De verhoren, die twee dagen duurden, gingen over transporten van aluminiumplaten naar Iran bij de voormalig werkgever van D. die volgens de VS niet waren toegestaan. Meerdere werknemers van het bedrijf zijn destijds gehoord, aldus Roos.

„Hij heeft netjes samengewerkt, juist om te zorgen dat hij geen problemen zou krijgen bij reizen naar de VS”, aldus Roos. „We hebben na de verhoren in 2010 niets meer gehoord. Ik hoop nog steeds dat het om een misverstand gaat.”

De Amerikaanse aanklager heeft transporten uit 2007 en 2008 op het oog. De 50-jarige man zou onder andere vliegtuigonderdelen en peroxide hebben verkocht aan Iran.

D. was laatstelijk als manager lucht- en zeevrachten werkzaam bij het Nederlandse bedrijf ITS Freight Forwarding. Directeur Robert Huijser laat weten het een „uiterst vervelende” zaak te vinden en verwijst naar de vorige werkgever van de man, waar de bewuste transporten zich hebben afgespeeld.

D. zou op verschillende manieren de aard van de activiteiten van zijn bedrijf hebben verhuld, zo staat volgens de krant New Jersey Star-Ledger in de tenlastelegging. Zo zou hij werknemers opdracht hebben gegeven om bij verschepingen van goederen Nederland als eindbestemming op te geven, terwijl dat in werkelijkheid Iran was. Zijn bedrijf zou een filiaal hebben gehad in New York, dat werd gebruikt voor het verzenden van Amerikaanse producten.

„Het schenden van de exportwetten die ontworpen zijn om Amerikaanse munitie uit de verkeerde handen te houden, is meer dan schimmig zakendoen”, zei aanklager Paul Fishman maandag volgens dezelfde krant. „Het is een bedreiging van de nationale veiligheid.”

D. kan een straf krijgen van maximaal 20 jaar cel en een boete van 1 miljoen dollar (ruim 700.000 euro).