”

Hoe groot is het belang van die taalontwikkeling?

„Het belang van taal in ons onderwijssysteem is de afgelopen decennia alleen maar toegenomen. Dit is juist een leergebied waar meiden erg goed in zijn. Bovendien komt er steeds meer nadruk te liggen op samenwerking, ook al zo’n aanlegfactor waarin meisjes beter zijn dan jongens. Jongens zijn veel meer van het experimenteren, van het inzicht, van het proberen snel een oplossing te vinden en desnoods op je bek te gaan.”

Was het onderwijs vroeger niet juist te veel op jongens gericht?

„Er is voorheen wel eens gepleit voor apart onderwijs voor meiden, omdat zij overschreeuwd zouden worden door jongens. Jongens scoren vaak door hard door te praten en zich assertief op te stellen, niet door goede argumenten. Maar in die aanpassingen zijn we misschien wat doorgeschoten. Het wordt over de hele linie beloond als je vooral ijverig bent. Er is wellicht sprake van een overwaardering van eigenschappen waar vrouwen doorgaans beter in zijn.”

Zijn er keiharde feiten die dit soort uitspraken staven?

„Nee, dat is inderdaad een probleem. Maar internationaal bestaat er in de wetenschap wel steeds meer consensus over deze visie. In Australië en Amerika wordt bijvoorbeeld al jaren discussie hierover gevoerd en worden bijvoorbeeld ook meer mannelijke leerkracht bepleit. In de Verenigde Staten is 60 procent van alle studenten vrouw, en slechts 40 procent man. Het is geweldig dat de meiden het zo goed doen. Maar we moeten nu niet dezelfde fout maken door de kwaliteiten van jongens niet genoeg aan te spreken en te waarderen.”

Welke rol zou de Nederlandse overheid hierin moeten spelen?

„Ik heb een half jaar geleden al met collega’s gesprekken hierover gehad met minister Marja van Bijsterveldt (Onderwijs). Ze heeft toen wel gezegd dat ze er serieus naar ging kijken, maar in de praktijk blijft zo’n voorstel dan toch weer liggen. Het algemene idee is toch dat jongens zich wel redden: met die opmerking eindigen de meeste discussies ook. Maar het zou goed zijn als Nederland toch zou beseffen dat de roep hier iets mee te doen, al is het maar het instellen van een onderzoek, internationaal steeds groter wordt.”