Commentaar: Internet als extern geheugen
Deze week verscheen er een opvallend onderzoek in het Amerikaanse tijdschrift Science over de grote invloed die internet en internetbedrijf Google hebben op hoe wij ons dingen herinneren. Bij testen werden aan twee groepen bepaalde feiten verteld. De ene groep kreeg te horen dat die feiten opgeslagen zouden worden in de computer, de andere groep werd gezegd dat de feiten zouden worden gewist.
Uiteindelijk bleek dat de groep die verteld was dat de feiten opgeslagen zouden worden, beter wisten wáár ze opgeslagen werden dan wat de inhoud van de wetenswaardigheden was. De groep die verteld was dat de gegevens zouden worden gewist, kon zich daarentegen de inhoud van het vertelde beter herinneren.
Het is dat er door dit project stem aan is gegeven, maar ook zonder dit onderzoek is het een bekend feit dat we met de komst van internet en internetzoekmachines anders zijn gaan onthouden. De parate kennis van mensen (feiten worden teruggehaald uit het geheugen) is drastisch minder geworden. Waarom zou je nog allerlei dingen onthouden als je met het intoetsen van wat zoekwoorden die informatie in een flits op je computerscherm kunt krijgen?
Hoe ongemerkt het ook allemaal gaat, in de loop van enkele jaren is internet in het algemeen, en zoekmachine Google in het bijzonder, een onmisbaar onderdeel geworden van ons geheugen. Je zou internet zelfs een extern geheugen kunnen noemen.
Nu is het op zich alleen maar prettig dat we tegenwoordig over de mogelijkheid beschikken om zonder veel inspanningen en in korte tijd informatie te verzamelen over onderwerpen waar onze parate kennis tekortschiet. Al moeten we tegelijk wel alert blijven op de betrouwbaarheid van al die informatie. Want daar schort het nog wel eens aan.
Hoe dan ook, het is bepaald niet allemaal vooruitgang wat de klok slaat. Zonder dat we het ons echt bewust zijn, hebben we ons de afgelopen jaren volstrekt afhankelijk gemaakt van internet en van bedrijven als Google. Wat dat in de praktijk van alledag betekent, ervaren we als er een storing is bij onze internetprovider, of als onze internetverbinding door technisch falen niet beschikbaar is. Ineens zijn we volledig onthand.
Hetzelfde zien we trouwens onderweg. Door de algemene beschikbaarheid van navigatiesystemen is de topografische kennis van veel mensen minimaal. Als je de aanwijzingen van het kleine computerkastje maar opvolgt, kom je immers vanzelf op de gewenste bestemming. Maar wat als dat kastje onderweg ineens dienst weigert en je onderweg bent naar een rustiek bergdorpje in Italië?
Is het ook niet hopeloos ouderwets om kinderen nog Bijbelgedeelten uit het hoofd te laten leren als ze die met één druk op de knop ook kunnen vinden op hun mobieltje? In Deuteronomium 6 zegt God tegen Mozes: „En deze woorden, die Ik u heden gebied, zullen in uw hart zijn en gij zult ze uw kinderen inscherpen (…).”
In uw hárt dus. En hoe goed en gemakkelijk internet ook kan zijn, een betere en veiliger bewaarplaats dan het hart is er niet.