Het grootste deel van het zaad valt meestal ongelukkig. Het gaat zonder vrucht verloren. Zo was het met het zaad langs de weg, met het zaad op steenachtige plaatsen en met het zaad dat in de doornen viel. Er viel ook een deel van het zaad in goede aarde, zegt Jezus. De Heiland bedoelt hier niet precies het vierde deel. Hij wil zeggen: verreweg het minste deel. Het grootste deel van het kostelijke zaad viel in harten die onbekwaam waren om vruchten te kunnen voortbrengen.De oorzaak dat het zaad van het Evangelie jammerlijk verloren ging, mag niemand verwonderen. Het is volgens de Schrift. Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. De poort is eng en de weg is nauw. Het is maar een overblijfsel naar de verkiezing der genade.

Echter, hoe weinig er ook zijn, ze zijn er nog wel die gelijk zijn aan de goede aarde, die rechte hoorders zijn met een goed en eerlijk hart, die het Woord verstaan en ook aannemen. Zulke mensen zijn er geweest in de tijd van de Zaligmaker. Ook toen viel het zaad in onbekwame harten en ging verloren. Maar er viel ook een deel, hoewel weinig, in goede aarde, waar het zijn gewenste oogmerk bereikte. Daar waren Zijn discipelen en vele anderen, een Nicodémus, een hoofdman over honderd, een moordenaar en verscheidene vrouwen als bewijzen dat het Woord van de prediking niet ijdel was, maar vrucht droeg.

Gerardus van Aalst, predikant te Westzaandam (De parabel van de zaaier, 1748)